142 MAANDAG 29 SEPTEMBER 1947. (Voorzitter.) 2°. Een schrijven van de Armenraad, houdende toezending van de begroting 1948 voor die raad. Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt be sloten het schrijven te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders om praeadvies. 3°. Een verzoek van de heer Ir A. A. Lagaay om ontslag als leraar aan het Stedelijk Gymnasium. Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt be sloten het verzoek te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders om praeadvies. 4°. Een schrijven van de Armenraad, houdende inzending ter goedkeuring van de rekening over 1946. Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt be sloten het schrijven te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders om praeadvies. 5°. Een schrijven van Burgemeester en Wethouders van Diever inzake het betuigen van adhaesie aan een door de Raad dier gemeente tot de voorzitter van de Ministerraad gericht adres met betrekking tot de classificatie van ge meenten. Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt be sloten het schrijven voor kennisgeving aan te nemen. 6°. Een verzoek van tuinders in de Bosch- en Gasthuis polder om geen uitvoering te geven aan de plannen tot ont eigening van gronden in die polder. Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt be sloten het verzoek te behandelen bij punt 16 der agenda. 7°. Een verzoek van het lid A. van Dijk om aan Burge meester en Wethouders vragen te mogen stellen over het opdragen van de leverantie van zand voor straatbanen in plan „Leiden-Noord". Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt be sloten het verzoek toe te staan en de interpellatie te doen houden na behandeling van de agenda. De Voorzitter zegt, dat de Raad bij besluit van 28 April 1947 (Ing. Stukken No. 85) 135.000.beschikbaar heeft gesteld voor aanschaffing en opstelling van twee verwarmings ketels voor de gestichten „Endegeest" c.a., verminderd met de opbrengst van de verkoop van de oude ketels. Bij de nadere uitwerking der plannen terzake is echter gebleken, dat behalve de leveringen en werkzaamheden, waarop dit crediet betrekking heeft, nog enige voorzieningen moeten worden getroffen, als het vernieuwen van leidingen, het opstellen van reservoirs met toebehoren, en dergelijke. Het totaal der hogere kosten hiervoor bedraagt ƒ8.500. Burgemeester en Wethouders stellen derhalve voor, be houdens goedkeuring van Gedeputeerde Staten, het bij Raadsbesluit van 28 April 1947 toegestane crediet van 135.000.te verhogen tot 143.500;verminderd met de opbrengst van de verkoop van de oude ketels ad 17.500. en derhalve te bepalen op 126.000.en daartoe vast te stellen de overgelegde ontwerpen tot wijziging van de ge meentebegroting en de begroting van de gestichten „Ende geest" c.a. voor 1947, beide model D, No. 18. Nadat zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming tot onmiddellijke behandeling van dit voorstel is besloten, wordt, eveneens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming, overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wet houders besloten. IV. Benoeming van een onderwijzer aan de Meisjesschool voor U.L.O. (160) De Voorzitter verzoekt mevrouw de Cler, de heer Robbers, mevrouw Vijlbrief en de heer Perquin het stembureau te vormen. Wordt benoemd met algemene (34) stemmen de heer P. Schothuizen, met ingang van een nader door Burge meester en Wethouders te bepalen datum. V. Benoeming van een tijdelijk leraar in de geschiedenis aan de Hogere Burgerschool voor Meisjes. (161) Wordt benoemd met algemene (34) stemmen Dr N. W. Lesquillier, met ingang van de cursus 19471948, tot wederopzeggens, doch uiterlijk voor de duur van die cursus. Overplaatsen van een onderwijzeres naar de school (Voorzitter e.a.) Drie Octoberstraat; c.a. De Voorzitter dankt de leden van het stembureau voor de genomen moeite. (De heer Knuttel komt na het houden der