VRIJDAG 20 JUNI 1947. 109 Gemeentebegroting Uitgaven. (A. van Dijk e.a.) De heer A. van Dijk zegt, dat men over het voor een geluids versterker-installatie benodigde bedrag van mening kan verschillen; aangezien er echter een voorstel van het College zal moeten komen, krijgt men later alsnog de gelegenheid daarover te spreken. In feite zal echter een geluidsversterker installatie te allen tijde, ook in een eventueel verbeterde Stadsgehoorzaal, haar nut kunnen afwerpen. Een goede installatie behoeft echter niet meer te kosten dan spreker genoemd heeft. Het zal trouwens nog jaren duren, voordat deze verbetering van de Stadsgehoorzaal tot stand zal zijn gekomen. Spreker hoopt, dat ten behoeve van de vele culturele verenigingen, die uitvoeringen in de Stadsgehoorzaal geven, zijn voorstel door de Raad aangenomen zal worden. De heer D. J. van Dijk begrijpt niet, dat de heer A. van Dijk zo persisteert. Verbetering van de acoustiek in de Stads gehoorzaal is natuurlijk nodig, maar daarmede wordt de zaal niet aantrekkelijker. De heer A. van Dijk zegt, dat men niet anders heeft. De heer D. J. van Dijk acht die grote uitgave op het ogen blik niet gemotiveerd. De heer A. van Dijk zegt, dat die zich zelf betaalt. De heer van Weizen was aanvankelijk van mening, dat er veel te zeggen was voor het voorstel van de heer A. van Dijk, maar is door de argumenten van de Wethouder aan het twijfelen gebracht omtrent de doelmatigheid van dat voor stel, speciaal in verband met de materialenpositie. Spreker hoorde zo even van de heer Cats, dat zelfs de scholen niet eens een behoorlijke geluids-installatie kunnen verkrijgen. Spreker geeft daarom de heer A. van Dijk in overweging zijn voorstel in te trekken. De toestand van de Stadsgehoor zaal is verre van behoorlijk, maar waar er op het ogenblik enkele firma's zijn, die, zij het niet in alle perfectie, maar toch enigszins naar de eisen, voor een geluids-versterker- installatie zorgen, dient men met een afdoend herstel van de acoustiek van de Stadsgehoorzaal te wachten totdat de mogelijkheden daarvoor gunstiger zijn. Om deze reden kan de communistische fractie het voorstel van de heer A. van Dijk niet steunen. De heer Hendriks, die voor verenigingswerk van de geluids installatie in de Stadsgehoorzaal heeft gebruik gemaakt, is van oordeel, dat men zich er aardig mede redden kan. Waar het voornemen bestaat, de gehoorzaal geheel te ver beteren, acht spreker het beter thans niet tot het nemen van een halve maatregel over te gaan. Het moge waar zijn, dat de kosten van de geluidsinstallatie, die een verbetering tot stand brengt, uit de verhoging van de zaalhuur kunnen worden bestreden; toch dient men te bedenken, dat de tegenwoordige exploitant beschikt over een verzameling grammofoonplaten, welke de gemeente zal moeten exploiteren. De Protestants-Christelijke fractie staat op het standpunt, dat gedurende de korte tijd, welke zal verlopen vóór de zaak geheel en al in orde komt, men zich met de tegenwoordige installatie dient te behelpen; zij vertrouwt, dat de Wethouder met de nodige energie zal te werk gaan. De heer A. van Dijk is pessimistisch wat betreft de algehele verbetering van de Stadsgehoorzaal, maar hoopt, dat zijn pessimisme door de feiten zal worden gelogenstraft. Onder handhaving van zijn mening, dat bedoelde verbe tering de eerste jaren niet zal tot stand komen, trekt spreker met het oog op de oppositie zijn voorstel in. De Voorzitter constateert, dat het voorstel van de heer A. van Dijk is ingetrokken. Volgnr454 wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De volgnrs. 455 tot en met 619 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. Beraadslaging over volgnr. 