MAANDAG 3 MAAET 1947. 19 Wijziging van de begrooting dienst 1944; e.a. (Knol e.a.) Vóór stemmen: mevrouw de Cler, de heeren Cats, van Weizen, van der Kwaak, Jongeleen, Van Schaik, Menken, Lombert, Perquin, mevrouw van Staveren, de heer Knuttel, mevrouw Braggaar, de heeren A. van Dijk,van Iterson, Key, Eiemens, Piena, Bobbers, Goslings, Eiedel, Woudstra, van Oijen, Ligtvoet, mevrouw Vijlbrief, de heeren D. J. van Dijk, Schüller, Wilmer en Aalders. Tegen stemmende heeren Frohwein, Knetsch, Kortmann, Hendriks, Stolp, Knol, Vos en Balkestein. XVIII. Voorstel tot het wijzigen van de begrooting dienst 1944 in verband met het afsluiten van den dienst 1943. (45) De heer Knol zegt, dat hem opgevallen is, dat vroeger de verschillende, nog niet afgewerkte posten van de begrooting voor 1943 overgebracht werden naar de begrooting voor 1945, thans echter naar de begrooting voor 1944. Waarom is dit zoo? De Eaad staat eigenlijk wel eenigszins vreemd tegenover al deze financieele zaken, omdat men zoo ontzettend ver achter is. Spreker verzoekt eenige inlichtingen hoe eigenlijk de stand van de gemeente-financiën is, indien dit met een kort woord te zeggen is. De heer Riedel vraagt, of de Wethouder ook kan mede- deelen het uiteindelijk zuiver exploitatie-saldo van den gewonen dienst 1943. Voorts vraagt spreker hoe groot het oorspronkelijk tekort op de begrooting voor 1944 was. De heer van der Kwaak zegt, dat het inderdaad niet gebruikelijk is, bij de begrooting voor 1944 met het voor- deelig of nadeelig saldo over 1943 rekening te houden. Dat was in het verleden niet mogeüjk en zal hopelijk ook in de toekomst niet mogelijk zijn. Bij het vaststellen van de begroo ting voor 1947 is de dienst 1946 nog niet afgesloten; dus er moet telkens een jaar tusschentijds verloopen. De door de heeren Knol en Eiedel gevraagde cijfers zouden eigenlijk beter bij de begrooting ter sprake kunnen komen dan thans v oor zoover die cijfers spreker bekend zijn, wil hij ze echter thans noemen. 1940 en 1941 sloten beide met een tekort, terwijl voor 1942 f 512.867.21 was gereserveerd voor de z.g. vennootschap- en ondernemingsbelasting. Ten gevolge van de circulaire van den Minister van Binnenlandsche Zaken van 4 Juli 1946, No. 13701 Afd. B.B. Bureau Financiën, kon aan het bedrag van f 512.867.21, dat voor 1942 was gereserveerd, een andere bestemming worden gegeven. Van deze vrijgekomen som dient f 251.266 te worden bestemd ter dekking van het nadeelig exploitatie-saldo van den gewonen dienst 1940, terwijl het restant ad f 261.601 ten bate van den gewonen dienst 1944 wordt gebracht. De gewone dienst van 1943 sluit met een bruto-voordeelig exploitatie-saldo van f 441.771. Voorgesteld wordt hiervan f 130.040 te bestemmen ter dekking van het nadeelig saldo van 1941 en het restant te brengen ten bate van den gewonen dienst 1944. Verwacht kan worden, dat 1944 en 1945 tekorten zullen opleveren en dat 1945 daarbij de kroon zal spannen. Het College geeft nu in overweging om, nadat de tekorten van 1940 en 1941 op de wijze, die in het Ingekomen Stuk is omschreven, zijn weggewerkt, de restanten van 1942 en 1943 (f 261.601 -f f 311.731 f 573.332) aan te wenden ten bate van den dienst 1944. Oorspronkelijk is het tekort voor 1944 geraamd op f 1.130.152. Het tekort van den dienst 1944 zal vermoedelijk nog bijna f 700.000 bedragen. Spreker meent intusschen niet te voorbarig te zijn, indien hij zegt, dat gelijk 1943 het jaar 1944 wel zal meevallen. Het jaar 1945 is echter financieel het rampjaar voor de gemeente. Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. XIX. Voorstel tot wijziging van de begrooting dienst 1945. (46) XX. Voorstel inzake het aangaan van kasgeldleeningen gedurende het tweede kwartaal 1947. (47) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming achtereenvolgens overeenkomstig de voorstellen XIX en XX besloten. XXI. Voorstel tot het beschikbaarstellen van gelden voor het aanschaffen en opstellen van een verwarmingsketel ten behoeve van de gestichten „Endegeest" e.a. (48) De Voorzitter neemt namens het College van Burgemeester en Wethouders dit voorstel terug. Beschikbaarstellen van gelden voor