66
Van het nadelig verschil van 1947 ten opzichte van 1944
ad 200.085.wordt een bedrag van 117.861.ver
oorzaakt door hoger geraamde fabricage-uitgaven.
Deze uitgaven zijn het gevolg van de omstandigheid, dat
de staat, waarin de schoolgebouwen mede in verband met
de bezetting in oorlogstijd verkeren, vele en kostbare voor
zieningen noodzakelijk maakt.
Voorts vereisen het schoonhouden, de verlichting en de
verwarming der gebouwen belangrijk hogere bedragen.
Het voordelig verschil op 12 is een gevolg van de om
standigheid, dat het subsidie voor schoolkindervoeding en
-kleding voor 1944 tot een bedrag van 60.000.was uit
getrokken, terwijl dit volgnummer voor 1947 voor memorie
is geraamd, omdat niet met zekerheid kan worden gezegd,
dat uit dezen hoofde uitgaven zullen worden gedaan.
Het overige verschil is voornamelijk een gevolg van de
verhoging der subsidiën aan bijzondere bewaarscholen
33.650.en de verbetering van de salarissen der leer
krachten.
HOOFDSTUK IX 1 (Ondersteuning aan behoeftigen).
Meer uitgaven 343.273.
Meer ontvangsten 115.241.
Nadeliger 228.032.
Overeenkomstig de door de Gemeentelijke Dienst voor
Sociale Zaken ingediende begroting zijn de netto-uitgaven
van die dienst voor 1947 geraamd op een totaal bedrag van
1.175.000.tegenover f 1.077.515.voor 1944, hetgeen
alzo een nadelig verschil oplevert van 97.485.
Hieromtrent zij nog opgemerkt, dat onder de hierboven
genoemde bedragen zowel voor 1944 als voor 1947 zijn
begrepen de kosten van de vroeger afzonderlijke afdeling aan
het Levendaal betreffende de werklozensteun (thans over
bruggingsuitkering), waarvan de kosten wegens salarissen
enz. in de gemeentebegroting 1944 tot een bedrag van
rond 68.500.in hoofdstuk XI zijn opgenomen.
De hogere uitgaaf van de dienst voor 1947 ad 97.485.
heeft voornamelijk betrekking op de volgende onderdelen.
Meer geraamd:
1°. Steunverlening aan behoeftigenf 91.650.
2°. Bureaukosten7.035.
3°. Personeelskosten.22.600.
4°. Onvoorziene uitgaven4.405.
125.690.—
Hiertegenover zijn lager geraamd:
1°. de uitgaven voor genees
kundigearmenverzorging. 33.700.
2°. de schoeiseldienst (vervallen) 3.200.
36.900.—
Netto verschil rond 98.000.
Voor ondersteuning aan politieke delinquenten wordt
95.000.uitgetrokken, waarvan 76.250.van het Eijk
wordt terugontvangen, zodat de netto ten laste van de ge
meente komende kosten te dier zake op 18.750.kunnen
worden gesteld.
De netto uitgaven voor verpleging van arme krankzinnigen
moesten ten gevolge van de verhoging van de verpleegprijzen
rond 60.000.hoger worden geraamd.
HOOFDSTUK IX 2 (Overbruggingsuitkering).
Meer ontvangsten 288.899.
Meer uitgaven 287.075.
Voordeliger. 1.824.
Ingevolge de in 1943 ingevoerde nieuwe regeling met
betrekking tot de uitkering aan werknemers die zonder werk
zijn, worden alle te dier zake door de gemeente te verrichten
uitgaven door het Eijk vergoed.
Als een zeer globale schatting wordt voor 1947 in totaal
een bedrag van 455.000.voor de overbruggingsuitkering
geraamd.
HOOFDSTUK X (Landbouw).
Meer uitgaven f 253.
Nadeliger 253.
HOOFDSTUK XI (Handel en Nijverheid).
Minder uitgaven 71.085.
Minder ontvangsten. 1.525.
