151 Abt. 9. Voor iedere betaling wordt een gedagtekend bewijs van kwijting afgegeven, tenzij de betaling gescbiedt door over schrijving of storting op de rekening van de Gemeentelijke Reinigings- en Ontsmettingsdienst bij de Postcheque- en Girodienst. Abt. 10. De invordering van deze rechten geschiedt overigens overeenkomstig de bepalingen der gemeentewet. Abt. 11. 1. Deze verordening treedt in werking op 1 Januari 1948. 2. Op die datum vervalt de verordening van 12 December 1938 (Gemeenteblad No. 26), regelende de heffing en in vordering van rechten voor diensten door de Gemeentelijke Eeinigings- en Ontsmettingsdienst bewezen, gewijzigd bij verordening van 18 November 1940 (Gemeenteblad No. 23 van 1943). Aan de Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 212. Leiden, 25 November 1947. Sedert het jaar 1941 levert de exploitatie van het Openbaar Slachthuis een nadelig saldo op. Was dit ongunstige bedrijfs resultaat in de jaren 1941 t/m 1945 grotendeels te wijten aan de geringe omzet in het bedrijf, in de laatste jaren, nu het aantal slachtingen weder belangrijk is toegenomen, is ten gevolge van de steeds stijgende exploitatie-uitgaven nog steeds een aanzienüjk tekort te constateren. Na ampele overweging zijn wij tot de slotsom gekomen, dat, ten einde dit tekort, dat in de huidige moeilijke financiële omstandigheden der gemeente te meer klemt, zoveel mogelijk te reduceren, aan verhoging der slachthuisrechten niet zal zijn te ontkomen. Wij ontveinzen ons niet, dat deze verhoging voor het slagersbedrijf bezwaren heeft, doch wanneer men zich realiseert, dat de exploitatie van het Slachthuis in engere zin (dus zonder de uevenbedrijven) over het jaar 1948 naar raming een nadelig saldo zal opleveren van ruim 53.000.zal o.i. een verhoging van de inkomsten in de vorm van verhoging der slachtkeurlonen als geboden moeten worden beschouwd. Ondanks de bedenkingen, welke de slagersorganisaties en de C.YTieleman en Dros (als de belang rijkste vleeswarenfabriek), met wie ter zake overleg is gepleegd, tegen dit voornemen hebben doen horen, zijn wij van oordeel, dat met verhoging van vorenbedoelde rechten niet langer mag worden gewacht, zij het ook, dat deze verhoging ook o.i. tot het uiterste dient te worden beperkt. Te dien einde hebben wij de hierna afgedrukte nieuwe verordening, regelende de heffing en de invordering van een belasting voor het gebruik van het Openbaar Slachthuis te Leiden, ontworpen, welke in art. 3 de nieuwe tarieven bevat. Ter zake is, overeenkomstig de wens van de Minister van Binnenlandse Zaken contact opgenomen met het Directoraat- Generaal van de Prijzen, waarbij ons is gebleken, dat deze instantie tegen invoering van de voorgestelde tarieven geen bezwaar heeft. In overeenstemming met de adviezen van de Commissie voor het Openbaar Slachthuis en de Commissie van Financiën en met verwijzing overigens naar de in de Leeskamer ter inzage gelegde stukken, geven wij Uw vergadering derhalve in overweging vast te stellen de volgende verordening: VERORDENING, regelende de heffing en de invordering van een belasting voor het gebruik van het Openbaar Slachthuis te Leiden. Abtikel 1. Van ieder, die voor een der hierna omschreven doeleinden gebruik maakt van het Openbaar Slachthuis of van diensten, vanwege de gemeente op het Openbaar Slachthuis verstrekt, wordt een belasting geheven naar het in artikel 3 omschreven tarief. Abt. 2. In deze verordening wordt verstaan onder een „stuk groot vee" een rund of een éénhoevig slachtdier, dat levend meer dan 250 kg weegt, en onder een „stuk klein vee" elk ander slachtdier. Abt. 3. Slachten en keuren I. Voor het gebruik maken van de gelegenheid tot slachten, het keuren van het slachtdier vóór en na de slachting, be nevens voor het stallen indien de slachting plaats vindt binnen 24 uur na