verwarmings- (van Iterson e.a.) ketel „Endegeest"; e.a. De heer van Iterson vraagt, of, gezien de urgentie van deze zaak, zooveel perspectieven zijn geopend, dat het College meent het voorstel te moeten terugnemen. De Voorzitter antwoord bevestigend. De heer van Iterson vraagt, of het College nog prijs stelt op adviezen, welke in dit geval voor den Eaad zijn ingewonnen. De Voorzitter heeft er geen enkel bezwaar tegen, indien de heer van Iterson deze adviezen na de vergadering aan het College mededeelt. XXII. Voorstel tot het bcschikbaarstellen van gelden op den dienst 1946 ten behoeve van het onderhoud enz. van de auto van den Directeur van den Geneeskundigen Dienst. (49) De heer Frohwein acht het bedrag van f 2000.voor onder houd en brandstoffenverbruik over een jaar absoluut veel te hoog. Het is bijna de halve prijs van een nieuwe auto. De heer Hendriks vraagt, of de Directeur inderdaad een verzekering heeft gesloten. Is dit niet het geval, dan zal de gemeente aansprakelijk worden gesteld voor de schade, welke hij met zijn auto veroorzaakt op het oogenblik, dat hij in dienst van de gemeente werkzaam is. De heer Menken zegt, dat verleden jaar, toen met den Directeur van den Gemeentelijken Geneeskundigen- en Gezondheidsdienst een regeling inzake het gebruik van den auto is getroffen, het volgende op papier is gezet „Den waarnemend-Directeur is uit hoofde van het gebruik van eigen auto ten behoeve van den dienst een maandelijksche toelage van f 45.toegekend. De heer Zijerveld is eveneens genegen zijn auto ten behoeve van den dienst te gebruiken. Gebruik van den auto te eigen behoeve zal in verhouding tot het gebruik voor den dienst van geringe beteekenis zijn. Met den heer Zijerveld kan omtrent dit gebruik op de vol gende basis tot overeenstemming worden gekomen. Het onderhoud van den auto komt voor rekening van de gemeente. Dit onderhoud kan door de Brandweer worden verricht. De Commandant van de Brandweer heeft verklaard, dat het onderhoud aan zijn dienst kan worden opgedragen. Het verbruik van de brandstof zal voor de helft door de gemeente en voor de andere helft door den heer Zijerveld worden gedragen, terwijl ook de kosten van verzekering voor rekening van den heer Zijerveld komen." Het is na den oorlog meer voorgekomen, dat auto's, die „ondergedoken" waren geweest, er slechter aan toe waren dan men aanvankelijk dacht. Ook de reparaties aan dezen auto zijn tegengevallen, vooral doordat men bij het herstel een verkeerden cylinder er in had geplaatst. In Bussum ontvangt de Directeur van den Gemeentelijken Geneeskundigen- en Gezondheidsdienst 1200.per jaar als vergoeding voor het gebruik van zijn eigen auto. De gemeente Haarlem betaalt alle kosten van bet gebruik van den auto; de auto is geheel opgenomen in den post „Vervoer Gemeentelijken Geneeskundigen- en Gezondheidsdienst". In Leiden is het een eenigszins kostbare geschiedenis geworden, doordat de auto er slechter aan toe is dan iedereen, ook degene, die de reparaties opnam, dacht. De Directeur heeft bovendien een groot bedrag voor eigen rekening moeten nemen. Spreker acht het dan ook volkomen gerechtvaardigd, deze uitgave, waardoor men voor enkele jaren van de zaak af is, te doen. Dat 2000.de halve prijs van een nieuwen auto zou zijn, moet spreker bestrijden. Gelet op den toestand van verleden jaar, was het gerechtvaardigd deze afspraak te maken. Voor zoover spreker weet, is de auto verzekerd. De heer van Iterson zegt, dat de Wethouder mededeelt, dat bij zijn weten deze auto wel verzekerd is, maar zou de Wethouder zich daarvan niet overtuigen? Wanneer de auto niet verzekerd is, en er komt een groote schade, dan draait de gemeente er voor op. Weet de Wethouder zeker, dat die verzekering in orde is? De heer Kortmann zegt, dat bij een eventueele aanrijding niet de gemeente aansprakelijk is, maar de eigenaar van den auto. De heer Knetsch ontkent dit; niet de ambtenaar, die in dienst van de gemeente is, is bij schade aansprakelijk, maar zijn werkgever, in dit geval is gemeente. Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouder besloten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1947 | | pagina 5