Voordeliger. 69.560.
Het voordelig verschil op dit hoofdstuk ad 69.560.is
tot een bedrag van rond 68.500.slechts van admini
stratieve betekenis, doordat de kosten van de vroegere
gemeentelijke dienst voor Sociale Zaken (de z.g. afdeling
Levendaal) in 1944 op dit hoofdstuk waren geraamd,
terwijl thans deze kosten zijn begrepen in de gecombineerde
dienst op hoofdstuk IX 1.
HOOFDSTUK XII (Belastingen).
Meer ontvangsten 645.330.
Meer uitgaven 3.223.
Voordeliger. 642.107.
Overeenkomstig de opgave van de Eijksinspecteur is de
uitkering van het Eijk wegens 150 opcenten op de hoofdsom
der Personele belasting 23.040.lager geraamd dan voor
1944, hetgeen uiteraard verband houdt met de verschillende
samenwoningen.
De uitkering van het Eijk terzake van het aandeel van de
gemeente in de opbrengst van de Ondernemingsbelasting is,
zoals hiervoor reeds in het algemene gedeelte is Vermeld,
overeenkomstig de desbetreffende voorschriften voor 1947
geraamd op 561.760.op grondslag van de gemiddelde
uitkering over de jaren 1942 t/m 1946, met inachtneming
van de z.g. achterstandsuitkering. Voor 1944 was deze post
pro memorie geraamd, teneinde de begroting voor 1944 niet
te flatteren door enerzijds wel een belangrijk bedrag te ramen
als aandeel van de gemeente in de Ondernemingsbelasting
en anderzijds de uitgaven van de gemeentebedrijven terzake
van de Vennootschaps- en Ondernemingsbelasting voor
memorie uit te trekken.
Voorts was het mogelijk de opbrengst van de Vermakelijk
heidsbelasting van 100.000.op 200.000.te stellen,
op basis van de opbrengst over de eerste maanden van 1947,
waarbij rekening is gehouden met een kleine teruggang in
de opbrengst.
BEDEIJVEN
Overeenkomstig het besluit van Uw Vergadering bij de
behandeling van de begroting voor 1938 dd. 14/18 Februari
1938 wordt aan de gemeentebedrijven over verstrekte
kapitalen, welke nog niet in een vaste geldlening zijn op
genomen, een rente van 4 in rekening gebracht.
In verband met de huidige rentestand is dit rente
percentage te hoog te achten; het rentepercentage van het
overgrote deel van de lopende geldleningen van de gemeente
bedraagt thans 31/2 Met het oog hierop wordt in de
begroting voorgesteld de rente over aan bedrijven ver
strekte kapitalen, zolang die niet in een vaste lening zijn
opgenomen, gerekend te zijn ingegaan 1 Januari 1947, te
bepalen op 3V2
HOOFDSTUK XIII 1 en 2
(Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit).
1. Gasfabriek.
Meer uitgaven 129.254.
Minder ontvangsten. 197.432.x)
Nadeliger 326.686.
2. Electriciteitsfabriek.
Minder uitgaven 94.749.
Minder ontvangsten. 36.231.
Voordeliger. 58.518.
De door de Directie van de Lichtfabrieken ingediende
begrotingen geven voor de Gasfabriek een verhes aan van
164.095.en voor de Electriciteitsfabriek een winst van
954.520.of wel voor beide fabrieken per saldo een winst
van 790.425.welk resultaat, in aanmerking genomen
de thans nog steeds geldende rantsoenering, alsook de regeling
1) Deze cijfers zijn gebaseerd op een vergelijking van de ramingen
voor 1944 en 1947; hierbij dient in acht te worden genomen, dat voor
1944 de winst van de Gasfabriek op 164.306.en die van de
Electriciteitsfabriek op 884.318.is geraamd, terwijl bij de vast
stelling van de begroting voor 1945 zowel als die voor 1946 deze
winsten op nihil zijn geraamd; een vergelijking met 1946 geeft daar
door een ander resultaat.