de plaatsing in de stal, het gebruik van de darm wasserij, éénmaal wegen na de slachting, het laten verblijven van het geslachte dier in het koelhuis en gedurende de in de Verordening op het gebruik van het Openbaar Slachthuis bepaalde tijden in de hangruimten en het voor koelhuis a. van een stuk groot vee11.50 b. van een rund, zwaarder dan 90 kg levend gewicht, doch niet zwaarder dan 250 kg6.50 c. van een rund, zwaarder dan 60 kg levend gewicht, doch niet zwaarder dan 90 kg4. d. van een rund, niet zwaarder dan 60 kg levend gewicht1. e. van een éénhoevig dier, niet zwaarder dan 250 kg levend gewicht6.50 van een varken, zwaarder dan 90 kg levend gewicht. 6.50 g. van een varken, zwaarder dan 60 kg levend gewicht, doch niet zwaarder dan 90 kg4. h. van een varken, zwaarder dan 25 kg levend gewicht, doch niet zwaarder dan 60 kg2.75 i. van een varken niet zwaarder dan 25 kg levend gewicht1. j. van een schaap, geslacht na, 31 Juli van het jaar, waarin het is geboren2.75 k. van een schaap, geslacht voor 1 Augustus van het jaar, waarin het is geboren1. I. van een geit1. Indien van één of meer der in de aanhef van dit onderdeel opgesomde diensten geen gebruik wordt gemaakt, is niettemin het volle tarief verschuldigd. Recht op plaatsing in de stallen bestaat alleen voor zover daarvoor ruimte aanwezig is. II. Indien geslacht wordt buiten de uren, die voor de gewone slachtingen zijn vastgesteld en de slachting niet geschiedt tegen één der tarieven I, III, IV of V is verschuldigd: voor de dieren genoemd in tarief I onder af 16. voor de dieren genoemd in tarief I onder b,eenf. 10. voor de dieren genoemd in tarief I onder c en g 6.75 voor de dieren genoemd in tarief I onder h en j 4.25 voor de dieren genoemd in tarief I onder d, i,k enl 2. III. Voor het gebruik maken van de gelegenheid tot slachten, het keuren van het slachtdier vóór en na de slachting, benevens voor het stallen, indien de slachting plaats vindt binnen 24 uur na de plaatsing in de stal, het gebruik van de darmwasserij, éénmaal wegen na de slachting en het laten verblijven van het geslachte dier gedurende de in de Verordening op het gebruik van het Openbaar Slachthuis bepaalde tijden in de hangruimte, van dieren, waarvan de slachting geschiedt door of ten behoeve van fabrikanten van verduurzaamde levensmiddelen of verzendgrossiers a. van een stuk groot vee4.50 b. van een rund, zwaarder dan 60 kg levend ge wicht, doch niet zwaarder dan 250 kg2.50 c. van een rund, niet zwaarder dan 60 kg levend gewicht0.75 d. van de eerste 500 varkens, zwaarder dan 25 kg levend gewicht, per jaar geslacht, per varken. 3.50 e. van ieder varken, zwaarder dan 25 kg levend gewicht boven de 500 stuks per jaar geslacht. 1. van een varken, niet zwaarder dan 25 kg levend gewicht„0.50 g. van een schaap, geslacht na 31 Juli van het jaar, waarin het is geboren1. h. van een schaap, geslacht vóór 1 Augustus van het jaar, waarin het is geboren0.50 Met betrekking tot een of meer der diersoorten, in dit onderdeel genoemd, door Burgemeester en Wethouders van Leiden aan te wijzen, gelden bovenstaande tarieven uit sluitend voor de in de keuringskring Leiden gevestigde fabrikanten van verduurzaamde levensmiddelen en voor de verzendgrossiers, voor zover en zolang zij, gelet op de aard en omvang van hun bedrijf door Burgemeester en Wethouders van Leiden als zodanig zijn of worden erkend, het bewijs leveren, dat de dieren inderdaad in hun fabrieken worden verwerkt of in hun geheel eventueel zonder de in wendige organen, worden verzonden buiten de keuringskring Leiden, alle door Burgemeester en Wethouders nodig geachte gegevens verstrekken en de door hen ter bevordering van een juiste heffing der belasting gegeven of te geven voor schriften stipt opvolgen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1947 | | pagina 3