82 VRIJDAG 20 JUNI 1947. Gemeentebegroting Algemene beschouwingen. (Goslings.) de officiële sociale geneeskunde o.a. op de gebieden van de chronische ziekten een achterstand had in te halenals voorbeelden noemde spreker rheuma, hartziekten en diabetes. Spreker maakt van nabij mede, hoe een groot gedeelte van de bevolking niet alleen lichamelijk lijdt en hoe minder kapitaalkrachtigen onder zeer slechte omstandigheden met pijn en ziekte moeten doorwerken vanwege hun sociale omstandigheden, hetgeen ook leidt tot zeer ernstig psychisch lijden, daar deze mensen niet weten, hoe zij in de toekomst voor zich zelf en hun gezin moeten zorgen. Op dit punt moeten nog enorme sociale voorzieningen en voorzorgsmaatregelen getroffen worden. Verder bepleit spreker uitbreiding van de gezondheidszorg en van de zorg voor ouden van dagen, die met de algemene verbetering van de gezondheidstoestand en met de verlenging van de levensduur een zeer ernstig probleem vormen; in de Angel-Saksische landen vormt de leer der ouderdomsziekten dan ook reeds een apart vak. On getwijfeld is het Rijk in deze opzichten ook actief; er zijn verscheidene inspecteurs op dit gebied, maar ook de gemeente kan haar gedachten en plannen in dit opzicht reeds uitwerken dat behoeft niet te wachten op een algemeen plan van Staats wege. Wij hebben rekening te houden met de toekomstige ontwikkeling van de gezondheidszorg; men zal in Nederland toch vermoedelijk nooit het systeem krijgen, dat alles van bovenaf door de Staat geregeld wordt. Spreker wil als socialist een grote invloed van de Staat, maar hij begrijpt dat de verhouding van de arts met zijn patiënt een zeer persoonlijke is, waarbij allerlei quaesties van geloof en levensovertuiging zich voordoen, die men niet kan en mag miskennen. De gemeente nu moet op dit gebied activiteit tonen door in elk geval het particulier initiatief, dat inderdaad op het gebied van de geneeskunde vele mooie dingen bereikt heeft, te stimuleren en te coördineren. Spreker wil dus niet propageren een gemeentelijke gezondheidsdienst, die alles moet regelen en op elk gebied voorzorgsmaatregelen moet nemen, maar spreker staat voor ogen een interprovinciale gezondheidsraad als in Gelderland opgericht is door het Wit-Gele Kruis en het Groene Kruis, welke beide consul- tatie-bureaux gemeenschappelijk exploiteren, hetgeen voor een goede medische verzorging zeer vele voordelen heeft en bewijst, wat men in federatief verband kan bereiken. Blijkens de oprichting van medische centra in de Angelsaksische landen toont men daar hoe langer hoe meer begrip voor de gedachte, dat de geneeskunde curatief èn voorbehoedend moet werken. In de toekomst zal men de geneeskunde steeds meer gaan zien als een voorbehoedende zorg. Niet zal elke wijkverpleging op zich zelf moeten werken, zonder coördi natie, medisch en financieel; deze zorg zal aanzienlijk beter kunnen plaats hebben, wanneer vanuit de Geneeskundige Dienst een centraal reguleringsplan wordt ontworpen, met zo veel mogelijk vrijlating van ieder op zijn eigen gebied. Voorts is men in Engeland en Amerika tot de overtuiging gekomen, dat een mens niet genezen is, wanneer hij het ziekenhuis verlaat, maar dat men deze mensen moet op vangen in verpleeghuizen en daarna thuis met een goede nazorg. Zij kunnen langzamerhand weer in hun beroep terugkomendesnoods kan men hun een ander beroep geven. Dat heeft een uitgebreide nazorg met vele sociale werkers en werksters nodig. Het is een organisatie, waarbij het gemeentebestuur actief en controlerend kan optreden. Gebeurt het met particulier initiatief, prachtig! Gebeurt het niet in voldoende mate, dan hebben gemeentebestuur en Raad de verantwoordelijkheid om daarin stimulerend op te treden en de weg te wijzen. Het is allerminst sprekers bedoeling op de Gemeenteüjke Geneeskundige- en Gezondheidsdienst in Leiden afbrekende critiek te oefenen. Het is best mogelijk, dat de Directeur verschillende plannen in behandeling heeft; het is nu niet gebleken, maar kon misschien door verschillende omstandig heden ook niet blijken. Het is alleen sprekers bedoeling geweest opbouwende critiek te leveren door het uitspreken van enige gedachten. In vergeüjking met de Gemeentelijke Geneeskundige- en Gezondheidsdienst in Amsterdam, die in Europa vermoedelijk niet zal worden overtroffen, is de Leidse Gemeentelijke Geneeskundige- en Gezondheidsdienst op ver schillende gebieden te veel administratief en te weinig stimule rend hij heeft de zaken niet in de hand en leidt ze niet naar een vast doel. De vroege opsporing van de chronische gevallen, de vroege behandeling en de verwijzing naar consultatie- bureaux zijn als regel voldoende verzorgd. Waar de mensen in de laatste jaren in toenemende mate in de ziekenfondsen worden opgenomen, vindt het minder draagkrachtig deel van de bevolking als regel een goede geneeskundige be handeling, waardoor het reeds niet zo urgent