MAANDAG 29 SEPTEMBER 1947. 141 Vergadering van de Gemeenteraad van Maandag 29 September 1947. Geopend te veertien uur. Voorzitter: de Burgemeester, de heer Jhr Mr F. H. VAN KINSCHOT. Secretaris: de heer Mr J. BOOL. Te behandelen onderwerpen: 1° Notulen van de vorige vergadering. 2° Mededelingen. 3U Ingekomen stukken. 4° Benoeming van een onderwijzer aan de Meisjesschool voor U. L. O. (160) 5° Benoeming van een tijdelijk leraar in de geschiedenis aan de Hogere Burgerschool voor Meisjes. (161) 6° Voorstel tot het overplaatsen -van een onderwijzeres van de openbare lagere school aan de Paul Krugerstraat naar de opleidingsschool voor U. L. O. aan de Drie Octoberstraat. (162) 7° Praeadvies op het verzoek van A. M. de Blauw om rechtsherstel als Directeur der Gemeentewerken. (163) 8° Praeadvies op het verzoek van het bestuur van de Vereniging voor Christelijk Onderwijs, alhier, om mede werking voor het aanschaffen van schoolboeken ten behoeve van zijn school voor gewoon lager onderwijs aan de Hoge Morschweg. (164) 9° Praeadvies op het verzoek van het bestuur van de Vereniging voor Christelijk Onderwijs, alhier, om mede werking voor het vernieuwen van vloerbedekking en het plaatsen van een gasverwarmingsinstallatie in zijn school voor gewoon lager onderwijs aan het Plantsoen. (165) 10° Voorstel inzake het beschikbaarstellen van gelden ten behoeve van het doen van bodemonderzoekingen. (166) 11 Voorstel tot het aangaan van een overeenkomst met de Noord-Zuid-Hollandsche Vervoermaatschappij N.V., te Haarlem, en haar rechtsvoorgangsters inzake het overnemen van de rechten en verplichtingen, voort vloeiende uit met bedoelde rechtsvoorgangsters gesloten overeenkomsten. (167) 12° Voorstel inzake het beschikbaarstellen van gelden ten behoeve van het herstellen van twee vloeren in de Stadsgehoorzaal. (168) 13° Voorstel tot het verkopen van een bermstrook van de Haarlemmertrekvaartweg onder de gemeente Noord- wijkerhout aan W. H. Heemskerk, te Noordwijkerhout. (169) 14° Voorstel tot het aangaan van een geldlening. (170) 15° Voorstel van de Burgemeester inzake het verhogen van de jaarwedde van de wethouders. (171) 16° Voorstel inzake het onteigenen van gronden, gelegen in de Stadspolder en de Bosch- en Gasthuispolder. (172) Tegenwoordig zijn 35 leden, te weten: de heren van der Kwaak, van Schaik, Jongeleen, Menken, Wethouders, alsmede de heer Hendriks, mevrouw Braggaar, de heren Smit, Schüller, mevrouw de Cler, de heren Frohwein, Robbers, A. van Dijk, Knol, Balkestein, Riemens, Stolp, Riedel, Aalders, van Iterson, Piena, Ligtvoet, Lombert, mevrouw Vijlbrief, de heren Goslings, Key, Vos, van Oijen, van Weizen, Wilmer, D. J. van Dijk, Perquin, Knetsch, Woudstra, Kortmann en Knuttel. Afwezig zijn de heer Cats wegens verhindering, alsmede mevrouw van Staveren. De Voorzitter zegt, ter herdenking van de dag, waarop mevrouw Braggaar 20 jaren geleden het raadslidmaatschap heeft aanvaard, dat de bijzondere wijze, waarop mevrouw Braggaar haar taak als raadslid vervult, de ijver en de toe wijding, die zij in deze 20 jaren voor de belangen van de gemeente heeft getoond, voor hem aanleiding zijn haar hartelijk dank te brengen voor hetgeen zij in de loop der jaren voor de gemeente heeft gedaan en daarbij de wens uit te spreken, dat het haar gegeven moge zijn nog jarenlang haar krachten in het welzijn van Leiden aan te wenden. Tekenen van algemene instemming). (Mevrouw Braggaar e.a.) Mevrouw Braggaar zegt, dat een 20-jarig raadslidmaat schap op zich zelf niet zo iets bijzonders is; er zijn meer raadsleden, die reeds 20 jaren lid van de Raad zijn geweest, maar het gebeurt niet vaak, dat een vrouw zo lang lid van de Raad is. Op de donkere oorlogsjaren na, heeft spreekster haar raadslidmaatschap op zeer prettige wijze