146 MAANDAG 29 SEPTEMBER 1947. Onteigenen van gronden in de Stadspolder en de (Hendriks.) Bosch- en Gasthuispolder. welke zijn de financiële en de morele consequenties? Dit vraagstuk heeft dus een technisch, een financieel en een moreel aspect. Is nu dit plan in al zijn consequenties werkelijk grondig bekeken en zijn de consequenties ervan voor een noodlijdende gemeente te aanvaarden? Men moet niet verder springen dan zijn stok lang is. Is de opzet van dit plan nu niet te groots? Wat de technische zijde van het plan betreft, constateert spreker, dat het rapport van Gemeentewerken knap is opgezet en serieus is uitgevoerd; het baseert zich op een prognose, die doet concluderen, dat Leiden in de jaren tot en met 1958 de beschikking moet krijgen over 7.200 nieuwe woningen. Deze prognose is gebaseerd op een continue hoog conjunctuur. Voor spreker is de vraag, of dit op het ogenblik tien jaren vooruit bepaald kan worden. Wanneer dit niet zo is, wordt de gehele becijfering vrij dubieus. Gerekend wordt met de mogelijkheid, om tien jaren lang gemiddeld 700 woningen per jaar te bouwen, ongeacht de bijkomende verdere werkzaamheden. Waaruit blijkt de mogelijkheid van een dergelijke capaciteit? Momenteel lijkt het er nog niet op. De cijfers van het bouwplan-1947 worden door het Departe ment reeds geheim gehouden, om verdere teleurstellingen te voorkomen; moet de Gemeenteraad van Leiden dan te hoge verwachtingen gaan opwekken? Wanneer het bouw volume in werkelijkheid lager zou liggen dan thans in het voorstel gesuggereerd wordt, wordt als consequentie daarvan ook de behoefte aan bouwgrond kleiner. Het opspuiten van de voor bouwgrond bestemde terreinen is zeker economischer dan ophoging ,,in den droge". Waar moeten echter de benodigde, bijna drie millioen m3 zand vandaan komen? Moet daarvoor weer een nieuw watersport centrum gecreëerd worden? Is daarvoor toestemming te ver krijgen? Moetende daartoe te maken gaten open blijven liggen, of moeten ze weer worden gevuld? Zijn voor het vervoer van een dergelijke hoeveelheid vulmateriaal wèl auto's disponibel? Wanneer men van die gaten een vuilstortplaats moet maken, kan men deze immers niet vullen middels spuiten. Ontgraving van 3 millioen m3 zand tot 25 m diepte, hetgeen zelfs al erg diep is, vergt reeds een extra grondaankoop van 120.000 ma, 12 ha, welke uitgave spreker in het rapport niet heeft kunnen ontdekken. Wat de financiële consequenties daarvan betreft, Leiden is een noodlijdende gemeente, en enige soberheid bij het besturen daarvan is niet ongepast. Uitvoering van dit plan kost geld vanaf de eerste onteigeningsdag. Het rapport van de Afdeling Financiën berekent uitsluitend het renteverlies over de grondaankoop en niet over de veel hogere kosten van het bouwrijp maken; dit financieel rapport is daardoor enigszins geflatteerd. De grondprijzen zijn momenteel ge fixeerd op de basis van 1940 en het laat zich aanzien, dat ze dat voorlopig nog zullen blijven. Of men mettertijd tot een andere waardering van de grondprijzen zal komen, is nog de vraag. De grondprijzen worden momenteel verhoogd met de kosten van het bouwrijp maken, echter niet met een eventueel renteverlies op die grond. Men moet er straks dan ook niet verbaasd over zijn, indien het renteverlies het bedrag van één millioen vèr overschrijdt. Het is dan een strop van meer dan een millioen voor de gemeente Leiden en de toestand wordt nog aanmerkelijk ongunstiger, wanneer straks blijkt, dat de te maken ont gravingen moeten worden gevuld, en het bouwvolume niet zo groot is, als thans wordt voorgesteld, zodat de terreinen langer braak zullen liggen. Het voorstel heeft ook een morele zijde. De voorgestelde onteigening maakt op korte termijn diverse personen brodeloos. De tuinders, die reeds meer dan 30 jaren op deze grond een boterham verdienen, kunnen thans nergens anders grond kopen. Voor schadeloosstelling wordt 50 van de grondwaarde uitgetrokken. De schade is echter niet met geld goed te maken. De tuinders zullen de onteigende grond, die nog niet door de gemeente in gebruik wordt genomen, kunnen pachten, telkens voor de termijn van drie maanden; spreker noemt dit geen behoorlijke regeling; zeker is het dit niet voor een tuinder. De tuinders kunnen alleen schadeloos worden gesteld door andere grond. De tuinderijen zijn van groot belang voor de stadsbevolking, die er in de oorlogstijd van heeft geprofiteerd, dat Leiden behoorlijk in de tuinderijen zat. Ook de Zuiderzeevissers zijn niet alleen met geld afgescheept. Li plan „Leiden-Noord" is zeer terecht grond voor de volkstuinders gereserveerd. Waarom is in dit geval dan geen aandacht geschonken aan de beroepstuinders Uitbreiding van het aantal woningen is ongetwijfeld dringend vereist; het zou spreker aangenaam zijn, indien het volgend jaar het gehele contingent kon worden gebouwd. Dubieus is echter de hier gestelde behoeftefactor, evenals de vooronderstelde