196 MAANDAG 24 NOVEMBER 1947. Verhogen crediet voor aanschaffen draaibank (Lombert e.a.) Brandweer e.a. XIV. Voorstel inzake het verhogen van het bedrag, beschik baar gesteld voor het aanschaffen van een draaibank ten behoeve van de Brandweer. (195) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming achtereenvolgens overeenkomstig de voorstellen XII tot en met XIV besloten. XV. Voorstel inzake het verhogen van het ten behoeve van de Leidsche Politiesportvereniqinq voor 1947 verleende sub sidie. (196) De heer Lombert vraagt, of al deze zaken, welke volgens dit voorstel aangeschaft zullen moeten worden, nu wel beslist nodig zijn? Men zal die worstelmat b.v. wel nodig hebben, maar velen zouden al in hun schik zijn, als zij een gewone mat in hun huis hadden. Worden de eisen hier niet zeer overdreven? De toestand is toch altijd nog abnormaal; Leiden is een noodlijdende gemeente. Ligt het nu op de weg van de Politie-Sportvereniging in een noodlijdende gemeente om direct een beroep te doen op de publieke kas, om die sport te kunnen beoefenen? De heer Smit heeft een principieel bezwaar tegen dit voor stel, waarbij wordt voorgesteld aan de Leidse Politie-Sport vereniging gelden als subsidie toe te kennen, die eigenlijk op de begroting ten laste van het hoofdstuk Politie dienen te worden gebracht, omdat zij dienen ter dekking van uitgaven, welke nodig zijn om het politiepersoneel geschikt voor zijn taak te doen zijn. De lichamelijke opvoeding wordt bij de politie als dienst beschouwd en daarom dienen de daaraan verbonden kosten op de begroting onder het hoofdstuk Politie te worden gebracht. De Leidse Politie-Sportvereniging is bevoordeeld boven andere sportverenigingen: zij ontvangt een jaarlijks subsidie van 840.alsmede een bijdrage van 140.40 in de kosten van deelneming aan de vierdaagse afstandsmarsen; boven dien geniet zij een soort van subsidie door het gebruik van de sportvelden, welke bij de Sportstichting in beheer zijn en waarvoor zij zeker geen hoge huur behoeft te betalen. In verhouding tot de leden van de andere sportverenigingen brengen de leden van de Leidse Politie-Sportvereniging zeer geringe offersde normale contributie van een sportvereniging bedraagt 0.30 a 0.40 per week; de leden der Leidse Politie- Sportvereniging betalen 0.50 per maand. Men mag ver wachten, dat de leden der Leidse Politie-Sportvereniging bereid zullen zijn grotere offers te brengen, indien zij hun organisatie goed in stand willen houden. Spreker heeft aan een lid van het bestuur der Leidse Politie-Sportvereniging gevraagd, waar de vorige worstelmat was gebleven; dit bestuurslid herinnerde het zich niet, maar dacht, dat de mat was versleten. Uit de stukken kan men echter opmaken, dat in het jaar 1946 twee matten voor 550.zijn aangeschaft. Spreker wil gaarne vernemen, wat met deze matten is gebeurd. De heer Hendriks gevoelt het als een bezwaar, dat de leden van het politiepersoneel vrij sterk bevoordeeld zijn boven de leden van andere takken van het overheidspersoneel. Iedereen moet zorgen, dat hij geschikt voor de arbeid op zijn werk verschijnthet politiepersoneel dient ook te zorgen, dat het fit blijft en wanneer daarvoor sport en voortdurende training nodig zijn, is er niets tegen, dat de gemeente een deel van de daaraan verbonden kosten betaalt, hetgeen echter niet, geüjk in dit voorstel geschiedt, het karakter van het verlenen van subsidie mag te boven gaan. De heer D. J. van Dijk vraagt zich af, of, indien aan de Leidse Politie-Sportvereniging dit subsidie wordt toegekend, andere sportverenigingen van Leids gemeentepersoneel niet eveneens een verzoek om toekenning van een subsidie kunnen indienen en acht daarom de aanneming van dit voorstel zeer gevaarlijk. De Voorzitter zegt, dat men de zaak niet zuiver ziet, indien men het personeel van de politie en de brandweer in deze vergelijkt met het overige gemeentepersoneel of het personeel van particuliere instellingen. Spreker waardeert het zeer, dat men bij diverse takken van het gemeentepersoneel aan sport doet. Men zal echter, indien men goed politie- en brandweer personeel wil hebben, voor de leden hiervan de beoefening van sport verplicht moeten stellen. Het jongere politie personeel is ambtshalve