MAANDAG 29 SEPTEMBER 1947. 145 Onteigenen van gronden in de Stadspolder en de (van Iterson e.a.) Bosch- en Gasthuispolder. droog zand in de ogen hebben om dit te kunnen geloven. Wanneer de particuliere bouw vooruit kan, zal hij niet zijn afgestemd op de gemeente Leiden, maar daar gaan bouwen, waar de grond het voordeligst te verkrijgen is. Reeds voor de oorlog was de trek naar Voorschoten, Leiderdorp en Oegstgeest groot en de behoefte is thans wel zo groot, dat men er gaarne een trip van een kwartiertje voor over heeft. Er moet worden gebouwd, maar men late zich daarbij niet misleiden door dorre cijfers, waaraan niemand iets heeft, doch richte zich naar de behoefte, die over enkele jaren zal bestaan. Indien men steeds zegt, wat men van plan is te doen, wekt men verwachtingen bij degenen, die hunkeren naar een woning en nu slechts kunnen constateren, dat in Leiden na de bevrijding geen andere woning is gereedgekomen dan het herenhuis, staande op de hoek van de Zoeterwoudse Singel en Fruinlaan. Wat de grond betreft: volgens spreker is hier weer de ambtenaar aan het woord, die keurig uitmaakt, hoe de zaak zal verlopen en denkt, dat door een druk op de knop alles zal gaan, zoals hij het zich voorstelt. In de practijk is het anders. De gemeente heeft een proefje gehad met het terrein aan de Marnixstraat, op welk terrein wel zand was gebracht, maar niet werd gebouwd. De gemeente en de omwonenden hebben daarvan veel ellende beleefd. - Indien er in het gehele plan een misrekening van twee jaar is, komt men al duurder uit. Bij ophoging in den droge loopt men veel minder risico; men kan de zaak van jaar tot jaar aanzien. Stelt men de vraag: waar kan het zand worden gehaald, dan antwoordt spreker, dat de personen, die hiervoor willen zorg dragen, niet stilzitten. In dit verband vestigt spreker de aandacht op het graven van de Katwijkse haven en op de mogelijkheid van het graven van putten door particulieren. In het rapport van Gemeentewerken vraagt men zich ook niet af, waar alle klei voor de stenen en dakpannen vandaan moet komen en dit kan weieens tot grotere moeilijkheden aanleiding geven dan het ver krijgen van zand. Spreker had zich gaarne verder in deze zaak willen ver diepen, maar was daartoe door het gebrek aan tijd niet in staat. Tot het gemeentebestuur zou spreker willen zeggen: bouw veel, maar blijf met beide benen in de werkelijkheid staan. Aan de Wethouder van Fabricage vraagt spreker dringend alsnog de vraag onder de ogen te zien, of het mogelijk is in dit plan grond voor tuinderijen te reserveren. Niet het doordrukken moet de drijfveer van het handelen van de Wethouder zijn, maar wel het tegenover elkaar afwegen van belangen. Indien het plan onveranderd wordt aangenomen, voorziet spreker grote teleurstelling en financiële stroppen, waarom hij het College ernstig in overweging geeft alsnog in het grote plan gronden voor de particuliere tuinbouw te reser veren en ook de Commissies van Financiën en van Fabricage in deze te kennen. De heer Frohwein heeft eerst Zaterdag 13 September, des avonds tegen half tien de stukken ontvangen, welke de daarop volgende Maandag in de Commissie van Financiën zouden worden behandeld. Spreker acht het dienstig, dat, als het College zelf twee dagen voor de bestudering van de stukken nodig heeft, aan de leden van de Commissiën van Financiën en van Fabricage ten minste drie dagen daarvoor worden gelaten, vooral indien het betreft een voorstel, waarvan de uitvoering ongeveer f 3 millioen zal kosten. De leden van de Commissie van Financiën waren nu ge dwongen de zaak te bestuderen, nadat de vergadering der Commissie had plaats gehad. Hieruit is te verklaren, dat spreker thans opmerkingen zal maken, welke hij niet in de vergadering der Commissie heeft gemaakt. Het gaat bij dit voorstel niet om een woningbouwplan, al is hierbij ook sprake van de bouw van woningen. Spreker is een groot voorstander van woningbouw, ook al zijn daaraan zeer grote kosten verbonden; de ingezetenen hebben een dak boven hun hoofd nodig en de gemeente dient in deze tijd de grondlegster te zijn, opdat de ingezetenen inderdaad huisvesting kunnen vinden. Yan de terreinen zullen echter ii» het plan „Leiden-Noord" 22.7 ha van de 32 ha en in het plan ,,Leiden-Zuid-West" 36 ha, te zamen vormende 37 van de te onteigenen gronden, voor recreatiedoeleinden worden bestemd. Uit de cijfers, verzameld door de Chef van de Afde ling Financiën, valt af te leiden, dat de totale kosten aan grond- aanschaffing, schadevergoeding en renteverlies ongeveer 2.855.000.zullen bedragen. Indien de grond uitsluitend voor woningbouw werd gekocht, zou spreker in de Raad geen woord over het voorstel hebben gezegd, maar wanneer het plan onveranderd wordt aangenomen, zal een bedrag van Onteigenen van gronden in de Stadspolder en de (Frohwein e.a.) Bosch- en Gasthuispolder. 