stemming ter vergadering. VI. Voorstel tot het overplaatsen van een onderwijzeres van de openbare lagere school aan de Paul Krugerstraat naar de opleidingsschool voor U.L.O. aan de Drie Octoberstraat. (162) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wet houders besloten. VII. Praeadvies op het verzoek van A. M. de Blauw om rechtsherstel als Directeur der Gemeentewerken. (163) De heer Lombert heeft met genoegen kennis genomen van dit voorstel. Het heeft spreker echter enigszins verwonderd, dat volgens het Ingekomen Stuk het feit, dat de heer de Blauw geen rechtsherstel is verleend, alleen te wijten is aan de beslissing van de toenmalige burgemeester. Het komt spreker voor, dat ook het College, dat dadelijk na de bezetting zitting had, in deze niet geheel vrijuit gaat. Men had onmiddellijk na de bevrijding een andere houding tegenover de heer de Blauw moeten aannemen. Het ver wondert spreker, dat het College zo lange tijd nodig heeft gehad om met dit voorstel ten aanzien van een zo ver dienstelijk ambtenaar te komen. Volgens spreker bestond er allerminst reden voor een dergelijk uitstel. De heer Menken zegt, dat het lange uitblijven van dit voorstel niet de schuld van dit College is. Er zijn te dezer zake talrijke Besluiten geweest en eindelijk is de Wet Rechts herstel gekomen. Het geval van de heer de Blauw was een van de eerste, die het College behandeld heeft. Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. VIII. Praeadvies op het verzoek van het bestuur van de Vereniging voor Christelijk Onderwijs, alhier, om mede werking voor het aanschaffen van schoolboeken ten behoeve van zijn school voor gewoon lager onderwijs aan de Hoge Morschweg. (164) De heer Woudstra kan zich uiteindelijk met dit praeadvies verenigen, maar wijst er op, dat het College het school: bestuur in overweging geeft de kosten van aanschaffing van de gevraagde nieuwe schoolboekjes te bestrijden uit de exploitatie-vergoeding. Dezelfde opmerking wordt gemaakt bij punt 9 der agenda inzake vernieuwing van vloerbedekking en plaatsing van een gasverwarmingsinstallatie. Het moet een eigenaardige indruk op het schoolbestuur maken dit door de Raad te doen uitspreken, aangezien de Raad weet, dat het feitelijk onmogelijk is dergelijke kosten uit de exploitatievergoeding te bestrijden. Deze immers is in het algemeen maar nauwelijks voldoende om de kosten van verwarming en schoonhouden te bestrijden. Wanneer de Raad uitspreekt, dat het gevraagde bedrag uit de exploitatie vergoeding bestreden moet worden, moet er naar sprekers mening iets bij en spreker zou gaarne willen, dat de Wet houder verklaarde, dat het zijn verwachting is, dat de ver goedingen, die de bijzondere schoolbesturen over de afgelopen jaren nog zullen krijgen, voldoende zullen zijn om uitgaven als deze te bestrijden. De conclusie van het praeadvies, dat door inwilliging van deze aanvrage de normale eisen, aan het geven van lager onderwijs te stellen, overschreden zouden worden, acht spreker onjuist ten aanzien van de verandering van methode van taalonderwijs. Men heeft hierbij nog nooit meegemaakt, dat de spelling veranderd werdin het algemeen worden door de jurisprudentie kosten voor verandering van methode wel beschouwd als uitgaven, die krachtens art. 72 voor vergoeding in aanmerking komen. De reden, dat spreker niettemin afwijzend staat tegenover dit deel van het verzoek is, dat de schoolbehoeften worden aangevraagd voor zes jaren tegelijk, terwijl het bij invoering van een nieuwe methode gewoonte is, dit van jaar tot jaar te doen. De heer van Sehaik zegt, dat over de uiteindelijke conclusie te dezer zake tussen het College en de Commissie voor het Onderwijs geen verschil van mening bestaat. Hier bestaat slechts verschil van mening over een enkele zinsnede, over de argumentering. De vraag, of het mogelijk is dergelijke kosten uit de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1947 | | pagina 2