VRIJDAG 20 JUNI 1947. 87 Gemeentebegroting Algemene beschouwingen. (Menken.) stromingen is het bereikte resultaat zeker niet voor het gering ste deel toe te schrijven aan deze documenten. De opzet van de sociale wetgeving in Nederland door Tal ma, en Aalberse, die voor vele landen toonaangevend is geweest, èn de ontwikkeling daarvan wordt hierbij beroept spreker zich op prof. van der Ven van de Economische Hogeschool te Tilburg gekenmerkt door twee aspecten, n.l. de noodzaak om in te grpijen en de juridische vormgeving. Spreker herinnert zich uit de jaren omstreeks 1920 nog zeer goed dat toen nog wel eens gesproken werd over de arbeiders, die geen rechten hadden, maar enkel plichten spreker hoopt van harte dat sinds het ogenblik waarop aan de rechten van de arbeider juridische vorm en juridische inslag gegeven is, deze theorie afgedaan heeft. Na de laatste wereldoorlog is echter naast het sociale aspect van het arbeidsrecht ook opgekomen het economisch aspect. Spreker maakt op dit punt tot de zijne de woorden van dr Koenraad in diens Handboek der maatschappij-leer, dat in de verhouding kapitaal arbeid radicaal gebroken moet worden met alles wat herinnert aan de opvatting, als zou de arbeidskracht op één lijn staan met gewone koopwaar. De arbeidsverrich- ting moet gezien worden als een uiting van maatschappelijk dienstbetoon, die de persoonlijke waardigheid en de per soonlijke doelstelling van haar drager deelt en die bij gevolg zowel voor sociale als voor economische aangelegenheden door een sfeer van recht is omgeven. En verderop zegt dr Koenraad: „In nieuwe organen zal naar de maatstaf van recht en billijkheid medezeggenschap tot uiting komen, inzake loon- en arbeidsduur, veiligheid, zedelijke en hygiënische toestanden technisatie en rationalisatie, kortom in alle zaken waarbij de arbeider mede verantwoordelijkheid heeft te dragen." In deze richting zal naar sprekers mening de medezeggen schap gaan. Spreker zegt: zal gaan, omdat veel van de mede zeggenschap nog theorie is, en nog zeer weinig is gecon cretiseerd. Anderen zullen misschien opmerken, dat het in die richting sneller moet gaan, weer anderen zullen zeggen, dat het in die richting fout gaat. Inzake het economisch aspect van de arbeid beroept spreker zich op Thomas van Aquino, die in zijn Summa Theologica tot deze stelling komt: God heeft aan de arbeid, naast een meervoudige ethisch en een alles dominerend einddoel, eerst en vooral een econo misch doel gesteld. Spreker ziet niet in waarom niet voor de factor arbeid een sociaal èn economisch recht zich zou baan breken. Ten aanzien van hetgeen door de verschillende sprekers over de medezeggenschap is gezegd, ligt het accent vanzelf sprekend nogal verschillend. Hetgeen de een noemt uitbrei ding van democratie, op economisch terrein, acht de ander misbruik van het woord democratie. Het zij de opponenten tot troost, dat er wel meer woorden zijn, die een dubbele betekenis hebben, in de volksmond althans. De heer van Weizen meent, dat inzake de medezeggen schap de partijen een eindweegs kunnen samengaan en hij acht het voorstel-Schüller inzake de medezeggenschap niet veel meer dan een technische herziening van het dienst commissie-reglement. Even later voegde hij daaraan echter toe, dat er wellicht meer nodig is dan overleg ter plaatse. Daarmede is in deze quaestie de spijker op de kop geslagen. De mening van de heren Schüller en Wilmer, dat het College dit grote vraagstuk aan de kapstok van het Centraal Orgaan zou hebben opgehangen, is wel zeer zonderling. Het Centraal Orgaan is de samenbundeling inzake de perso- neelvraagstukken van alle gemeentebesturen, die daarin en daardoor samenwerken in centraal overleg met de top- besturen van de organisaties van Overheidspersoneel. In dien iets van belang is voor de autonomie van de gemeenten, dan is het juist dit Centraal Orgaan, waarin èn de gemeente besturen èn de organisaties eigen standpunten bepalen. En wanneer er nu in deze Raad één man is, die getamboe reerd heeft op het samengaan in het Centraal Orgaan, op grond van het zeer juiste motief, dat dit de taak van het plaatselijk Georganiseerd Overleg zou verlichten, dan is het wel de heer Schüller geweest. En juist dit urgente, maar ook zeer ingrijpende vraagstuk is niet het minst door de organisa ties van Overheidspersoneel verleden jaar in bespreking ge geven bij het Centraal Orgaan, omdat dit vraagstuk zich overal voordoet. Het concept-reglement voor de dienst commissies is in de zomer van 1946 aan verschillende gemeen tebesturen toegezonden; de gemeentebesturen, toen aange sloten bij het Centraal Orgaan, vroegen aan deze instantie enig advies. Het Centraal Orgaan, waarmede dus de ver tegenwoordigers van ambtenaren en werklieden regelmatig overleg plegen, heeft toen dringend verzocht daarvan zijn de topbesturen op de hoogte geen locale beslissingen te nemen voordat het Centraal Orgaan in overleg met de Gemeentebegroting Algemene beschouwingen. (Menken.) organisaties