MAANDAG 31 MAAET 1947. 29 Beschikbaarstellen van gelden voor het aanschaffen van (Voorzitter e.a.) motor- en ander materieel voor de politie. Wat de banden betreft het volgende. Toen spreker in Leiden kwam, had de politie twee auto's, een zeer goede en een zeer versleten. Later moest de zeer goede auto, die indertijd door het Militair Gezag gevorderd was, terug gegeven worden en hield spreker alleen den kleinen auto over; dien heeft spreker laten opknappen en van banden voorzien; daarmee was spreker toen geholpen, maar die auto is niet veel meer waard; dien kan spreker als reserve houden, maar daarmee is ook alles gezegder kunnen kleine afstanden mee gereden worden, maar voor groote afstanden is hij niet meer betrouwbaar en niet meer te gebruiken. Spreker zou de woorden „groote auto" niet willen gebruiken, zooals de heer Kortmann deed; in dit opzicht loopen tegen woordig de verschillende merken niet veel meer uiteen. Uitgetrokken is hiervoor 6.000.spreker meent dat dit bedrag ruim voldoende is. Oorspronkelijk was hiervoor 5.000.uitgetrokken, maar toen is spreker medegedeeld, dat de prijzen van de auto's weer zouden stijgen en dat hij er maar 20 bovenop moest zetten. Het is niet de bedoeling voor de politie een reusachtigen auto te nemen; dien heeft de politie niet noodig, maar het moet zijn een behoorlijke auto. Zonder dien auto kan de politie haar taak niet behoorlijk vervullen. De auto moet er tegenwoordig voor verschillende doeleinden dikwijls op uit, niet alleen op kleine afstanden, maar ook op grootere. Daarvoor is een behoorlijke auto noodig. De banden, die aangevraagd worden, kunnen daar voor goed dienst doen. De motoren met zijspan, die ook als solo-motoren gebruikt kunnen worden, zijn noodig om het poütiecorps weer behoor lijk uitgerust te krijgen. Nu is het beter, dat de Eaad deze geheele zaak overziet; dan weet men waaraan men toe is. Over deze zaak is overleg gepleegd met het Ministerie van Binnenlandsche Zaken en met Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland; beide in stanties hebben zich kunnen vereenigen met deze voorgestelde aanschaffingen, die zeker in overeenstemming waren met hetgeen noodig geacht werd voor het Leidsche politiecorps. Op het oogenblik telt het corps 200 man; spreker moet het corps in dit opzicht paraat houden. Spreker vraagt bij dit voorstel 150 rijwielen aan; dat schijnt veel, maar het kan wel twee a drie jaren duren voordat spreker ze alle heeft. Het is mogelijk, dat spreker over drie jaren het laatste van deze rijwielen krijgt; dan zijn de eerste alweer afgedankt. Voor een behoorlijk corps, zooals in Leiden, is dit het mini mum. Men moet in dezen tijd het politiecorps het materieel geven, dat voor een behoorlijke uitoefeing van zijn taak noodig is en hetgeen nu wordt aangevraagd gaat daar zeker niet boven uit. De heer Balkestein zegt, dat waar de Voorzitter zelf zegt, dat het wel drie jaren kan duren voordat deze rijwielen afgeleverd zijn, hier dan een prachtige gelegenheid is om den Leidschen middenstand in te schakelen. Deze kan die rijwielen in dien tijd ook wel leveren. De Voorzitter heeft juist altijd gehoord, dat het voor den middenstand zeer moeilijk was die rijwielen los te krijgen en dat de Eijksintendance dat beter kon. De heer Balkestein zegt, dat de Voorzitter toch eerst moet probeeren, of de Leidsche middenstand zelf het kan leveren, al zou dat iets in prijs schelen. De Voorzitter wil dit wel doen onderzoeken; daartegen heeft spreker geen bezwaar, maar hij wil wel gaarne het materieel hebben, dat hij noodig heeft voor de politie. De heer Balkestein zegt, dat de politie natuurlijk het noodige materieel moet hebben maar de politie zal waar schijnlijk niet alle rijwielen over een paar maanden noodig hebben. De Voorzitter Lang niet! De heer Balkestein zegt, dat de Voorzitter dan ook den Leidschen middenstand een kans kan geven. De Voorzitter is bereid deze zaak te onderzoeken. De heer Sehüller herinnert er aan, dat vóór den oorlog de gemeente een contract met de firma Fongers had gesloten, waarbij aan deze firma de levering en het onderhoud van de rijwielen was opgedragen en waarbij de firma zich ver plichtte de rijwielen na eenigen tijd tegen een bepaald bedrag terug te nemen. Beschikbaarstellen van gelden voor het aanschaffen van (Voorzitter e.a.) motor- en ander materieel voor de politiee.a. De Voorzitter zegt, dat het verleden jaar, toen deze zaak in het College werd behandeld, niet mogelijk bleek een derge lijk contract te sluiten; het is ook thans niet mogelijk. Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. XVII. Voorstel tot het beschikbaarstellen van gelden ten behoeve van het doen aanbrengen van een telefooncentrale in de brandweerkazerne. (60) XVIII. Voorstel tot het beschikbaarstellen van gelden voor het veranderen van het kleedhuisje op liet sportterrein aan de Burggravenlaan. (61) XIX. Voorstel tot het verhuren van de benedenwoning aan de Nieuwstecg No. 10 aan J. P. Jongeleen, te Leiden. (62) XX. Voorstel tot het aanvullen van liet raadsbesluit van 23 December 1946, waarbij aan Burgemeester en Wethouders machtiging is verleend tot het verhuren van de daarvoor in aanmerking komende gemeente-eigendommen voor reclame doeleinden. (63) XXI. Rekening, dienst 1943, van de Stedelijke Werk inrichting. (64) XXII. Balansen en verlies- en winstrekeningen, dienst 1943, van de Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit. (65) XXIII. Balans en verlies- en winstrekening, dienst 1943, van de gestichten „Endegeest", „Voorgeest" en „Rliijngeest". (65) XXIV. Balans en verlies- en winstrekening, dienst 1943, van het Openbaar Slachthuis. (65) XXV. Balans en verlies- en winstrekening, dienst 1943, van het Grondbedrijf. (65) XXVI. Balansen en verlies- en winstrekeningen, dienst 1943, van den Reinigings- en Qntsmettingsdienst. (65) XXVII. Balans en verlies- en winstrekening, dienst 1943, van de Gemeentelijke Volkscredietbank. (65) XXVIII. Rekening, dienst 1943, van het Gemeentelijk Waschbureau. (65) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming achtereenvolgens overeenkomstig de voorstellen XVII tot en met XXVIII besloten. XXIX. Rekening van de ontvangsten en uitgaven dei- gemeente over het jaar 1943. (66) De heer Riedel kan zich indenken, dat de Raadsleden bij het ontvangen van deze rekening, waarop in forsche cijfers 1943 staat, zich hebben afgevraagd, of het wel noodig is, hierop terug te komen. Toch zou het prettig zijn geweest, wanneer de Eaad bij enkele punten een toelichting had gekregen. Volgens de opgave op blz. 100 en 101 zal een bedrag van in totaal bijna 172.000.dat als voorschot is verstrekt op loonen van personen, die in Duitschland en Frankrijk waren te werk gesteld, naar de rekening van 1944 worden overgebracht. Spreker kan zich voorstellen, dat de Wethouder van Financiën er op gesteld is, dit bedrag terug te krijgen. Daarentegen zal de Wethouder van Sociale Zaken bezwaar maken, wanneer de Leidsche bevolking en vooral de Leidsche industrie-arbeiders de voorgeschoten bedragen moeten terugbetalen. Hoe gaat het nu met dit geld? Op den Kapitaaldienst, blz. 163 der rekening, komt voor de afrekening betreffende de restauratie van het Gravensteen ad 50.166.na aftrek van het Rijkssubsidie ad 20.066. bedraagt de uitgave hiervoor dus 30.100.Spreker vraagt nu: zijn de uitgaven voor dit doel over de jaren 1944, 1945 en 1946 hooger dan deze post voor 1943 en hoe zal men tenslotte den post voor restauratie van het Gravensteen in totaal opmaken? Voorts is spreker opgevallen de hooge post van telefoon kosten (No. 284, blz. 11) van in totaal ƒ21.752.16. Spreker herinnert zich dat ook vóór den oorlog de telefoonkosten steeds stegen. Spreker meent, dat hij niet ver van de waarheid af is, wanneer hij zegt, dat de post nu ook weer sterk gestegen zal zijn. Het zal niet gemakkelijk zijn op dezen post te be zuinigen; daartoe zou men wel een bezuinigingsinspecteur aan het werk moeten zetten, die dan op zeer listige wijze

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1947 | | pagina 7