DONDEEDAG
Gemeentebegroting Algemene beschouwingen.
(Schüller.)
weet uit ervaring, dat een aantal verpleegsters zeer gaarne
uitwonend zouden zijn. Immers, de verpleegsterskamers zijn
zeer slecht onderhouden en ingericht; het behang wordt
door de zusters met spijkers aan de muur bevestigd; zelfs
na herhaalde verzoeken werd het niet hersteld, hoewel het
materiaal daarvoor aanwezig was. Bovendien is het gewenst,
dat de zusters, die een verantwoordelijke taak hebben,
haar vrije tijd buiten de gestichtssfeer doorbrengen, om weer
geheel fris en uitgerust te kunnen beginnen. Evenals in andere
gestichten moet dit ook hier mogelijk zijn. In het Academisch
Ziekenhuis, St Joris Gasthuis te Delft, Duin en Bosch
te Bakkum, heeft men ook nachtverpleegsters, waardoor
voorkomen wordt, dat de dagzuster des nachts uit haar
bed gehaald moet worden. In de gestichten „Endegeest"
en „Voorgeest" doet des nachts geen enkele hoofdzuster
dienst of controle. De Wethouder van Personeelszaken is
hiermede hekend, maar tot nu toe is daarin geen verandering
gekomen; daarom vestigt spreker de aandacht op dit euvel.
Zo lang de verpleegsters niet uitwonend kunnen of mogen
zijn, moet in elk geval behoorlijk aandacht worden ge
schonken aan de huisvesting van de zusters en moeten de
aanwezige materialen niet alleen voor andere woningen
worden gebezigd, maar ook voor verbetering van de inrichting
van de verpleegsterkamers in de gestichten.
Spreker, die de opmerking heeft gemaakt, dat de directie
van de Gemeentelijke Geneeskundige- en Gezondheidsdienst,
artikel 7, eerste lid, van het Arbeidsovereenkomstenreglement
nog niet in acht neemt, zou zich volgens het College aan over
drijving hebben schuldig gemaakt met de bewering, dat alle
andere bepalingen van het reglement door de Directie naar
willekeur worden toegepast.
In feite hebben bedoelde leden van het personeel geen con
tract, hoewel zij van 1945 af bij de Gemeentelijke Genees
kundige- en Gezondheidsdienst in dienst zijn; zij zijn daardoor
geheel rechteloos en kunnen zich op geen enkele bepaling van
het Arbeidsovereenkomstenreglement beroepen. Artikel 7
schrijft echter voor, dat een schriftelijke arbeidsovereenkomst
met hen moet worden gesloten. Bovendien zijn zij voor het
laagste gemeenteloon gemiddeld 84 uur per week in dienst.
Er is geen reserve, zodat zij elkaar bij ziekte en verlof moeten
vervangen. Een van deze personeelsleden heeft daardoor in
1946 gedurende een bepaalde week alle dagen en nachten
dienst gedaan. Kortgeleden heeft een van hen dienst gedaan
van Dinsdagmorgen tot de daarop volgende Zondagmorgen.
Bij gebrek aan een contract kunnen deze mensen zich niet
beroepen op artikel 15 van het Arbeidsovereenkomstenbesluit
hun wordt een onvoldoend aantal vrije dagen daarvoor
vergoed. Spreker laat thans het oordeel over de vraag, of
hij zich aan overdrijving heeft schuldig gemaakt, aan het
College over. Gaarne zal hij vernemen, of het" College bereid
is met inachtneming van het bepaalde in artikel 7, eerste lid,
en artikel 11, derde lid, van het Arbeidsovereenkomsten
reglement aan de betrokken personen een behoorlijke be
zoldiging en een rechtspositie te geven en enige waarborgen
te scheppen, dat bij de Gemeentelijke Geneeskundige- en
Gezondheidsdienst niet alleen het medische gedeelte van de
Dienst goed wordt verzorgd, maar ook behoorlijk en geregeld
aandacht wordt geschonken aan de belangen van het personeel,
aangezien het een en het ander een onverdeeld geheel dienen
te vormen.
Bovendien zijn er ogenschijnlijk kleine zaken, die voor
de leden van het gemeentepersoneel persoonlijk van groot
belang zijn en de goede geest onder het personeel, die voor
het goed functionneren van een dienst of bedrijf onmisbaar is,
bederven. De besturen der organisaties hebben deze zaken
meermalen met de betrokken Wethouder besproken.
Bij de Eeinigingsdienst worden deleden van het personeel als
nummers beschouwd. Aan een redelijk verzoek van het
personeel, gedaan in het belang van dienst en personeel,
werd eerst voldaan, toen de Commissie van het bedrijf had
ingegrepen op verzoek van het personeel, dat van de Directie
de verklaring had ontvangen, dat om technische redenen
het verzoek niet kon worden ingewilligd; er bleken in het
geheel geen technische moeilijkheden te bestaan.
Spreker weet, dat in het onderhoud van de Unie van
Overheidspersoneel ook over dit bedrijf aan de Wethouder
een en ander is medegedeeld; daarin is nog niets veranderd.
Verder is het bij de ene dienst mogelijk, promotie te maken
als men in het bezit is van een grote haarkuif en men in
zijn vrije tijd een motorboot kan besturen, terwijl het bij
een andere dienst mogelijk schijnt te zijn, een gerecht
vaardigde en voorgestelde promotie de nek om te draaien
en geen doorgang te doen vinden ondanks de bekwaamheid
en ijver van de voor promotie voorgedragene, omdat de
betrokkene niet zo gemakkelijk met zijn directe chef kan
omgaan, of omdat men de loongroep, waarvoor hij was
19 JUKI 1947. 73
Gemeentebegroting Algemene beschouwingen.