verplicht aan bepaalde sport- oefeningen deel te nemen; het gehele politiepersoneel kan Verhogen subsidie Leidse Politie Sportvereniginge.a. (Voorzitter e.a.) zich bovendien oefenen in sportverenigingen. Het moet van gemeentewege worden toegejuicht, dat de leden van het politie- en het brandweerpersoneel zich zoveel mogelijk voor hun taak bekwamen. De Leidse Politiesportvereniging heeft in het jaar 1946 twee worstelmatten aangeschaft, waarvan zij er zelf één zal betalen, terwijl zij nu de gemeente heeft verzocht de tweede door middel van de verhoging van het subsidie te betalen. Deze matten, die alleen als worstelmatten waren te verkrijgen, worden ook gebruikt bij de spring- en valoefeningen. De sportverenigingen, die van de werktuigen der politie gebruik kunnen maken, mogen deze matten ook gebruiken. Spreker blijft aandringen op beschikbaarstelling van het gevraagde bedrag voor het omschreven doel, dat hij beschouwt als een onderdeel van de opleiding van het politiepersoneel. Wanneer dit personeel door middel van contributies zelf gelden bijeen brengt, moet men dit volgens spreker toejuichen. De heer Lombert is van oordeel, dat, indien de sport beoefening in het belang van de dienst is, de kosten dienen te worden gebracht ten laste van het hoofdstuk Politie en niet ten laste van de post: subsidies aan sportverenigingen. De Voorzitter merkt op, dat de Leidse Politiesportvereniging thans de kosten van het zwemonderricht betaalt; deed zij dit niet, dan kwamen de kosten geheel voor rekening van de gemeente. De heer Lombert zegt, dat evenals de kosten van een helm of een gummistok de kosten van een worstelmat op de begroting onder het hoofdstuk Politie dienen te worden gebracht, indien de mat bij de opleiding van het politie personeel noodzakelijk is. Zoals het voorstel thans luidt, wekt het de indruk, dat het gaat om een persoonlijke lief hebberij van een of andere sportliefhebber of propagandist. Is dit niet het geval, dan behoort het bedrag op de begroting onder „Politie" te worden opgevoerd. De Voorzitter merkt op, dat het de gemeente dan nog meer zal kosten. De heer Riedel constateert, dat de zaak door de toelichting van de Voorzitter duidelijk is geworden. De Leidse Politie- Sportvereniging heeft een semi-officieel karakter. Uit een sociaal oogpunt is het beter, dat de jonge mensen zelf iets in de kosten bijdragen dan dat zij door de uitschakeling van de Leidse Politie Sportvereniging er niets van bemerken. De Voorzitter zegt, dat de kosten gemeenschappelijk worden gedragen, hetgeen hij juist acht. Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. XVI. Voorstel tot het vaststellen van een verordening, regelende de toekenning van een vergoeding van verplaatsings kosten aan van elders in vaste of tijdelijke dienst van de gemeente aangesteld personeel. (197) De heer Wilmer ziet in de bepaling, dat deze verordening- geacht wordt in werking te zijn getreden op 1 November 1945 een uiting van ongemotiveerde royaliteit. Volgens deze bepaling zal aan een ambtenaar, die twee jaar geleden naar Leiden is gekomen en nu zijn verhuizing bijna vergeten is, een vergoeding voor de verhuiskosten worden betaald. Als motief hiervoor wordt aangevoerd, dat een dergelijke regeling twee jaren geleden voor het Rijkspersoneel in werking is getreden. Spreker vraagt: zou men dan ook dezelfde datum van invoering als het Rijk aannemen, wanneer deze gunstige regeling 25 jaren geleden was ingevoerd? Spreker zal zich niet tegen dit voorstel verzetten en ook geen amendement indienen, maar hij gevoelt toch behoefte uiting te geven aan zijn misnoegen over het feit, dat men meer malen, ook bij dit voorstel, zo royaal omspringt met het geld uit de gemeentekas. De heer Menken zegt, dat de vaststelling vaD een juiste datum van inwerkingtreding van deze regeling een punt van diepgaande overweging in het College heeft uitgemaakt. Neemt men alleen zuinigheidsoverwegingen in aanmerking, dan had men een datum kunnen aannemen van kort geleden of in de toekomst; het College heeft echter verschillende billijkheidsmotieven zeer zwaar laten wegen en het heeft het daarom het beste geacht zich aan te sluiten, ook wat

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1947 | | pagina 4