MAANDAG 1 DECEMBER 1947.
203
Subsidie Margarita van Cortonastichtinge.a.
(Menken e.a.)
tekorten is wel deze, dat het gemeentelijk subsidie alleen
strekte tot dekking van het tekort, voorzover veroorzaakt
door te Leiden woonachtige verpleegden. Geen van beide
instellingen beeft ooit het gemeentelijk subsidie volledig
uitbetaald gekregen; een aanzienlijk gedeelte van het subsidie
werd niet uitbetaald. Om nu alvast tegemoet te komen
aan de zorgen, waarmede deze beide instellingen te kampen
hebben, wil het College voorstellen, voor 1947 de nu ge
voteerde bedragen geheel uit te keren en het subsidie niet
afhankelijk te stellen van de voorwaarde, dat de verpleegden
te Leiden woonachtig moeten zijn. Op die wijze komt men
deze instellingen althans enigszins tegemoet. Reeds is een
uitvoerig onderzoek ingesteld naar een andere wijze van
subsidiëring, maar voor 1947 wil het College subsidiëring
naar de redelijke maatstaf van het totaal aantal verpleeg-
dagen handhaven, waarbij dan echter niet vastgehouden
zal worden aan de voorwaarde, dat het uitsluitend zal dienen
voor Leidse patiënten.
7. Kleuterdagverblijf „Margriet" f 29.500.
De heer A. van Dijk zegt, dat deze stichting beoogt, blijkens
de toelichting, de opvoeding van kinderen van 1 tot 6 jaar,
Wanneer deze kinderen echter op zesjarige leeftijd worden
teruggegeven aan de ouders, die voordien blijkbaar niet in
staat waren hen op te voeden, wat voor resultaat heeft de
opvoeding door dit gesticht dan? Deze opvoeding zou pas
enig resultaat hebben, wanneer de stichting deze kinderen
tot b.v. hun 18de levensjaar onder zich hield. Spreker verzoekt
het College enige toelichting hierop.
Blijkens de toelichting bedraagt de kostprijs van de ver
pleging bij deze stichting 3.80 per dag en per kind, welk
bedrag spreker zeer hoog acht. Er zijn inrichtingen op dit
gebied, bestemd voor kinderen van financieel draagkrachtigen,
die per kind en per dag 3.50 vragen, hetgeen al zeer hoog is.
Nu stelt het College voor, subsidie aan deze stichting te
verlenen in de vorm van een gefixeerd bedrag, n.l. f2.per
verpleegdag per kind. Beschouwt men deze inrichting echter
als een verpleeginrichting, moet men dan bij de subsidiëring
niet min of meer, dezelfde maatstaf aanleggen als men in
acht neemt ten aanzien van patiënten, die in een ziekenhuis
opgenomen zijn? Begeeft men zich niet op een gevaarlijk
terrein, wanneer men voor één bepaalde stichting een subsidie
toestaat, dat ver uitgaat boven het verpleeggeld, dat de ge
meente voor armlastige patiënten in andere ziekenhuizen be
taalt? Spreker meent, dat men bij deze subsidiëring niet van het
juiste standpunt uitgaat; bij opneming van een patiënt in
een van de ziekenhuizen te Leiden (behalve het Academisch
Ziekenhuis) vraagt het gemeentebestuur ook niet, welke
tarieven daar gelden. De gemeente betaalt bij opneming
van een armlastig patiënt in het Academisch Ziekenhuis
een bepaald bedrag en bij opneming in een van de andere
ziekenhuizen het ontbrekende bedrag. Spreker acht de toe
lichting tot dit voorstel geen gelukkige voorstelling van
zaken en hij zou liever gezien hebben, dat deze bijdragen
van de gemeente in beide gevallen op een ongeveer gelijk
bedrag waren gesteld.
De heer van Weizen ondersteunt van harte dit voorstel
van het College. Het kleuterhuis Margriet is na de oorlog
tot stand gekomen. Na de bevrijding van de Zuidelijke
provincies in 1944 heeft een kinderarts in het Zuiden des
lands voor de provincies boven de Moerdijk de uitrusting
van 10 dergelijke kinderverblijven beschikbaar gesteld.
Degenen, die belangstelling voor dit werk koesterden,
hebben de gelegenheid om ook in Leiden een dergelijk kleuter
dagverblijf tot stand te brengen, gretig aangegrepen. Het
bijzondere is in dit geval, dat aan het verblijf verbonden
is een arts, Dr Boekholt, die studies maakt op het gebied
van de kinderpsychologie, welke niet alleen waarde voor
de daar verpleegde kinderen hebben, maar volgens spreker
van algemene betekenis zijn. Het toekennen van het subsidie
is dan ook van betekenis voor de kleuters in het algemeen.
In de maanden Mei en Juni van dit jaar werden in dit
verblijf kleuters van oorlogsslachtoffers verpleegdde lichame
lijke gesteldheid van deze kleuters maakte het wenselijk,
de verpleging langer dan drie maanden te doen duren en
daarom is men er in het algemeen toe overgegaan de ver
pleging op deze basis in te richten, waarom spreker een
subsidie uit de gemeentekas gewenst acht.
De heer Goslings, die het betoog van de heer van Welzen
ondersteunt, begrijpt de moeilijkheden, waarvoor de heer
A. van Dijk zich thans ziet geplaatst.
Het is steeds de gewoonte geweest, dat het Rijk, de Pro
vincie en de Gemeente subsidie verleenden ten bate van het
Snbsidie Kleuterdagverblijf „Margriet".