is. Ook alle armlastigen behoren thuis in een ziekenfonds, zodat Gemeentebegroting Algemene beschouwingen. (Goslings.) zij niet op een bepaalde gemeente-arts zijn aargewezen, maar vrij kunnen kiezen uit alle artsen en specialisten. Het antwoord, dat het College op blz. 32 van de Memorie van Antwoord heeft gegeven, heeft spreker grotendeels bevredigd. Spreker verzoekt echter het College na te gaan, of de daar bedoelde „enkele uitzonderingen" niet door de gemeente bij een ziekenfonds kunnen worden ingeschreven, zodat zij snel alle behandeling kunnen krijgen, welke in een stad mogelijk is. Het doen opnemen van patiënten in een ziekenhuis gaat met grote moeilijkheden gepaard, hetgeen alle huisartsen zul len kunnen getuigenmen belt het ene ziekenhuis na het andere er voor op. In de ziekenhuizen, waar de geneesheer-directeur over de opneming beslist, weet men niet, wat de meest urgente gevallen zijn. Men moet voor de enkele bedden een beslissing nemen op grond van telefonische opgaven, die men niet- kan vergeüjken. In Amsterdam, Rotterdam en Den Haag heeft de opneming van patiënten, die niet particuliere patiënten zijn, plaats via de Gemeentelijke Geneeskundige en Gezondheidsdienst, die door eigen artsen laat controleren, welke gevallen het meest urgent zijn. Men moet dit niet zien alleen als een kwestie van ingrijpen en hinderlijk regelen door de Gemeentelijke Geneeskundige- en Gezond heidsdienst; het is in het belang van de bevolking, dat zij, die het eerst in aanmerking komen, ook het eerst worden opgenomen. Vele chronische patiënten worden practisch niet opgenomen, hoe urgent het ook is. Spreker wil allerminst een blaam werpen op bepaalde directies van ziekenhuizende beslissing is moeilijk voor haar. De oorzaak is het ontbreken van een goede coördinatie en een goede controle. In de grote steden beschikken de contro lerende artsen van de Gemeentelijke Geneeskundige- en Gezondheidsdienst ook over bedden in de particuliere zieken huizen; elke morgen ontvangt de Gemeenteüjke Genees kundige- en Gezondheidsdienst een opgave van de bedden, die dan in de ziekenhuizen vrij zijn en de Gemeentelijke Geneeskundige- en Gezondheidsdienst beslist, welke van de aanvragen het meest urgent zijn. Aan een verpleeginrichting voor patiënten, die moeten nakuren en dus niet in een ziekenhuis thuishoren, bestaat in Leiden groot gebrek. Er is een goede regeling van de Vereniging Maatschappelijk Werk in de Ziekenhuizen, die in alle ziekenhuizen een zuster heeft, die van verpleeghuis naar verpleeghuis medeloopt en moet trachten een patiënt van het ziekenhuis ondergebracht te krijgen. Ze is afhankelijk van de leiding van de verpleeginrichtingen. De urgentie wordt door verschillende personen beoordeeld, maar behoort te geschieden door een Gemeentelijke Geneeskundige- en Gezondheidsdienst, die actief is. Voorts bepleit spreker zorg voor ouden van dagen, ver pleging en hulp aan huis voor dezen, alle problemen waar mede de Gemeentelijke Geneeskundige- en Gezondheidsdienst zich op het ogenblik zeer weinig of in het geheel niet bezig houdt. Ook hiervoor is echter meer personeel nodig. Voorts wijst spreker op de controle op allerlei soorten medische attesten. Bij de huisvestingsproblemen was het de vraag, of men op de attesten van de huisartsen mocht afgaan. Met alle respect voor het oordeel en het inzicht van de huisartsen, mocht men van dezen niet verwachten een zuiver afwegen van de belangen van de patiënten tegenover die van de gemeenschap. Voorts moeten de attesten voor de verstrekking van extra-levensmiddelen alle door de Gemeentelijke Genees kundige- en Gezondheidsdienst onderzocht en gefiatteerd wor den. Gedurende de oorlog was Leiden één van de gemeenten, die het meest extra goederen verstrekte; dat had natuurlijk zijn goede zijde, maar anderzijds worden ook wel dingen gevraagd en door de alleen administratieve contróle toe gestaan, die niet nodig zijn. Dit is in deze tijd zeker onjuist. Dan de quaestie van de gezinsverpleging en de wijk verpleging. Daarvoor zijn subsidies gegeven; spreker misgunt deze verenigingen dit subsidie nietdat was zeer juist aüeen vraagt spreker zich af, of deze subsidies door meer samen werking van deze verenigingen niet meer rendabel zou zijn te maken. Men zit altijd met de moeilijkheden, aan deze wijze van werken verbonden. Wanneer de ene wijkverpleging b.v. een doorüchtingsapparaat heeft, is dit volkomen on rendabel. Het is dus onjuist de mensen volkomen vrij te laten in de vraag, aan welke organisatievorm van wijkver pleging zij de voorkeur gevendoor rationalisatie op dit punt kan hierop aanzienüjk bezuinigd worden, en in elk geval meer bereikt worden, en dan heeit een subsidie meer effect. De gemeente moet daarop dus alleen goede controle hebben, medisch èn financieel. Dan de uitzending voor vacantiekolonies. Daarbij behoort

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1947 | | pagina 2