een bepaalde richtlijn had aangegeven. Nu zoekt het College aansluiting bij het Centraal Orgaan, mede met het oog op dit belangrijke vraagstuk en nu wil men blijkbaar ter plaatse een boom opzetten over dit vraagstuk der medezeggenschap, waartoe brieven en voorstellen ter tafel komen. Tegen het opzetten van een boom over dit urgente en voor iemand, die aan een Economische Hogeschool ge studeerd heeft, zeer aantrekkelijke vraagstuk heeft spreker geen bezwaar, maar wil dat gesprek vruchtbaar zijn, dan moet spreker niet alleen zich persoonlijk een mening over dit vraagstuk gevormd hebben, maar dan moet tenminste het standpunt van het College enigszins bepaald zijn. De be paling van dit standpunt is nu wel niet totaal afhankelijk van het advies van het Centraal Orgaan, maar toch wil men daarmede wel enigszins op de hoogte zijn. Dat is toch waarlijk niet een quaestie, die men met een handomdraaien oplost. De Stichting van de Arbeid doktert al zeer lang bij de geboorte van de medezeggenschap in het bedrijfsleven; het Centraal Orgaan zit op dit punt niet voor niets eveneens met moei lijkheden, mede met het oog op het feit, door de heren Woud stra en Knol naar voren gebracht, dat Overheidsbedrijven nog wel een ander kantje hebben dan private bedrijven. Spreker is het met de heer Knuttel volkomen eens, dat men niet in juristerij het summum moet zoeken, maar wanneer een en ander niet ten minste juridisch kan worden gefundeerd, heeft men er voor de toekomst niet veel aan. De opmerking van de heer Schüller, dat de organisaties met betrekking tot dit vraagstuk met een kluitje in het riet worden gestuurd, vindt spreker beledigend. Toen het Georganiseerd Overleg in Leiden nog niet functionneerde, hadden de organisaties regelmatig contact met het gemeente bestuur. Ook over dit onderwerp is weieens van gedachten gewisseld. In het Georganiseerd Overleg is over dit punt open kaart gespeeld. Hoe rijmt men het in Leiden nu zeer snel medezeggenschap invoeren met b.v. de salarisacties, waarbij de organisaties om zeer begrijpelijke redenen wel degelijk aansluiting bij de landelijke regeling zoeken? Dan dient men ook consequent te zijn en nu niet plotseling de gemeentelijke autonomie naar voren te schuiven om dit vraagstuk ter plaatse te bedokteren. Is men ontevreden, dat het Centraal Orgaan nog te weinig van zich deed horen? De raad heeft gisteren besloten, dat de gemeente er zich bij zal aansluiten; over de precieze stand van zaken is het College uiteraard niets bekend. Wel is het College voornemens van dit lidmaatschap ter dege ge bruik te maken en aan te dringen op spoed, wanneer naar zijn mening niet voldoende spoed zou zijn betracht. Daartoe is noch een voorstel, noch een motie nodig. Het College heeft met betrekking tot de medezeggenschap geen papieren weg te moffelen; het heeft ook geen kapstok nodig; maar het zal binnen de kortst mogelijke tijd met voor stellen komen. Eerst dan is het punt van samenspreking aan wezig en bestaat de mogelijkheid, dat Burgemeester en Wet houders een gefundeerd praeadvies over de motie van de heren Wilmer en van Oijen uitbrengen. Enkele leden schijnen te vergeten, dat er op het Stadhuis ook nog wel iets anders dan alleen personeelszaken te behan delen zijn. De heer Schüller behoeft slechts te informeren bij zijn fractiegenote, die lid van de districtsraad voor het consumentencrediet is, om te vernemen, welk werk aan de winkel was en is. Hij is toch geen vreemdeling in Jeruzalem! Maandenlang is de afdeling Financiën annex Personeels zaken overbelast geweest met het klaarstomen van deze begroting. Grote vraagstukken moesten daardoor even blijven liggen. Noch Burgemeester en Wethouders, noch de ambte naren zijn automaten, waarbij men slechts op een knop be hoeft te drukken om alles klaar voor de levering te ontvangen. Spreker komt thans tot de behandeling van verschillende kleinere zaken van het personeelsbeleid. In antwoord op de vraag van de heer Lombert, of slechts van herclassificatie van werklieden sprake is, deelt spreker mede, dat de her classificatie van de ambtenaren tegelijkertijd zal plaats vinden. Het zij de heer Schüller, die zich voornamelijk verbaast over het antwoord van het College in zake het personeel van de Gemeentelijke Geneeskundige- en Gezondheidsdienst, tot troost, dat de verbazing ook aan de kant van het College is. De vraag om het Arbeidsovereenkomstenreglement, en met name artikel 7 daarvan, toe te passen, is op zich zelf heel normaal. Er is echter wel van enige overdrijving sprake, wanneer wordt gezegd, dat alle andere bepalingen naar willekeur worden toegepast. De heer Schüller overdrijft, wanneer hij in de Raad verklaart, dat het personeel rechteloos is, terwijl van de 68 artikelen een paar naar zijn mening niet precies worden toegepast. Van overdrijving is te meer sprake, nu noch het betrokken personeel, noch enige organisatie

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1947 | | pagina 7