34 MAANDAG 31 MAAET 1947. Voorstellen verordening ex artikel 4, Ie lid, 2°, der (Knetsch e.a.) Hinderwet; e.a. in gebruik en zullen niet zooveel rumoer méér geven. Spreker geeft daarom in overweging het maximum mechanisch vermogen voor blikslagerijen op twee pk te stellen. De heer Jongeleen zegt, dat de heer Knetsch ten aanzien van de bakkerijen inderdaad gelijk heeft, waar hij doelt op de z.g. kettingovens. Bij dit artikel is alleen maar gedacht aan normale ovens en niet aan de z.g. kettingovens. Op dezelfde ruimte die noodig is voor twee normale ovens kan men ook één kettingoven plaatsen. Deze worden nog wel niet zooveel toegepast, in Leiden is er nog geen enkele. Het is echter mogelijk, dat wanneer een bakker geen ruimte meer heeft voor een gewone oven, hij een kettingoven zal willen aanschaffen. Ten aanzien van de kettingovens acht spreker een aanvulling van de verordening noodig. De heer Keij spreekt er zijn misnoegen over uit, dat de Eaad op het oogenblik, dat de verordening in openbare behandeling komt, voorstellen tot wijziging ontvangt. Vroeger was het gebruikelijk, amendementen, ook wanneer zij alleen wijzigingen van redactioneelen aard bevatten, vóór de Eaadsvergadering bij het College en den Eaad in te dienen. Thans moeten op het allerlaatste oogenblik wijzi gingen met kunst- en vliegwerk worden aangebracht. Het ware volgens spreker beter geweest, indien zij, die in dezen deskundig zijn, hun voorstellen tot wijziging eerder hadden bekend gemaakt. Overigens is het spreker nog niet gebleken, dat het voorstel van den heer Knetsch voldoende wordt ondersteund. De heer Jongeleen zegt, dat, wanneer blikslagerijen met een mechanisch vermogen van niet meer dan 1 pk worden genoemd, het kennelijk de bedoeling is, dat deze kleine be drijven een slijpinrichting mogen hebben. Wanneer een mechanisch vermogen van 2 pk wordt toegestaan, bestaat de mogelijkheid, dat dit vermogen wordt gebruikt voor een stampinrichting, hetgeen juist moet worden voorkomen. In een bepaald geval is men bezig een stampinrichting met een vermogen van l\ pk te maken en het is gebleken, dat dit voor de omgeving zeer hinderlijk is, waarom in de ver ordening het vermogen op 1 pk is gesteld. Spreker geeft den heer Knetsch in overweging de ver ordening te aanvaarden, zooals ze thans is voorgesteld. Het College zal dan t.z.t. een aanvulling met betrekking tot de kettingovens voorstellen. De Voorzitter verklaart het zeer op prijs te zullen stellen, indien de Eaadsleden eventueele voorstellen tot wijziging eerder aan het College mededeelen, daar dit de behandeling van de zaken vergemakkelijkt. De heer Hendriks zegt, dat de Eaadsleden daartoe zeker bereid zullen zijn, indien hun de agenda eerder wordt toe gezonden. Tegenwoordig ontvangen zij haar eerst op den Dinsdag vóór de Eaadsvergadering. De Voorzitter constateert, dat de leden dan nog ongeveer een week den tijd hebben. Artikel 4 wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De artikelen 5 tot en met 8 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen, waarna de gewijzigde verordening in haar geheel, eveneens zonder hoofdelijke stemming, wordt vastgesteld. XXXIII. Voorstel tot het verhoogen van het beschikbaar- gestelde bedrag voor het aanschaffen van twee ketels voor de centrale verwarming van het gesticht „Endegeest" te Oegstgeest. (71) De heer van Iterson vraagt, of degene, die heeft geadviseerd en degene, die de ketels zal leveren, een en hetzelfde lichaam zijn. De Voorzitter antwoordt ontkennend. Het zou verkeerd zijn, indien adviseurs ook als leveranciers optraden. Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. XXXIV. Voorstel tot het beschikbaarstellen van gelden ten behoeve van het teeltrijp maken van een perceel grond in den Stadspolder. (72) De heer Froliwein zegt, dat er in Leiden een tekort aan weiland is en acht het derhalve van meer belang dezen Beschikbaarstelling gelden voor teeltrijp maken grond (Frohwein e.a.) in Stadspolder; e.a. grond als weiland te blijven gebruiken dan hem voor volks tuintjes te bestemmen, te meer waar deze grond tot 1 Januari 1945 als weiland verhuurd is geweest en bovendien de ge meente nog 1.750.moet voorschieten om den grond voor volkstuintjes geschikt te maken, al wordt dit bedrag dan in tien jaren terugbetaald. Voorts vraagt spreker hoevelen nog op de lijst van ge gadigden voor het huren van weiland van de gemeente staan. Is het College het niet eens met spreker, dat hier het bedrijfs leven voorrang moet hebben bij het huren van weiland, boven de volkstuinders? De heer Riemens is zeer verheugd, dat voor de volkstuinders weer iets wordt gedaan; dezen zullen zeer voldaan zijn, dat in de toekomst hier een permanent volkstuincomplex zal komen. Ben bedrag van 1.750.voor het teeltrijp maken van 1| ha acht spreker echter rijkelijk hoog. Verstaat men onder teeltrijp maken hier alleen het schoonmaken en het één of twee steken diep omwerken? Dan is dit bedrag zeer hoog en zou spreker zich daartegen moeten verzetten. Wordt de grond echter omgekeerd en onkruidvrij gemaakt en paden aangelegd, dan kan spreker zich er wel mee vereenigen. De heer Jongeleen is het natuurlijk met den heer Frohwein eens, dat het voor Leiden van buitengewoon belang is, weiland rondom de stad beschikbaar te hebben voor de vee teelt. De gemeente heeft echter den eigendom van die lande rijen niet verworven met de uitgesproken bedoeling om weiland te hebben, maar omdat zij dat land noodig had voor de uitbreiding van de stad. Waar dit geheele perceel grond, dat op het oogenblik geen weiland meer is, ligt in Plan-Noord, precies op deze plaats zal komen het permanente volks tuincomplex achtte het College het alleszins logisch dezen grond uit te geven aan de volkstuinders. Bovendien zijn deze menschen, evenals anderen, gedupeerd doordat zij van de Lusthoflaan, waar zij altijd hun tuintjes hebben gehad, door het gemeentebestuur verjaagd zijn, omdat daar, voor de daar te bouwen woningen, binnen zeer korten tijd straataanleg moet plaats hebben. Den heer Eiemens antwoordt spreker, dat het hier niet alleen het omgooien van den grond in een of twee steken betreft, maar dat in dit bedrag ad 1.750.ook begrepen is het maken van de draineering, hét maken van paden en hét afrasteren met kleine heesters van dit perceel grond. De heer Frohwein heeft nog geen antwoord gekregen op zijn vraag, wat de Wethouder zwaarder laat wegen: het belang van het bedrijfsleven of dat van de volkstuinders. Het zou spreker niets verwonderen, indien de Wethouder het bedrijfsleven liet voorgaan en het land dus als weiland verhuurde. De heer Jongeleen laat in dit geval het belang van de volkstuinders voorgaan. De heer Frohwein zegt, dat de heer Jongeleen daarvoor socialist is. De heer Jongeleen beschouwt dit als een eerenaam. Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. De Voorzitter beantwoordt thans de vraag, welke de heer D. J. van Dijk in de vorige Eaadsvergadering heeft gesteld met betrekking tot het in het contract met de N.V. Groen doen opnemen van een bepaling omtrent het bij de Eaads leden aan huis afhalen van de stenogrammen der Eaadsleden. In het overleg, dat met de N.V. Groen is gepleegd, is het spreker gebleken, dat haar personeel zich wel aan de woningen van de betrokken Eaadsleden voor het afhalen van de stenogrammen vervoegt, maar dit soms eenige malen achtereen vergeefs doet, doordat het betrokken lid niet thuis is, zijn stenogram nog niet heeft gecorrigeerd of wel heeft nagelaten het gereed te leggen. De N.V. Groen, die uiteraard bereid is haar verplichtingen na te komen, kan niet drie of vier maal een lid van haar personeel naar de woning van een Eaadslid sturen. Zij voegt daarom steeds een enveloppe voor de terugzending bij het stenogram. De heer van Iterson heeft aan de N.V. Groen zijn kantoor adres als adres opgegeven; gedurende de kantooruren is daar steeds iemand aanwezig, maar nog nooit is er een lid van het personeel van de N.V. Groen geweest.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1947 | | pagina 12