bouwcapaciteit. Iedere werkelijke verlaging Onteigenen van gronden in de Stadspolder en de (Hendriks e.a.) Bosch- en Gasthuispolder. van deze cijfers betekent langer braak en dus renteloos liggende gronden, hetgeen de gemeente geld zal kosten. Bouwterreinen moeten ongetwijfeld te voren disponibel zijn. De door het College gestelde terreinen voor grondreservering overschrijden echter volgens spreker het noodzakelijke en maken daardoor het risico van geldverlies groter dan strikt noodzakelijk is. De onteigeningsdata dienen volgens spreker zo laat mogelijk te worden gesteld, omdat daardoor de financiële lasten zullen worden gedrukt en de executie voor de betrokkenen zo lang mogelijk wordt uitgesteld. Misschien is het niet zo uit te voeren, dat geen mensen worden gedupeerd, maar ieder jaar uitstel is voor de tuinders een jaar winst; in dat jaar kunnen zij proberen hun bedrijf te verplaatsen. Gedurende het uitstel zou van gemeentewege een serieus onderzoek kunnen worden ingesteld naar de mogelijkheid van grondruiling. Volgens spreker kan voorlopig worden vol staan met de onteigening van de tot en met 1952 voor de woningbouw vereiste percelen; de onteigeningsdatum hier voor kan gevoeglijk worden gesteld op 1 Januari 1950, waarna de verder voorgestelde onteigening in étappes kan geschieden, b.v. voor de overige percelen in „Leiden-Zuid- West" op 1 Januari 1952. De heer Knol heeft bezwaar tegen de wijze, waarop dit voorstel in de Commissie van Financiën is behandeld. Het komt in de laatste tijd herhaaldelijk voor, dat de leden der commissie te weinig tijd voor bestudering van de stukken wordt gelaten. Bij een onbetekenend voorstel moge daar tegen minder bezwaar bestaan, bij een voorstel als nu aan de orde is, mag het niet voorkomen. Met deze ingeslopen slechte gewoonte moet worden gebroken. De commissies moeten de gelegenheid hebben de voorstellen rustig en nauw keurig te overwegen. De leden van de Commissie van Financiën hebben toch, gelijk met de oproep voor de vergadering, de stukken, welke op dit belangrijke voorstel betrekking hebben, een of twee dagen vóór de vergadering der Commissie ontvangen. Het kan gemakkelijk voorkomen en het is te begrijpen, dat een of meer leden der commissie de vergadering onmogelijk kunnen bezoeken; ieder lid heeft toch ook nog zijn dagelijks werk. Het is bij zulk een belangrijk voorstel als dit zeker geen overtollige weelde voor de voorbereiding de tijd van ongeveer één maand te nemen; haast schaadt in dit geval. Bovendien ontvangen de commissieleden niet zelden stukken, welke weer moeten worden teruggezonden of ze ontvangen niet alle stukken. Dit laatste was ook hier het geval. Ook daarin behoort volgens spreker verandering te komen; het moet de leden zijn toegestaan alle stukken voor hun eigen dossier te behouden. Het is te lastig, dat men de stukken niet thuis heeft, wanneer men ze moet raadplegen. Vanmorgen heeft spreker iemand moeten verzoeken naar het Stadhuis te gaan om daar te zien, wat precies in de stukken staat. Bij de bestudering van de stukken zijn enige belangrijke vragen bij spreker gerezen. Alvorens deze vragen te stellen en verdere bezwaren naar voren te brengen, wijst spreker er met nadruk op, dat hij in geen enkel opzicht de nood zakelijkheid van een zo spoedig mogelijke bouw van woningen ontkenteen dergelijke ontkenning zou dwaasheid zijn. Men mag er echter niet blind voor zijn, dat bij dit voorstel grote belangen van de gemeente op het spel staan; rekening dient te worden gehouden met de noodlijdendheid der ge meente en met alle sociale standen in de maatschappij. In zijn rapport geeft de Directeur der Gemeentewerken een becijfering van het aantal woningen, waaraan in de toekomst behoefte zal bestaan. Dit is een plan op betrekkelijk lange termijn. Het is de vraag, of dit juist is. Op het ogenblik is er een groot gebrek aan woningen, maar het staat voor spreker geenszins vast, dat deze toestand zal blijven voort bestaan. Ook vlak na de vorige oorlog was er een schreeuwend tekort op dit gebied, maar in 1930 bestond een groot over schot aan woningen. Uit de statistieken blijkt, dat bij het intreden van een omslag in de conjunctuur niet alleen het gebrek aan woon ruimte afneemt, doch ook de beschikbare woonruimte meer intensief wordt gebruikt; langs twee kanten wordt dan een overschot verkregen. Bij een normale ontwikkeling behoqrt men rekening te houden met alle factoren, ook met de normale verschijnselen in de maatschappij. Ook op dit punt is vol gens spreker voorzichtigheid geboden. Spreker komt thans tot de financiering van de plannen. Uit het rapport van de Afdeling Financiën blijkt, dat het nog niet zeker is, dat de rente later door de gemeente op de grondprijs zal kunnen worden verhaald. Er wordt uitgegaan van 2 rente, maar er wordt een lening met een rente van 3 gesloten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1947 | | pagina 6