20 MAANDAG 3 MAART 1947. Vergrooten van het bedrijfskapitaal van de gem. (Riedel e.a.) Volkscredictbank; e.a. XXIII. Voorstel tot het vergrooten van het bedrijfskapitaal van de gemeentelijke Volkscredietbank. (50) De heer Riedel vraagt, welke de inkomsten zijn, die de Gemeentelijke Volkscredietbank nu kan stellen tegenover de rente, die zij moeten betalen over het thans aanzienlijke vergroote kapitaal dat er in gestoken wordt? Welke rente wordt voorts door de Bank in rekening gebracht aan degenen, die geld opnemen? Nu zal de rente van aan gemeentebedrijven verstrekte kapitalen te zijner tijd verlaagd worden van 4 tot 3| maar spreker geeft den Wethouder in overweging deze rente voor de aan de Gemeentelijke Volkscredietbank verstrekte gelden zoo mogelijk tot 3 te verlagen. Wanneer dit geld uit kasgeldleeningen wordt verstrekt, heeft de gemeente daarbij geen nadeel. De heer van der Kwaak wijst er op, dat vergrooting van het kapitaal van de Gemeentelijke Volkscredietbank noodzakelijk is, in verband met de sterke stijging van het gemiddelde bedrag per leening, welke stijging een gevolg is van de alge- meene prijsstijging. Bedroeg het gemiddelde bedrag per leening vroeger f 80 a f 90 thans gaat het ver boven dit bedrag uit. Het College heeft de rente voor het aan de Gemeentelijke Volkscredietbank verstrekte kapitaal ver laagd van 4 tot 3 omdat de gemeente zelf ook deze rente betaalt. Het College kan overwegen of deze rente verlaagd kan worden tot 3 maar dan zou de Bank min of meer een verkapt subsidie krijgen. Dit zou niet geheel juist zijn en daarom zou spreker het percentage van 3| willen hand haven. Vroeger bedroeg de door de Bank te betalen rente het promessen-disconto plus anderhalf procent. Het exploitatie-verlies bedroeg over 1938 f 7.300.over 1939 6.900.—over 1940 7.800.—over 1941 7.000.—, over 1942 8.100.over 1943 13.200.over 1944 f 13.870.over 1945 14.000.over 1946 is het geraamd op 13.752.over 1947 op 9.363. Bij de beoordeeling van het door de Bank aan de geld- leeners te berekenen rente-percentage moet men in aan merking nemen, dat, b.v. voor een leening van 100. af te lossen in twee jaren, honderd handelingen vanwege de Bank noodig zijn, personeel en kaarten mede gerekend. Daardoor komt men tot een totaal verlies als spreker heeft genoemd. Aldus wordt ook het rente-percentage bepaald; dat is niet te hoog. Wat de door de Bank aan geldleeners te berekenen rente be treft, wijst spreker er op dat het zeer gevarieerde bedragen zijn. Indien men 100.leent, krijgt men f 94.in handen. De terugbetaling vangt echter na een week aan en daardoor bedraagt de rente met de kosten 12 a 13 De rente welke de leeners betalen is gelijk aan de 4 het overige percentage wordt veroorzaakt door de administratie kosten. De heer Riedel: Dat is woeker! De heer van der Kwaak ontkent dit. Het percentage schijnt tamelijk hoog, maar er dient rekening mede te worden gehouden, dat men het geld onmiddellijk in handen krijgt. Het percentage wordt veroorzaakt door de 6.die men onmiddellijk terugbetaalt. De heer Riedel merkt op, dat het percentage dan ook niet 12 is. De heer van der Kwaak acht het mogelijk, dat het ll3/4 is; in ieder geval is het ongeveer 12. Het gaat hierbij om vast gestelde normen. Zoolang het percentage niet 19 is, is het geen woeker. Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. XXIV. Voorstel inzake het uitkeeren van een tijdelijke toelage aan het personeel der gemeente. (51) De heer Piena zegt, dat dit voorstel in de Commissie voor Georganiseerd Overleg is toegejuicht. Het is echter niet alleen voor de vertegenwoordigers in het georganiseerd overleg, maar ook voor de Raadsleden, die in de Commissie zitting hebben, gewenscht, dat zij van te voren kunnen kennis nemen van de stukken, welke betrekking hebben op de onderwerpen, die in het georganiseerd overleg zullen ter sprake komen. Was het in dit geval mogelijk geweest, dan zou spreker het volgende niet behoeven te vragen, omdat daarvoor in het georganiseerd overleg waarschijnlijk een oplossing te vinden zou zijn geweest. Uitkeering tijdelijke toelage aan het gemeente- (Piena e.a.) personeel; e.a. Aan