1.076.000.nodig zijn voor aankoop van grond, schade vergoeding en renteverlies ten bate van recreatiedoelelnden. Spreker is de Chef van de Afdeling Financiën dankbaar voor de mededeling, dat voor de financiering van deze uitgave een 40-jarige lening zal nodig zijn; zelfs de Afdeling Financiën en de Directeur der Gemeentewerken weten niet, hoe groot deze lening zal moeten zijn. De Raad dient zich er van te voren van te overtuigen, dat de gemeente de grote kosten zal kunnen dragen. Men moet niet nu een sprong maken om later, wanneer de zaak op poten staat, met cijfers te komen, die de Raad dan wel zal moeten aanvaarden, omdat hij dan b zal moeten zeggen, indien hij a heeft gezegd. Naar sprekers oordeel is het College zeer voorbarig met het plan „Leiden-Zuid-West". Volgens de Onteigeningswet moet er een vastgesteld plan zijn, voordat tot onteigening kan worden overgegaan. De Wethouder zal antwoorden, dat dit een voorlopige beslissing is. Nadat deze voorlopige beslissing is genomen en gepubliceerd, zullen de grondeigenaren echter niet in staat zijn contracten af te sluiten, die nadeel voor de gemeente zullen opleveren. Inzover is dus dit voorlopig besluit nu niet direct als zodanig te beschouwen. En dan moet men er aan denken, dat het plan Trekvliet het enige onderdeel is van het gehele plan „Leiden-Zuid-West", dat in middels is goedgekeurd door de Raad en toegezonden aan Gedeputeerde Staten. Voor het plan „Leiden-Zuid-West" baseert men zich verder op het besluit van 6 November 1933, in welk besluit een groot gedeelte van deze gronden staan aangegeven als landbouwgronden, welke gronden nu een geheel nieuwe bestemming zullen krijgen. Het is dus alleszins voorbarig nu de Raad tot onteigening te doen besluitendit is ook niet geheel eerlijk. Immers, men gaat een tour de force bewerkstelligen tegenover de eigenaren van die gronden, terwijl de definitieve bestemming van die gronden nog niet bepaald is. Het plan „Leiden-Noord" is wel de klap op de vuurpijl. Dit plan beslaat 321 ha, die zouden moeten worden onteigend, waarvan maar liefst 22.7 ha voor recreatie-doeleinden bestemd is. Wanneer de Raad nu werkelijk de onteigening van deze gronden doordrijft, omdat het betrekkelijk wel aardig staat zo'n stuk grond kan je toch niet laten liggen, zegt de Wet houder van Financiën, die blijkbaar geheel accoord gaat met zijn ambtgenoot van Fabricage dan bedenke men, dat die velden straks ook zullen moeten worden aangelegd. Bij informatie op het Stadhuis heeft men spreker van hoog tot laag verzekerd, dat men van de kosten daarvan geen idee had, vooral niet van de aanlegkosten. Van plan „Leiden- Noord" is 6 ha bestemd voor sportvelden, die alleen al aan aan leg 50.000.per ha kosten. Alleen voor deze sportvelden komt er dus nog 300.000.bij, om van de overschietende 16 ha recreatiegronden maar niet te spreken; spreker laat het aan de Raad over voor zichzelf te becijferen, wat dat nog wel zal kosten. Wanneer de Raad het geld van de gemeente in deze modderpoel steekt, dit moet spreker van het harthij kan dit niet langer opkroppen komt het daarop neer, dat de Wethouder van de Partij van de Arbeid, wanneer hij straks die velden gaat inwijden, Sint Nicolaaspolitiek voert op kosten van de gemeente. Het gaat toch niet aan dat deze Wethouder Sint Nicolaaspolitiek op kosten van de gemeente gaat voeren om de Communistische Partij, die haar grote aanhang heeft in de Kooi, waar speciaal die recreatieterreinen moeten komen, de wind uit de zeilen te nemen, en daaraan het geld van de gemeente gaat opofferen, om de Partij van de Arbeid in die wijk een stembuszege te bezorgen. De Voorzitter maakt bezwaar tegen de uitdrukking „het voeren van een Sint Nicolaaspolitiek". De heer Frohwein zegt, dat het tenslotte niet anders is. Spreker betreurt tenslotte, dat Wethouder van der Kwaak, behorende tot de zuinige Christelijk Historische Unie, zijn socialistische collega in deze geld wil verschaffen en aldus deze bankroetiers- en avonturierspolitiek ondersteunt. De Voorzitter heeft bezwaar tegen de beide uitdrukkingen „bankroetiers- en avonturierspolitiek". De heer Hendriks zegt, dat vaststaat, dat in Leiden woningen moeten worden gebouwd en wel vele woningendat hiervoor grond bouwrijp gemaakt moet worden, dat die grond daarvoor ter beschikking moet komen, dat die grond practisch niet te koop is op de vrije markt op het ogenblik, en dus door middel van onteigening moet worden verkregen. De vraag hierbij is: hoevele woningen moeten worden gebouwd, in welk tempo moet dit gehele plan uitgevoerd worden en

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1947 | | pagina 5