110 VRIJDAG 20 JUNI 1947. Gemeentebegroting Uitgaven. (van der Kwaak e.a.) 150 hoger dan die van 1940 te brengen. De drie topstukken, in 1940 verzekerd voor 1 millioen, zijn thans verzekerd voor 1,5 millioen, voor de overige schilderijen zijn deze getallen respectievelijk 600.000.en 1.100.000.en voor de voorwerpen 209.000 en 472.000. Het College heeft van de directeur een voorstel ontvangen, volgens hetwelk de directeur met de assistentie van enkele deskundigen een hertaxatie van alle stukken wil doorvoeren. Aan het verzoek van de heer Knol kan dus zeer zeker worden voldaan Volgnr. 656 wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen. De volgnrs. 657 tot en met 697 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. Beraadslaging over volgnr. 698, luidende: „Kosten van ziekenverpleging in de wijkgebouwen van 12.000.—." De heer Goslings zegt verheugd te zijn, dat de Wethouder de heer Meuken heeft toegezegd, dat in principe tot coördinatie van de verenigingen voor wijkverpleging besloten is, niet alleen op grond van de door spreker genoemde motieven, maar ook van andere omstandigheden. Dit laatste kan spreker niet beoordelen, nl. of bij al deze verenigingen het werk wel geheel op reële basis gebeurt, maar dit kan bij deze begro ting niet meer veranderd geworden. Spreker zou echter zekerheid willen hebben, dat de begroting van deze vereni gingen in de toekomst sociaal-medisch en finantieel geheel verantwoord is en dat door de Wethouder van Financiën en van Sociale Zaken of door de Gemeentelijke Geneeskundige en Gezondheidsdienst een zo sterk mogelijke contróle wordt uitgeoefend en dat men rapporten eist. Spreker verzoekt de Wethouder bij toekomstige subsidies een dergelijke con tróle te eisen. De heer Menken zegt, dat financiële rapporten steeds gevraagd worden. Bovendien heeft de Directeur van de Gemeentelijk Geneeskundige- en Gezondheidsdienst een half jaar geleden ook de medische rapporten opgevraagd, om te zien, wat door de wijkverpleging tot stand was gebracht. Slechts een enkele vereniging heeft op deze wens met een weigering gereageerd. Juist in verband daarmede is het zo dringend nodig een en ander te accentueren; dan kan men ook met de wens van de heer Goslings rekening houden. Volgnr. 698 wordt zonder hoofdelijke stemming aange nomen. De volgnrs. 699 tot en met 701 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. Bij volgnr. 702 wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming besloten tot het toekennen aan de Zita-vereniging, afd. Margarita van Cortonastiehting, van een subsidie over 1947 van ten hoogste 1.000.volgens het overgelegde ontwerp-besluit, waarna dit volgnr. eveneens zonder beraad slaging of hoofdelijke stemming wordt aangenomen. Bij volgnr. 703 wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming besloten tot het toekennen van een subsidie over 1947 aan de Vereniging „Christelijke Jeugdhulp", van ten hoogste 500.volgens het overgelegde ontwerp besluit, waarna de volgnrs. 703 tot en met 705 eveneens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming worden aangenomen. Bij volgnr. 706 wordt de begroting voor 1947 van de Stedelijke Werkinrichting zonder beraadslaging of hoofde lijke stemming goedgekeurd, waarna dit volgnr. eveneens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt aan genomen. Volgnr. 707 wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. Bij volgnr. 708 wordt de begroting voor 1947 van de Armenraad voor de gemeente Leiden, zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming goedgekeurd, waarna dit volgnr. eveneens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt aangenomen. De volgnrs. 709 tot en met 717 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. Gemeentebegroting Uitgaven. (Piena e.a.) Beraadslaging over volgnr. 