de terugbetaling van den kinderbijslag door de werk lieden is uiteraard niets te veranderen; het is voor hen een vervelende geschiedenis en beteekent, dat zij per kind 16.60 moeten terug betalen. Spreker dringt er daarom bij het College op aan maatregelen te nemen, waardoor de terug betaling op zoo soepel mogelijke wijze zal kunnen plaats hebben. De heer Menken is na afloop van de vergadering der Com missie voor Georganiseerd Overleg met de raadsleden tot een modus vivendi ten opzichte van de inzage van de stukken gekomen. Inzake de toekenning van den kinderbijslag is het College door Gedeputeerde Staten op de vingers getikt, omdat in Leiden de verhouding met het Rijkspersoneel op dit punt was verbroken. Andere gemeenten, die voor een gelijk- soortigen maatregel goedkeuring van de hoogere autoriteiten hebben gevraagd, hebben deze goedkeuring niet gekregen. Het College is inderdaad van meening, dat het op dit punt formeel zwak staat. Intusschen zegt het gaarne toe, dat het bij de terugbetaling zoo soepel mogelijk zal zijn en zal zoeken naar een weg, waarlangs misschien iets anders kan worden bereikt ten opzichte van de minder prettige kwestie van den kinderbijslag. Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. De Voorzitter vraagt, of thans een der leden nog iets in het belang van de gemeente in het midden heeft te brengen. De heer Hendriks heeft met genoegen geconstateerd, dat de dienst van Gemeentewerken de bijten in het open water geregeld bijhoudt. Het beeft spreker echter gefrappeerd, dat men het schoonhouden van de brandputten volkomen heeft verwaarloosd. Nu de vorst reeds zoo lang aanhoudt, kan men veilig aannemen, dat een belangrijk aantal van deze putten dichtgevroren zal zijn. In geval van brand kan dit uiteraard tot catastrophes leiden. Spreker hoopt, dat de brandweer aan deze zaak de noodige aandacht zal schenken. De Voorzitter heeft reeds met den commandant van de brandweer afgesproken, dat deze een aanschrijving zou doen uitgaan, dat bewoners van perceelen, in welker nabijheid een brandput is, deze sneeuwvrij moeten houden. De brandputten zelf kunnen niet bevriezen, want zij zijn met vet ingesmeerd. De heer Kortmann verzoekt het College speciale aandacht te schenken aan de bestrating tusschen de tramsporen vooral op het Stationsplein, op den Stationsweg bij de Kamer van Koophandel en op den Rijnsburgerwegop die plaatsen zijn zoo ontzaglijke kuilen in de bestrating tusschen de tramsporen gekomen, dat het gevaarlijk is er met een auto overheen te rijden. Voorts verzoekt spreker zoo mogelijk een vluchtheuvel te maken op het kruispunt SteenschuurLangebrug. De auto's, die van de Langebrug afkomende de Steenschuur oprijden naar de Breestraat moeten nu altijd de binnenbocht nemen, hetgeen voor het overige verkeer zeer gevaarlijk is. Tenslotte vraagt spreker of het niet mogelijk is, de politie strenger toezicht te doen houden op de naleving van de verkeersregels. Zoowel de automobilisten als de wielrijders en de voetgangers houden er op dit gebied den laatsten tijd verkeerde inzichten op na; vooral op kruispunten is het dikwijls een chaos; de regel „hoofdweg is voorrangsweg" b.v. wordt absoluut genegeerd. De Voorzitter zal deze quaesties met den Commissaris van Politie bespreken. Indertijd is een verkeersweek gehouden, die goede resultaten heeft opgeleverd. Alle categorieën weggebruikers hebben toen speciale wenken gekregen. De heer Jongeleen acht dit een zeer goed punt voor de Verkeerscommissie. De heer Lombert zegt, dat in een van de laatste vergade ringen van de Commissie van Fabricage is ter sprake gebracht de aanstelling van een opzichter van den Reinigingsdienst; de Commissie heeft er zich toen bij nedergelegd, dat, eigenlijk in strijd met de verordening, geen oproep van sollicitanten zou plaats hebben, doch de door den Directeur gewenschte persoon zou worden benoemd. Wanneer komt nu het voorstel tot benoeming van deze persoon aan de orde? De heer Jongeleen zegt, dat zoo mogelijk in de volgende raadszitting de voordracht aan de orde zal komen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1947 | | pagina 6