620, luidende: „Subsidie aan de Vereniging „Schoolkindervoeding en Schoolkinderkleding'Memorie. waarbij tevens aan de orde komt het voorstel van mevrouw Braggaar, luidende: „Ondergetekende stelt voor Burgemeester en Wethouders op te dragen, het bestuur der vereniging Schoolkindervoeding en -kleding te verzoeken, of zij weer bereid is haar werkzaam heden te hervatten". Gemeentebegroting Uitgaven. (Voorzitter e.a.) De Voorzitter geeft mevrouw Braggaar, waar aan het in haar voortel vervat verzoek door het College reeds is voldaan, in overweging haar voorstel in te trekken. Mevrouw Braggaar heeft het genoegen gehad, reeds vele jaren met het bestuur der Vereniging Schoolkinder voeding en -kleding samen te werken, eerst als raadslid, later als gedelegeerde van de Raad. Spreekster heeft in die jaren kunnen ervaren, dat het bestuur van deze vereniging was bezield met liefde en toewijding voor het kind, dat in alle opzichten tekort kwam; daarom was zij stellig overtuigd dat, wanneer van de gemeente een verzoek aan deze vereni ging uitging om de taak, die zij met zoveel liefde en toewijding op zich genomen had, te hervatten, zij daaraan zeker gevolg zou geven. Daarom is het spreekster dubbel aangenaam, en zij dankt het College daarvoor, dat het College hierover in overleg is getreden met deze vereniging en dat de vereni ging bereid is gevonden haar werk te hervatten. Spreekster trekt derhalve haar voorstel in. De Voorzitter constateert, dat het voorstel van mevrouw Braggaar is ingetrokken. Volgnr. 620 wordt zonder hoofdelijke stemming aange nomen De volgnrs. 621 tot en met 655 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. Beraadslaging over volgnr. 656, luidende: „Uitgaven voor het stedelijk Museum „De Lakenhal" 38.663.—." De heer Knol kan het College gelijk geven, wanneer het zegt, dat de waarde der topstukken min of meer fictief is. Of echter Ader of vijf primitieven van de kwaliteit als nu in eigendom voor de verzekerde som zouden kunen worden teruggekocht, is voor spreker twijfelachtig. Juist wanneer zeer bijzondere stukken worden geveild, staat men niet zelden verstomd van de prijzen. Spreker legt zich uiteraard gaarne bij de mening van de experts neer. Wat echter de rest der verzameling betreft, dient men niet uit het oog te verliezen, dat daarbij ook belangrijke stukken zijn (b.v. van Jan Steen), dat de mindere klasse oude schilde rijen van goede kwaliteit en onbetwistbare signatuur, verge leken bij vóór de oorlog, aanzienlijk in prijs zijn gestegen, zowel hier te lande als in het buitenland, en bovendien, dat naar verhouding de prijs van porcelein na de oorlog veel minder is gestegen dan die van schilderijen. (Nu wordt nog niet eens gesproken van enige mooie sculptures, oud zilver en dergelijke, schatten, welke het museum in eigendom heeft). Dat als men op een veiling etsen Avil kopen en deze opgeeft tegen vijf- a zesmaal de vooroorlogse prijs, er geen kans is om iets toegewezen te krijgen. Voor zover spreker bekend, heeft de gemeente, na de brand van het oude stadhuis, zeer veel boven de verzekerings som moeten bij passen. De gemeente heeft nu wel een prac- tischer gebouw gekregen of het mooier is, laat spreker in het midden maar de vele kunstvoorwerpen, vóór de brand in het oude stadhuis aanwezig, is de gemeente kwijt, zodat uit financieel en cultureel oogpunt gezien grote schade is geleden. Ook mag niet uit het oog worden verloren, dat bij te lage verzekering de verzekeraar, tenzij premierrisque is verzekerd, naar evenredigheid uitkeert. Spreker Arraagt, of het Collegé geneigd is om, nadat de algehele herziening der taxaties van de museuminventaris is opgemaakt, de Raad met het resultaat daarvan in kennis te stellen. De heer van der Kwaak kan zich voorstellen, dat de heer Knol als kunstliefhebber grote belangstelling voor deze zaak heeft. De directeur van De Lakenhal is met zijn staf steeds waakzaam om de verzekering op zo'n bedrag te brengen, dat het alleszins verantwoord is. Het College heeft 11 October 1946 een onderhoud gehad met de firma Marinkelle Co, te Amsterdam, van wie het in November een schrijven heeft ontvangen, o.a. ver meldende, dat zij zich hebben verstaan met andere assura deuren, welke kunstvoorwerpen in musea hebben verzekerd, en dat zij met een der grote kunsthandelaren in Amsterdam overleg hebben gepleegd omtrent het percentage, waarmede de verzekerde waarden van 1940 moeten worden verhoogd. De firmanten komen daarbij tot de conclusie, dat het vast stellen van een dergelijk percentage uitermate moeilijk is. Zij adAiseerden het College de verzekerde waarden 100 a

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1947 | | pagina 29