718, luidende: „Voorschotten op lonen aan de gezinnen van arbeiders, die in Duitsland en in Frankrijk zijn te werk gesteld. Memorie." De heer Piena dankt het College voor de uitvoerige inlich tingen, die het verstrekt heeft over de terugvordering van voorschotten op de lonen van arbeiders, tewerkgesteld in Duitsland of Frankrijk. Is het niet mogelijk deze gehele zaak nog eens te bezien, omdat de terugvordering van 136.000. die nog moet plaats hebben toch altijd allerlei moeilijkheden medebrengt? Deze personen, die door de bezetter naar Duits land zijn gesleept, krijgen achteraf nog een rekeningetje gepre senteerd van voorschotten, die op de lonen verleend zijn, tengevolge van omstandigheden, die zij vaak niet in de hand hebben gehad. Spreker vraagt zich echter af, of de moeilijk heden en de kosten, verbonden aan het ophalen van deze gelden aan 360 adressen, gedurende een groot aantal jaren er zijn mensen, die jaren lang moeten afbetalen, bedragen soms van 700.of 800.niet zo groot zijn, dat een aan zienlijk deel van de op te halen gelden daarmede gemoeid zal zijn. Nu is deze zaak in Den Haag sinds kort overboord gezet en geliquideerd; ook in andere gemeenten overweegt men dit. Spreker verzoekt het College om op een gegeven ogenblik deze gehele terugvordering te laten vervallen. De heer Menken zegt, dat dit inderdaad een zeer netelig vraagstuk is, met talrijke kanten. Het College heeft zich, tezamen met de Dienst van Sociale Zaken, geregeld daarmede bezig gehouden. Het is best mogelijk, dat ook het College op een gegeven ogenblik het tijdstip gekomen acht om deze zaak zelfstandig te liquideren. Door allerlei omstandigheden en om bepaalde beweegredenen acht het College dit moment nog niet gekomen. Juist ook vanwege het onbillijke, dat in het geval zit, is het bij het College in ernstige overweging. Er is samenwerking met het Gewestelijk Arbeidsbureau geweestde inspectie van het Rijksarbeidsbureau heeft er het een en ander in te zeggen gehad. Het College is diligent, maar heeft geen besluit kunnen nemen. Wat de heer Piena van Den Haag heeft gezegd, is voor spreker nieuw. Volgnr. 718 wordt zonder hoofdelijke stemming aange nomen. De volgnrs. 719 tot en met 726, 726», 727 tot en met 752 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofde lijke stemming aangenomen. Beraadslaging over volgnr. 753, luidende: „Kosten der algemene fraude en diefstalverzekering 80.—". De heer Keij herinnert er aan, dat de Raad kortgeleden heeft besloten tot de aanstelling van een arts voor inwendige ziekten en een voor de pathologische anatomie bij de Gestich ten. Uit de toelichting van het voorstel is gebleken, dat de psychiatrische verzorging van de patiënten nog zeer onvol doende is te noemen. Aan het gesticht Endegeest zijn ver bonden een directeur-psychiater, een psychiater en een assistent-psychiater. Deze drie psychiaters zouden het werk gemakkelijk af kunnen, ware het niet, dat de directeur tevens was belast met de administratie en de arts-psychiater met de dienst buiten de Gestichten. Er kunnen daardoor ogenblikken zijn, waarop de Gestichten zijn overgelaten aan de zorg van de assistent-arts. De nieuwe behandelings wijze bij de psychiatrische verzorging maakt meer controle nodig, waardoor de benoeming van de arts-internist zeer gerechtvaardigd was. Door deze behandeling moet een zeker percentage van de patiënten van Endegeest ook psychiatrisch nauwkeuriger gevolgd worden dan vroeger nodig was, toen deze behandeling niet werd toegepast en de patiënten een voudig verpleegd werden. Spreker is over het schriftelijk antwoord van het College niet geheel voldaan en dringt er daarom bij het College op aan, dit vraagstuk nog eens nader te bekijken. De Voorzitter zegt, dat juist door de komst van de twee nieuwe doctoren de overige psychiaters voor hun werk meer vrije tijd krijgen. Bovendien komen er nog twee assi stenten. Nadere overweging van deze zaak acht het College niet noodzakelijk. De praktijk zal uitwijzen, hoe het daar zal lopen; zo nodig kan deze zaak altijd nog bezien worden. De volgnrs. 753 tot en met 800, 800a en 801 tot en met 803 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofde-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1947 | | pagina 30