(Schüller.)
voorgesteld, minder juist achtte, hoewel in een andere tak
van gemeentedienst deze titel wel aan een dergelijke functie
gegeven wordt. En dat is nu nog wel een chef die behoort
bij de groep Leidse ambtenaren, die voor zich zelf een „vuist
op tafel-actie" willen voeren om hun financiële positie ver
beterd te krijgen. Het gevolg van deze afwijzing was dan
ook, dat de betrokkene zijn ontslag heeft aangevraagd, en
dat de gemeente aan de nieuw aan te stellen ambtenaar
het hogere loon zal moeten betalen, maar de chef heeft dan
toch koning gekraaid en daar gaat het blijkbaar maar om;
niet het belang van de gemeente, en van het personeel,
maar de wil van een der kleine goden geeft blijkbaar de
doorslag.
Is het College wel voldoende op de hoogte van de grote
ontstemming onder het Leidse gemeentepersoneel naar aan
leiding van zijn financiële positie? Het College zal toch wel
bekend zijn met de Open brief van een aantal gemeente
ambtenaren werkzaam ten Stadhuize, opgenomen in het
deftig orgaan van de Nederlandse Bond van Gemeente
ambtenaren van 22 Mei 1946, in welke Open brief zelfs het
woord „staking" voorkwam; het zal het College toch niet
ontgaan zijn, hoe zij daarin uiting geven aan hun ontstemming
over hun slechte financiële positie, en hoe het gist en kookt
onder het overige personeel naar aanleiding van zijn financiële
positie. Beseft het College dan niet, dat het, nu het aan de
verbetering van de algemene salarispositie van het gemeente
personeel vrijwel niets kan doen, aan andere gerechtvaardigde
verlangens en verzoeken van dit personeel tegemoet dient
te komen, voordat het te laat is. Waarom blijft het College
zo lang talmen om in het Georganiseerd Overleg aan de
orde te stellen het ongedaan maken van het onrecht, aan
gedaan aan de werklieden, die nog steeds in een te lage loon
groep zijn geplaatst?
Nu de Begering verlangt gelijkstelling van de lonen van
het gemeentepersoneel met die van het Bijkspersoneel,
dienen de gemeente-ambtenaren ingedeeld te worden in
loongroepen, die gelijkwaardig zijn aan die van het Bijks
personeel. In andere gemeenten is men daarmede allang
begonnen of zijn de voorstellen daartoe reeds klaar; in
Leiden wordt door het College medegedeeld, dat het in zijn
voornemen ligt dit te doen; de vraag, wanneer daaraan
begonnen zal worden ligt nog in het duister. Een meer positieve
toezegging van het College omtrent deze aangelegenheid
zou meer op haar plaats zijn dan het niets zeggend antwoord
van het College op dit punt. Spreker verzoekt het College
dan ook nadere inlichtingen op dit punt. Zo is het ook gesteld
met het verzoek omtrent het Beglement Dienstcommissie.
Gedurende de 11 maanden, dat het nu reeds in het bezit
van de Voorzitter van het Centraal Overleg is, heeft de
Unie van Overheidspersoneel in de vergaderingen van het
Georganiseerd Overleg gevraagd het ingediende ontwerp
aan de orde te stellen, maar steeds werd een ontwijkend
antwoord gegeventhans wordt het in de Memorie van
Antwoord opgehangen aan de kapstok van het Centraal
Orgaan. Het verzoek bevat een duidelijke uiteenzetting
van de wensen van de organisaties, ook wat de medezeggen
schap betreft, en had in het Georganiseerd Overleg de basis
van de onderhandelingen dienen te zijn. Het Georganiseerd
Overleg is het aangewezen orgaan voor de behandeling van
personeelszaken; daar en nergens anders hoort het thuis.
Indien het gemeentebestuur in het belang van de diensten
en bedrijven prijs stelt op een goed en geregeld contact met de
organisaties met betrekking tot maatschappelijke vraag
stukken en vraagstukken van bestuur en beheer, dient het
de organisaties behoorlijker te behandelen dan het nu heeft
gedaan. De besturen der organisaties, die met betrekking
tot een zaak, die zeer sterk onder het personeel leeft, een
behoorlijk gedocumenteerd voorstel bij de Voorzitter van
het Georganiseerd Overleg hebben ingediend, mogen toch
van een democratisch gemeentebestuur verwachten, dat het
de personeelsvraagstukken met hen in het daarvoor aan
gewezen orgaan zal willen bespreken. Wanneer het voorstel
naar het inzicht van bedoelde voorzitter of van het gemeente
bestuur niet voor verwezenlijking in aanmerking kan komen,
blijft voor Burgemeester en Wethouders de plicht bestaan,
het in het Georganiseerd Overleg aan de orde te stellen.
Het verzoek naast zich neerleggen en de organisaties op
sleeptouw houden is geen democratie. In dit verband verzoekt
spreker vooral de aandacht van de Wethouder van Personeels
zaken voor het artikel van de heer Wilmer in de Leidse
Courant van 10 Juni 1947, getiteld „Wat is democratie",
waarin o.m. wordt gezegd: „Twee rechten van de burger
moeten in een democratie, zoals haar naam zelf uitdrukt,
tot uiting komen, n.l. zijn mening te zeggen omtrent de
plichten en offers, die van hem worden gevraagd, en niet
tot gehoorzamen te worden gedwongen zonder zelf eerst