GEMEENTE LEIDEN. 83 OTOKKOKEEN STUKKEN. N°. 113. Leiden, 30 Mei 1947. In ons voorstel van 23 Mei 1947 (Ingekomen Stukken N°. 92) gaven wij U in overweging voor die stembureaux in deze gemeente waarvoor geen lid van de raad door ons College als voorzitter kon worden aangewezen, de in het voorstel genoemde personen als zodanig te benoemen. Aangezien een der raadsleden alsnog niet bereid is be vonden een benoeming tot voorzitter van een stembureau te aanvaarden, geven wij U in overweging in diens plaats de heer H. van Woudenberg voor de tijd van een jaar te benoemen als voorzitter van een stembureau. Aan de Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 114. Leiden, 12 Juni 1947. Bij besluit van Uw Vergadering d.d. 3 Februari j.l. (Inge komen Stukken No. 18) werd een bedrag van 32000. beschikbaar gesteld ten behoeve van het herstellen en ver nieuwen van de beschoeiing van de Schelpenkade en de Jan van Goyenkade c.a. Thans blijkt bij de gehouden aanbesteding, dat in verband met de sinds de raming ingetreden prijsstijging voornamelijk van cement, ijzer en bekistingshout en de verhoging der sociale lasten de raming van het gehele werk met rond 8000.zal worden overschreden. In overeenstemming met het advies van de Commissie van Fabricage, hetwelk bij de stukken is gevoegd, stellen wij U derhalve voor, behoudens goedkeuring van Gedepu teerde Staten, het ten behoeve van het herstellen en ver nieuwen van de beschoeiing van de Schelpenkade en Jan van Goyenkade c.a. beschikbaar gestelde bedrag van 32000. te verhogen met 8000.en mitsdien te bepalen op 40.000.—. Te zijner tijd zal deze aangelegenheid op de kapitgaldj^agt der begroting voor het dienstjaar 1947 worden geregeld. Aan de Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. No. 115. Leiden, 12 Juni 1947. Bij zijn ter visie gelegd rapport deelde de Directeur van Gemeentewerken ons mede, dat bij de dezer dagen gehouden aanbesteding van de verbouwing van het gebouw van de H. B. S. voor meisjes de laagste inschrijving nog 5.459. hoger bleek te zijn dan de raming ad 15.700.en dat de oorzaak van dit verschil moet worden toegeschreven aan de bijzondere omstandigheden. Met de Directeur van Gemeentewerken zijn wij van mening, dat het geen aanbeveling verdient het werk in eigen beheer uit te voeren en dat van een herbesteding geen beter resultaat te verwachten is. Overeenkomstig ons voorstel van 6 September 1946 (Ingek. Stukken no 138) werd door U op 11 September 1946 be sloten voor deze verbouwing een bedrag van 21.000. beschikbaar te stellen, te verdelen over 10 jaren, aanvangende met het dienstjaar 1946. Voor het bijbouwen van de eveneens in het bestek opgenomen vier W.C.'s werd op de ontwerp begroting 1947 een bedrag van 2.000.uitgetrokken. Bij gunning van het werk aan de laagste inschrijver zullen de totale kosten, met inbegrip van de buiten het bestek om aan te schaffen materialen (schoolbanken enz.), uit te voeren werken (centrale verwarming, electrische verlichting enz.) en de kosten van voorbereiding en toezicht 29.500. bedragen, zodat derhalve (evenbedoelde 2.000.inbegrepen) nog 8.500.benodigd is. Nu na veel vertraging de nodige bouwmaterialen eindelijk zijn toegewezen, zouden wij het werk gaarne in zodanig tempo zien uitgevoerd, dat het vóór de aanvang van de nieuwe cursus in September a.s. gereed is. Ook om deze reden zouden wij het werk aan de laagste inschrijver willen gunnen. Op grond van het vorenstaande geven wij U, in overeen stemming met de Commissie van Fabricage, in overweging 1° met wijziging van het op 11 September 1946 genomen besluit, te bepalen, dat het daarbij beschikbaar gestelde bedrag van 21.000.zal worden verdeeld over 10 jaren, aanvangende met het dienstjaar 1947 2° voor de verbouwing van het gebouw der H. B. S. voor meisjes alsnog een bedrag van 8.500.beschikbaar te stellen, te verdelen over 10 jaren, aanvangende met het dienst jaar 1947. Set op de ontwerp-begroting 1947 onder volgno. 