88
VRIJDAG 20 JUNI 1947.
Gemeentebegroting Algemene beschouwingen.
(Menken e.a.)
deze kwestie ooit bij bet College aanhangig heeft gemaakt;
zij is enige weken geleden aanhangig gemaakt door de direc
teur van de Gemeentelijke Geneeskundige- en Gezondheids
dienst, die met de plannen ver gevorderd is en weldra de
kwestie van de E.H.B.O.-mensen in de commissie zal ter
sprake brengen.
Het overleg omtrent het personeel van de Sportstichting
wordt voorgezet; in welke richting het precies zal gaan, kan
spreker op het ogenblik niet zeggen.
Met betrekking tot het verlof van het personeel der ge
stichten wordt de door de heer Hendriks bedoelde bepaling
in het algemeen zeer soepel toegepast en practisch beperkt
tot het eerste jaar van het dienstverband. Verschillende ver
ordeningen zijn tamelijk verouderd en zullen bij de her
ziening op dit punt zeer zeker in een juiste vorm moeten wor
den gegoten.
De vraag, of het het College bekend is, hoe het gist en kookt
onder het personeel, kan spreker volmondig met „ja" beant
woorden. Daarom is onlangs bij de Vereniging van Neder
landse Gemeenten met nadruk de aandacht gevestigd op het
ellendige plafond, daarom is er ook op gewezen, hoe groot de
zuigkracht van het bedrijfsleven is, waardoor de gemeenten
zonder goede ambtenaren en vaklieden dreigt te komen;
daarom zal ook ondanks de vacanties worden doorgewerkt aan
de herclassificatie en de nieuwe salariëring. Spreker meent
met een gerust hart te kunnen zeggen, dat Burgemeester en
Wethouders ten deze volkomen op de hoogte en diligent zijn.
Het College is echter voor een groot gedeelte gebonden. De
organisaties weten dit trouwens volledig. Ben van de ambte
naren van het Stadhuis heeft onlangs in het Georganiseerd
Overleg namens de organisaties een woord van dank gesproken
voor de wijze, waarop het gemeentebestuur heeft getracht
er uit te halen, wat er uit te halen is. Leiden heeft een groot
aantal ambtenaren en werklieden en spreker ziet het behar
tigen van de personeelszaken niet slechts als het toepassen
van de gemeentelijke verordeningen. Men heeft altijd te
bedenken en het College doet dit regelmatig dat een
gerechtvaardigd loon behoort teworden gegeven om een
menswaardig bestaan mogelijk te maken.
Spreker doet dan ook thans een beroep op de ambtenaren
en werklieden, zowel op ieder individueel als op allen in
georganiseerd verband, om vertrouwen te hebben in de
leiding van het gemeentebestuur, opdat dit met de organi
saties hun belangen zal kunnen behartigen ter plaatse, waar
dit noodzakelijk is en met vrucht kan geschieden. Spreker is
er van overtuigd, dat, wanneer hopelijk binnenkort ook het
vraagstuk van de medezeggenschap aan de orde kan worden
gesteld, het College mede daardoor bewijzen van zijn ernstig
pogen, de belangen van het gemeentepersoneel te dienen,
zal kunnen geven.
Ten slotte doet spreker een beroep op de Raad, ook in
deze vertrouwen en enig geduld te hebben en wel te be
seffen, dat niet alleen Rome, doch ook alle zaken van de
naoorlogse tijd niet in één dag kunnen worden gebouwd.
De heer Jongeleen wenst zijn antwoord te verdelen in de
hoofdstukken: uitbreidingsplan, grondpolitiek, woningbouw,
verkeer en Reinigingsdienst.
Wat het uitbreidingsplan betreft, is het de bedoeling
van het College het herzieningsplan-Noord in de Raads
vergadering van 11 Juli a.s. aan de orde te stellen. De her
ziening van de uitbreidingsplannen Zuid, Zuidwest en
Morschwegkwartier is op het ogenblik in behandeling.
Wat het herzieningsplan-Noord aangaat, kan spreker nu
reeds mededelen, dat met de Spoorwegen geen overeen
stemming is bereikt. De lijn, die aanvankelijk geen betekenis
voor de Spoorwegen had, heeft thans daarvoor zoveel waarde
gekregen, dat zij niet kan worden opgeheven.
Na het vaststellen van het uitbreidingsplan van 1933 is
er een weg geprojecteerd, die de Rijkswegen 4 en 4a zou
verbinden en zou lopen van het Papenmeer via de Vink,
waar een grote brug over het Galgewater en een viaduct
over de spoorbaan zouden worden gebouwd, naar het reeds
gebouwde viaduct bij de Morschweg. In 1939 was het plan
zeer goed en zeer aantrekkelijk voor de gemeente: bij het
kruispunt Morschweg zou de weg aansluiten aan de weg
naar Amsterdam en die naar Den Haag.
In verband met de voortgaande uitbreiding van de ge
meente en de nog steeds voortdurende stijging van het
inwonertal is echter herziening van het uitbreidingsplan
noodzakelijk. Indien de zoeven aangeduide weg inderdaad
werd aangelegd, zou Leiden worden ingesloten. In overleg
met het bestuur van Rijk en provincie zal al het mogelijke
worden gedaan het tracé van de geprojecteerde weg te wijzigen.
Het nu geprojecteerde kruispunt en het reeds bestaande
betonnen viaduct zullen tot ongeveer 400 m voorbij de
Gemeentebegroting Algemene beschouwingen.
