150 Het eveneens nieuwe onderdeel G is een uitvloeisel van de voorgestelde verordening, houdende voorschriften nopens behoorlijke bewoning (zie Ing. St. No. 209). Artikel 3 bevat de regeling van de vrijstelling en de ver minderingen voor inwoners der gemeente Leiden. Zoals boven uiteengezet is, dient thans de in de geldende ver ordening opgenomen gemengde hoofdsom te worden ver vangen door de schoolgeldmaatstaf als basis voor de bepaling der draagkracht. Door het verschil in toepassing van kinderaftrek en progressie bij de vroegere gemeentefondsbelasting en de tegenwoordige loon- of inkomstenbelasting is de vroegere gemengde hoofdsom moeilijk te vergelijken met de tegen woordige schoolgeldmaatstaf. De thans voorgestelde bedragen 26.105.164.en 342.zijn echter over de gehele linie voor de belanghebbenden voordeliger en komen overeen met het tarief, dat voor de heffing van besmettelijke- ziektengelden door de Minister van Binnenlandse Zaken wordt bevorderd (zie ons onder Ing. St. No. 210 opgenomen voorstel). Hierbij dient te worden opgemerkt, dat door de op 1 Juli j.l. ingegane tariefswijziging van de loon- en de inkomsten belasting de regeling, vooral voor de lagere en laagste in komens, aanmerkelijk gunstiger wordt. Artikel 10 (oud 11) is in overeenstemming gebracht met de in de meeste geldende belastingverordeningen voorkomen de bepaling. Yan het Directoraat-Generaal van de Prijzen is bericht ontvangen, dat het zich met de voorgestelde tariefwijzigingen kan verenigen. In overeenstemming met het advies van de Commissiën van Fabricage en van Financiën en met verwijzing, voor zoveel nodig, naar de ter inzage liggende stukken, geven wij Uw Vergadering in overweging over te gaan tot vaststelling van de volgende verordening: VERORDENING, regelende de heffing en de invordering van rechten voor diensten, door de Gemeentelijke Reinigings- en Ontsmettingsdienst bewezen. Art. 1. Voor het, op aanvrage, van gemeentewege reinigen en ontsmetten van lijf- of andere goederen, woningen en andere gebouwen, woonwagens, vaartuigen en rij- of voertuigen, niet bedoeld in artikel 21 van de Besmettelijke-Ziektenwet (Stbl. 1928, No. 265) worden rechten geheven overeenkomstig de volgende bepalingen. Art 2. 1. Behoudens het bepaalde bij art. 3, bedragen de rechten voor: A. het ontsmetten van goederen met stoom: a. een gehele oven vulling 8. b. een tweede gehele ovenvulling van tot één partij be horende goederen 7. c. elke volgende gehele ovenvulling van tot één partij behorende goederen 6. d. minder dan een gehele ovenvulling, doch niet minder dan 3/4 gedeelte van een oven vulling 6. e. minder dan 3/4 gedeelte van een ovenvulling, doch niet minder dan een halve ovenvulling f 4. f. minder dan een halve ovenvulling, doch niet minder dan x/4 gedeelte van een ovenvulling 2. g. minder dan 1/4 gedeelte van een ovenvulling f 1. B. het ontsmetten van goederen met formaline in vacuum: a. een gehele oven vulling 12. b. een tweede gehele oven vulling van tot één partij be horende goederen f 10.50; c. elke volgende gehele oven vulling van tot één partij behorende goederen 9. d. minder dan een gehele ovenvulling, doch niet minder dan 3/4 gedeelte van een ovenvulling 8. e. minder dan 3/4 gedeelte van een ovenvulling, doch niet minder dan een halve ovenvulling ƒ6. minder dan een halve ovenvulling, doch niet minder dan 1/4 gedeelte van een oven vulling ƒ3. g. minder dan 1/i gedeelte van een ovenvulling, doch niet minder dan 1/8 gedeelte van een ovenvulling 2. h. minder dan 1/8 gedeelte van een ovenvulling 1. C. het ontsmetten van goederen met hete lucht: a. een gehele kastvulling ƒ6. b. een tweede gehele kastvulling van tot één partij be horende goederen 5. c. elke volgende gehele kastvulling van tot één partij behorende goederen 4.50; d. minder