628 voor de verbouwing van 4 W. C.'s uitgetrokken bedrag van 2.000.- komt hierdoor te vervallen. Aan de Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 116. Leiden, 12 Juni 1947. Ter gelegenheid van haar 20-jarig bestaan organiseert de Leidse Politie Sport Vereniging in de week van 18 t/m 23 Augustus van dit jaar een Zevenlanden-Politie-sport- tournooi. Aan dit tournooi zal worden deelgenomen door vertegenwoordigers uit Engeland, Frankrijk, België, Zweden, Zwitserland, Luxemburg en Nederland. Blijkens de door het bestuur van de organiserende ver eniging opgemaakte en in de leeskamer ter visie gelegde be groting wordt verwacht, dat de inkomsten de uitgaven volledig zullen dekken. Voor het geval, dat, tengevolge van ongunstige weersomstandigheden of anderszins, de ont vangsten beneden de verwachting mochten blijven, wordt de gemeente verzocht haar financiële medewerking te ver lenen in de vorm van een subsidie in een eventueel tekort. Wij achten een dergelijke gebeurtenis van veel belang voor de gemeente en haar ingezetenen. Het initiatief van de L.P.S.V. verdient dan ook volle waardering en het ver zoek is o.i. voor inwilliging vatbaar. Anderzijds dient bij de bepaling van het toe te kennen subsidie-bedrag rekening te worden gehouden met de finan ciële positie van de gemeente. Immers het is niet uitgesloten, dat er zich omstandigheden voordoen, welke een ongunstig resultaat ten gevolge kunnen hebben. Na bespreking met het bestuur en na revisie van de aanvankelijk ingediende begroting hebben wij gemeend, dat een subsidie in een e\jentueel tekort van 1000.redelijk mag worden genoemd. MD^arnaast hebben wij het bestuur er op gewezen, dat in eerste instantie financiële medewerking van particuliere zijde dient te worden gezocht. Ons is gebleken, dat hieraan op bevredigende wijze gevolg wordt gegeven. In verband met het vorenstaande stellen wij Uw Ver gadering voor, behoudens goedkeuring van Gedeputeerde Staten, te besluiten aan de Leidse Politie Sport Vereniging ten behoeve van het door haar te organiseren Zevenlanden- Politie-sporttournooi een subsidie te verlenen in een even tueel tekort, tot een bedrag van ten hoogste 1000. zulks onder voorwaarde, dat de rekening van dit sport- tournooi de goedkeuring van ons College behoeft, indien gemeentelijk subsidie nodig is. Aan de Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 117. Leiden, 12 Juni 1947. In het jaar 1934 werd door een aantal gemeenten met 40.000 of meer inwoners aangegaan de gemeenschappelijke regeling betreffende de behandeling van gemeentelijke per soneelsaangelegenheden. Het doel, dat deze gemeenten, waar onder ingevolge het besluit van Uw vergadering van 19 Maart 1934 (I. S. 1934, no. 55) ook Leiden zich bevond, zich stelden, was, naast de oprichting van een gemeenschap pelijk instituut van voorlichting en documentatie op het gebied van de arbeids- en dienstvoorwaarden van het gemeen te-personeel, te komen tot de mogelijkheid van een gemeen schappelijk gemeentelijk overleg met de vertegenwoordigers van de personeelsorganisaties. Het belang van dit gemeen schappelijk optreden was duidelijk gebleken in verband met de omstandigheid, dat de in de rechtspositieregeling der onderscheidene gemeenten verspreid liggende normen voor de personeels-organisaties zodanige punten van vergelijking boden, dat telkenmale het plaatselijk overleg moest worden ingeschakeld ten aanzien van onderwerpen, die overigens naar hun aard een dergelijk voor de gemeenten overeen komstig karakter vertoonden, dat een gelijksoortige oplossing zonder bezwaar zou kunnen worden gevonden. Het behoeft geen betoog, dat het centraal overleg dienaangaande een aan-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1947 | | pagina 1