(Goslings e.a.)
voorbehoedende gedeelte van de geneeskundige behandeling,
terwijl voor de verpleging in de ziekenhuizen naar andere
wegen voor de betaling van de verpleeggelden werd gezocht
(ziekenfondsen enz.). Aangezien de verpleging in het kleuter
dagverblijf voor een groot gedeelte voorbehoedend is, gelooft
spreker, dat de stichting voor dit gedeelte voor toekenning
van subsidie door overheidsorganen in aanmerking komt.
Er zijn echter ook gevallen, waarin de verpleging als in een
ziekenhuis plaats heeft en voor deze gevallen zou misschien
de steun van de ziekenfondsen voor de eerste zes weken
kunnen worden gevraagd.
De heer Kortmann acht het betoog van de heer van Welzen
juist; het kleuterdagverblijf is van veel meer dan alleen
plaatselijk belang, in het bijzonder door de studies van
Dr Boekholt op het gebied van de kinderpsychologie. Spreker
vraagt, of het niet mogelijk is van gemeentewege op het
Rijk enige aandrang uit te oefenen om aan de stichting
„Margriet" een subsidie uit het Universiteitsfonds toe te
kennen uit hoofde van het feit, dat het bestaan van dit
kleuterdagverblijf ver boven het plaatselijke belang uitgaat.
De verpleegkosten per kind en per dag zijn inderdaad buiten
gewoon hoog. Wanneer door de toekenning van een subsidie
de verpleegprijs zou dalen en het wetenschappelijke werk
zou worden gestimuleerd, zouden de mogelijkheden voor de
stichting „Margriet" veel groter worden.
De heer Menken verwijst voor de beantwoording van de
vraag van de heer A. van Dijk, wat de stichting „Margriet"
beoogt, naar hetgeen daaromtrent in het Ingekomen Stuk
is medegedeeld. De heer Goslings heeft terecht opgemerkt,
dat in vele gevallen de preventieve zorg en de geneeskundige
behandeling door elkaar heen lopen.
Over de verpleegprijs van 3.80 per dag is zeer veel te
doen geweest, vooral in de Commissie voor de Geneeskundige
en Gezondheidsdienst. Men heeft echter van alle kanten
verzekerd, dat in Nederland de verpleegkosten van kleuters
het hoogst zijn.
Misschien wordt dit veroorzaakt door het feit, dat de
kleuterzorg nog in de kinderschoenen staat, maar het is
nu eenmaal zo, dat bij al deze inrichtingen de prijs te hoog
is om aantrekkelijk te zijn.
Spreker onderschrijft de opmerkingen van de heer van
Welzen.
De opmerking van de heer Kortmann, dat, waar deze
stichting uitgaat boven een plaatselijk belang, andere bronnen
van inkomsten moeten worden aangeboord, is door het
College aan het bestuur doorgegeven. Het bestuur is bezig,
andere bronnen van inkomsten aan te boren; dit heeft niet
betrekking op giften ineens, maar het gemeentebestuur
geeft de voorkeur aan bronnen, die niet ineens opdrogen.
Spreker heeft wel de indruk, dat het bestuur alle middelen
aanwendt om geld bijeen te krijgen. Of het bestuur ook
op bepaalde fondsen een beroep zal doen, is spreker op het
ogenblik niet bekend.
De verpleegprijs bedraagt 3.80 per kind en per dag;
de gemeente Leiden betaalde voor hen, die voor rekening
van de gemeente verpleegd werden, 2.of 2.80de
vereniging moest maar zien, hoe zij aan de rest kwam. Uit
de cijfers, die het College voor ogen kreeg betreffende de
voor rekening van de gemeente Leiden verpleegde patiënten,
bleek, dat dit ver boven de 60 uitgaat; de gemeente
neemt nu voor haar rekening een bedrag van ongeveer
50 van het totaal der uitgaven; voor de rest zorgt de
vereniging zelf, door collectes b.v. Door een subsidie op
deze wijze aan deze zeer belangrijke instelling acht het
College de grote activiteit van het particulier initiatief zeer
redeüjk beloond. Kleuterverzorging is duur. Mogelijk kan
de gemeente, wanneer zij straks een eigen verificateur heeft,
bezien, of de gehele opzet van deze stichting inderdaad vol
komen verantwoord is. Maar dit geldt voor allerlei instellingen,
die de gemeente subsidieert. Gelet op de grote activiteit
van het bestuur en op het grote belang van dit werk voor
de volksgezondheid, wil het gemeentebestuur echter deze
stichting subsidiëren. Mogeüjk moet men voor dit subsidie
later tot een andere grondslag komen, maar voor 1947 vormt
de thans gevolgde wijze van subsidiëring een voorlopige
oplossing. Bovendien int het bestuur zelf de verpleeggelden
bij de ouders van de kinderen, die verpleegd wordenhoewel
het ook zou kunnen zeggen: alles wordt via de Gemeentelijke
Dienst voor Sociale Zaken betaald en de gemeente zorgt
wel voor het verhaal. Wie deze kant van de zaak kent,
weet dat het veel beter is, wanneer de stichting dit zelf in
handen houdt. De Directeur van de Dienst van Sociale
Zaken heeft spreker echter verzekerd dat, wanneer de ge
meente deze inning zou doen plaats hebben, het niet beter