dan een gehele kastvulling, doch niet minder dan 3/4 gedeelte van een kastvulling 4.50; e. minder dan 3/4 gedeelte van een kastvulling, doch niet minder dan een halve kastvulling ƒ3. minder dan een halve kastvulling, doch niet minder dan x/4 gedeelte van een kastvulling 1.50; g. minder dan 1/i gedeelte van een kastvulling 1. D. het ontsmetten of reinigen van woningen en andere gebouwen, woonwagens, vaartuigen en rij- of voertuigen, voor elke beschikbaar gestelde man, met inbegrip van de eventueel nodige gereedschappen, per uur of een gedeelte daarvan 2.verhoogd met de kostprijs van de hierbij verbruikte materialen. E. het afhalen en bezorgen van ter ontsmetting aan geboden goederen: a. in de gemeente per m3 of een gedeelte daarvan ƒ1. b. buiten de gemeente: per m3 of een gedeelte daarvan 1.zomede per km afgelegde afstand of een gedeelte daarvan 0.25. F. het zuiveren van woningen en andere gebouwen, woon wagens, vaartuigen en rij- of voertuigen van ongedierte, voor elke beschikbaar gestelde man, met inbegrip van de eventueel nodige gereedschappen, per uur of een gedeelte daarvan 2.verhoogd met de kostprijs van de hierbij verbruikte materialen. G. a. voor het instellen van een onderzoek op aanwezigheid van ongedierte in een woning ƒ2. b. voor het instellen van een onderzoek op aanwezigheid van ongedierte in huisraad 1.25. 2. Het onder 1 omschreven tarief wordt verhoogd, wanneer de werkzaamheden desverlangd worden verricht: a. op werkdagen buiten de normale werktijd met 50 b. op Zon- en feestdagen met 100 Art. 3. 1. De in art. 2 genoemde rechten, met uitzondering van die genoemd onder F en G, zijn door inwoners der gemeente Leiden niet verschuldigd, indien de schoolgeldmaatstaf minder dan 26.bedraagt. 2. De in art. 2 genoemde rechten, met uitzondering van die, genoemd onder F en G, worden voor inwoners der gemeente Leiden verminderd met: a. 75%, indien de schoolgeldmaatstaf ƒ26.of meer, doch minder dan ƒ105.bedraagt; b. 50 indien de schoolgeldmaatstaf 105.of meer, doch minder dan ƒ164.bedraagt; c. 25 indien de schoolgeldmaatstaf 164.of meer, doch minder dan ƒ342.bedraagt; 3. Het bepaalde in het eerste en tweede lid blijft buiten toepassing, zolang de belanghebbende in gebreke is gebleven aan de Inspecteur der Gemeentebelastingen op diens verzoek een verklaring over te leggen van de Inspecteur der (Rijks)- belastingen, aangevende het bedrag van de schoolgeld maatstaf. 4. Onder schoolgeldmaatstaf wordt verstaan de door de belastingdienst van het Rijk vastgestelde maatstaf, bedoeld in artikel 4 van het Tijdelijk Besluit schoolgeld lager onder wijs 1945 (Stbl. No. F. 291), waarbij voor de vaststelling van deze maatstaf het kalenderjaar, waarin de in deze ver ordening bedoelde diensten zijn bewezen, in de plaats treedt van het in genoemd besluit bedoelde schoolgeldjaar. Art. 4. De in artikel 2 genoemde rechten worden niet geheven voor reiniging en ontsmetting van onderwijsinrichtingen, indien en voor zover die werkzaamheden door de Directeur van de Gemeenteüjke Geneeskundige- en Gezondheidsdienst nodig worden geacht. Art. 5. De in artikel 2 genoemde rechten zijn verschuldigd door degene, op wiens verzoek de diensten worden bewezen. Art. 6. Voor de toepassing van de artikelen 299 en 300 der ge meentewet treedt de Inspecteur der Gemeentebelastingen in de plaats van de Gemeenteraad of van de Burgemeester. Art. 7. De inning van de krachtens deze verordening verschul digde rechten geschiedt door de Kassier van de Gemeentelijke Reinigings- en Ontsmettingsdienst. Art. 8. De betaling van de rechten moet geschieden binnen één maand, nadat het bedrag door toezending van een nota ter kennis is gebracht van degene, die de rechten verschuldigd is.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1947 | | pagina 2