(Jongeleen.)
Haagse Schouw moeten worden verplaatst en komen tussen
de Haagse Schouw en den Deijl. Het voordeel daarvan is,
dat de weg, komende uit de richting van Amsterdam, be
zijden Rhijnhof zal komen te liggen en de geprojecteerde
weg van de Vink naar het viaduct aan de Morschweg, voor
zover het betreft het gedeelte dat ligt in het Morschkwartier,
uit het uitbreidingsplan zal verdwijnen en ten westen van
de Rijn zal worden aangelegd. Het aantrekkelijke van deze
oplossing is verder, dat ook in plan Zuid-West meer ruimte
komt voor bebouwing en een betere aansluiting mogelijk is
van deze weg aan de Haagweg bij de Vink. Waar de eerst
bedoelde weg 15 jaar geleden mede op dringend verzoek
van het gemeentebestuur is geprojecteerd, ligt het voor de
hand, dat het voor hetzelfde gemeentebestuur thans uitermate
moeilijk was, nu de aanleg halverwege is voorbereid, aan
de betrokken organen te verzoeken de weg in het plan te
verleggen. Vele besprekingen en onderhandelingen hebben
plaats gehad; ook is er veel over gecorrespondeerd. Het
College heeft de indruk, dat binnenkort een besluit over
eenkomstig de wens van het gemeentebestuur zal worden
genomen.
De dienst van Gemeentewerken beschikt thans over
voldoende gegevens om bij het herzien van het uitbreidings
plan rekening te houden met de wensen, welke bestaan met
betrekking tot het maken van recreatie-oorden op korte en
lange afstand, waar zulks nuttig en nodig is.
Het heeft spreker verheugd, dat de heer van Iterson
over de grondpolitiek, waarschijnlijk uit zakelijke over
wegingen, heeft gezwegen. Ook spreker zal thans over de
grondpolitiek niets zeggen, omdat het College binnenkort
een uitvoerig rapport omtrent de te voeren grondpolitiek
aan de Raad zal overleggen. Voor het bouwen van huizen is
grond nodig. Het zal een taak niet alleen van het College,
maar voor een belangrijk gedeelte ook van de Raad zijn om
te zorgen, dat de grond beschikbaar komt.
Wat de woningbouw betreft, gelooft spreker, dat, al is
er dan ook geen reden om tevreden te zijn, er ook geen reden
is voor pessimisme, wanneer men rekening houdt met de
moeilijkheden, waarvoor de besturen van Rijk en Gemeente
worden geplaatst bij de verdeling van de materialen, en met
de omstandigheid, dat het College na de korte tijd, gedurende
welke het aan het bewind is, kan verklaren, dat 82 woningen
hun voltooiing naderen en binnenkort 103 woningen er aan
zullen kunnen worden toegevoegd.
Het tekort aan woningen bedraagt op het ogenblik 3.000.
Het jaarlijks tekort is ongeveer 400. Wil men het bestaande
tekort in 10 jaar inhalen, dan zal men 700 woningen per jaar
dienen te bouwen, waarbij belangrijke zaken aan de orde
komen, waarover de Raad bij de behandeling van de grond
politiek zal kunnen spreken. Vóór de oorlog werden ge
middeld 80 woningen per hectare gebouwd. In verband met
de eisen, welke tegenwoordig worden gesteld, ook wat betreft
de verdeling van het groen in de bouwplannen, is het aantal
thans gedaald tot 45 per hectare. Een klein rekensommetje
doet blijken, hoeveel grond per jaar voor de woningbouw
nodig is en kan doen vermoeden, hoeveel kosten er aan
verbonden zijn. Tussen de huidige kosten van woningbouw
en die van vóór 1940 bestaat een zeer groot verschil. De
huur van de 103 woningen zal een tekort van 8.per
woning per week opleveren. Indien het Rijk op het standpunt
blijft staan, dat 25 daarvan voor rekening van de gemeente
komt, zal de gemeente op deze woningen ruim 10.000.
per jaar moeten bijpassen. Worden 700 woningen per jaar
gebouwd, dan wordt dit bedrag naar de schatting op deze
grondslag 70.000.
Het laagste bedrag, waarvoor bij de aanbesteding van
de 103 woningen werd ingeschreven, bedroeg 1.465.580.
(de prijs van de grond is daarbij dus niet inbegrepen). Be
rekend naar deze maatstaf zal de bouw van 700 woningen
ongeveer 10 millioen gulden kosten.
Spreker geeft deze cijfers niet om de Raad af te schrikken,
maar wel om aan te tonen, dat men bij het vaststellen van
het tekort van millioen gulden op de begroting ook te
maken heeft met een gevolg van de oorlog.
De vraag van de heer Schüller, wat er zal geschieden
bij de verdere bouwplannen, nu bij het plan van de 103
woningen drie woningbouwverenigingen aan bod zijn ge
komen, vindt spreker zeer naïef. De heer Schüller kan weten
en weet ook, dat bij de besprekingen in de federatie van
woningbouwverenigingen de voorwaarde is gesteld, dat de
andere drie woningbouwverenigingen, die evenzeer gebrand
zijn op het bouwen van woningen, aan bod zullen komen,
wanneer de toewijzing van woningen voor andere gedeelten
van de gemeente zal zijn verkregen en dat het de bedoeling
is aan deze voorwaarde te voldoen.
Hetzelfde geldt ten aanzien van de architecten. De ver-