mogen ver vullen; bij de aanvaarding van haar raadslidmaatschap was spreekster het enige vrouwelijke lid, dat de Raad toen telde; spreekster was toen werkelijk enigszins beschroomd, maar het toenmalig College en de toenmalige raadsleden hebben het spreekster mogelijk gemaakt haar werk te volbrengen op de wijze als spreekster gaarne gewild hadmen heeft spreekster beschouwd als volwaardig raadslid en de jaren van haar raadslidmaatschap zijn ook daarom voor haar zo aangenaam geweest, omdat zij daardoor in staat was in het belang van de gemeente het hare te doen, maar ook in het belang van hen, die dikwijls de noodlijdenden worden genoemd, omdat spreeksters arbeid grotendeels ligt op het terrein van het sociale werk. Evenals het toenmalige College schijnt ook het huidige de arbeid van de vrouw in de Raad te waarderen. Spreekster dankt dan ook de Voorzitter voor de vriendelijke woorden, door hem tot haar gericht, en de Raad voor de daarmede betuigde instemming. Ook dankt spreekster de ambtenaren en de vertegen woordigers van de pers voor de welwillende medewerking, die zij van hen heeft ondervonden. In het bijzonder dankt spreekster de Sociaal-Democratische Arbeiders Partij en de Partij van de Arbeid voor het ver trouwen, dat zij blijkens hun afvaardiging in spreekster stelden, en haar fractie voor de kameraadschappelijke hulde, die haar ook door middel van bloemen is gebracht. I. Notulen van de vorige vergadering. De heer A. van Dijk begrijpt, dat de notulen, welke door de Secretaris worden opgemaakt, nooit volledig kunnen weergeven, wat in de Raad is gezegd, maar kan niet inzien, dat deze notulen de hoofdpunten van het verhandelde in de vorige vergadering op de juiste wijze weergeven. De notulen vermelden o. a. „Bij de rondvraag verzocht de heer A. van Dijk de toe zegging van Burgemeester en Wethouders, dat bij het op dragen van werken en leveranties met de belangen van de te Leiden gevestigde bedrijven rekening zal worden gehouden. De heer Jongeleen zegt, dat dit in het algemeen wordt gedaan, maar dat ook andere factoren een rol spelen." Wethouder Jongeleen heeft echter gezegd, op de door spreker gestelde vraag niet te kunnen antwoorden, waarna de Voorzitter spreker de raad heeft gegeven een interpellatie aan te vragen, indien hij niet door het antwoord van de Wethouder was bevredigd. De clausule in de notulen wekt de indruk, dat spreker een vraag heeft gesteld, die niet logisch is, omdat altijd een aanbesteding wordt gehouden. Juist het niet houden van een aanbesteding gaf spreker aanleiding tot het stellen van zijn vraag. Spreker kan dan ook niet zijn goedkeuring aan de notulen hechten. De Voorzitter merkt op, dat het niet mogelijk is datgene, wat de Raadsleden zeggen, woord voor woord in de notulen op te nemen. De notulen van het verhandelde in de vergadering van 8 September 1947 worden vastgesteld. II. Mededelingen. De Voorzitter deelt mede, dat: 1. Gedeputeerde Staten hun besluit van 11/14 December 1946 inzake de salariëring van de secretarissen en de ont vangers hebben gewijzigd. 2. Gedeputeerde Staten hebben goedgekeurd het besluit van de Raad van 3 Maart 1947 tot wijziging van de begroting 1946 in verband met het toekennen van een 10 tijdelijke toelage aan het gemeentepersoneel. Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt be sloten de mededelingen voor kennisgeving aan te nemen. III. Ingekomen Stukken. De Voorzitter deelt mede, dat zijn ingekomen: 1°. Een adres van het bestuur der Stichting R.K. Biblio theek inzake zijn verzoek van 13 Juni 1947 om subsidie. Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt be sloten het adres te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders om praeadvies.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1947 | | pagina 1