35 Transport 15°. idem ingevolge art. 304, le lid, der Lager Onderwijswet, over 1942 (De sub 14° en 15° bedoelde bijdragen over 1942 zijn in 1943 vastgesteld, doch nog niet ontvangen). 16°. nog te ontvangen bijdragen van parti culieren in de kosten van verpleging over 1943 van arme krankzinnigen 17°. subsidie over 1943 van het Rijk, kosten van steunverleening 18°. de van het Rijk terug te ontvangen kosten van het gratis verstrekken van melk aan kinderen van ondersteunden en werkloozen 19°. nog te ontvangen hondenbelasting over 194 3 20°. nog van het Rijk over 1943 te ont vangen uitkeeringen Herstelfonds 1940 21°. nog van het Rijk terug te ontvangen kosten over 1943 terzake van de evacuatie van vluchtelingen 22°. de nog van het Rijk terug te ontvangen kosten in verband met de vordering van radiotoestellen 23°. de nog van eenige gemeenten te ont vangen bijdragen in de kosten over 1943 voor het inrichten van noodziekenhuizen 220.692.50 27.73 637.33 69.40 2.587.04 7.— 2.030.31 1.962.81 3.904.13 20.20 De gewone ontvangsten van 1943 kunnen dus in totaal verhoogd worden met 231.938.45 De gewone dienst 1943 sluit met een voordeelig kassaldo van 242.379.89. Uit het bovenstaande blijkt, dat de uitgaven van den gewonen dienst feitelijk 32.546.41 hooger zijn en de gewone ontvangsten 231.938.45. De gewone dienst sluit derhalve in werkelijkheid met een bruto-voordeelig exploitatie saldo van 242.379.89 199.392.04 231.938.45 32.546.41) 441.771.93. Met betrekking tot het zuiver exploitatie-saldo van den gewonen dienst 1943 zullen bij de nota betreffende de ge- meenterekening over dat jaar nadere gegevens worden verstrekt. Voorgesteld wordt van bovengenoemd batig exploitatie saldo ad 441.771.93, ƒ130.040.38 te bestemmen ter dekking van het nadeelig exploitatie-saldo van den gewonen dienst 1941. Dit nadeelig saldo is namelijk, ingevolge de missive van den Commissaris der Provincie van 29 December 1942/11 Januari 1943 B No. 17041/11 3e Afd. Res. No. 57, bij besluit van Burgemeester en Wethouders van 8 November 1945 ten laste van Hoofdstuk XV van den kapitaaldienst gebracht. Het restant van het batig exploitatie-saldo van den ge wonen dienst 1943 ad 311.731.55 441.771.93 130.040.38) wordt gebracht ten bate van den gewonen dienst 1944, waarop een aanzienlijk tekort kan worden verwacht. Vervolgens deelen wij U nog mede, dat blijkens de cir culaire van den Minister van Binnenlandsche Zaken van 4 Juli 1946, No. 13701 Afd. B.B. Bureau Financiën, een wetsontwerp wordt voorbereid om van de openbare bedrijven geen vennootschaps- en ondernemingsbelasting te heffen en dat, voorzoover deze belastingen zijn geraamd of voor de betaling ervan reserves zijn gevormd, bedoelde bedragen kunnen worden aangewend ter geheele of gedeeltelijke dekking van tekorten van den gewonen dienst. Dientengevolge moet aan het batig exploitatie-saldo van den gewonen dienst 1942 ad 512.867.21, welk saldo bij besluit van den toenmaligen Burgemeester van 16 Juni 1944 (Ingek. Stukken No. 96) naar den kapitaaldienst werd over gebracht ter reserveering van de over 1942 door de gemeente bedrijven verschuldigde vennootschaps- en ondernemings belasting, eene andere bestemming worden gegeven. Van de vrijgekomen som ad 512.867.21 dient 251.266. te worden bestemd ter dekking van het naar den kapitaal dienst overgebrachte nadeelig exploitatie-saldo van den gewonen dienst 1940, terwijl het restant ad ƒ261.601.21 eveneens ten bate van den gewonen dienst 1944 wordt gebracht. In de dekking van de thans bekende tekorten, n.l. die over de jaren 1940 en 1941, is dan op normale wijze voorzien, hetgeen in verband met de tijdsomstandigheden, zeer zeker een gunstig resultaat mag worden genoemd. Bovendien wordt het tekort, waarmede de begrooting voor het jaar 1944 van den gewonen dienst moest worden vastgesteld door de hierboven aangegeven bestemming van de beschikbaar gekomen gelden met een belangrijk bedrag verlaagd. De primitieve begrooting voor 1944 werd voor wat den gewonen dienst betreft, met een tekort van 1.130.152. vastgesteld. Dit tekort werd bij besluit van 17 November 1944 (Ingek. Stukken No. 171) in verband met de verbetering van de salarispositie van het lagere gemeente-personeel, met ƒ250.000.verhoogd en dus gebracht op ƒ1.380.152. doch bij besluit van 18 November 1946 (Ingek. Stukken No. 181) bij een algemeene begrootingswijziging, met 142.596.verlaagd, zoodat het tekort thans nog 1.237.556.bedraagt. Indien overeenkomstig het bovenstaande wordt besloten kan laatstgenoemd bedrag alsnog met ƒ311.731.55 261.601.21 573.332.76 worden verlaagd en het tekort dus tot 664.223.24 worden teruggebracht. (Zie den begrootingsstaat waarop een en ander is geregeld). B. Kapitaalsuitgaven. In de eerste plaats moet het nadeelig saldo van den kapitaal dienst ad 198.868.18 (gesplitst in voor- en nadeelige sloten) ten bate resp. ten laste van de verschillende hoofdstukken en paragrafen van de begrooting voor 1944 worden gebracht. De voordeelige sloten worden, voorzoover zij niet kunnen worden bestemd tot geheele of gedeeltelijke dekking van de ten behoeve van de diverse hoofdstukken en paragrafen te leenen bedragen in afwachting van het tijdstip, waarop zij in mindering van eene aan te gane geldleening zullen worden gebracht, voorloopig op den post „Aankoop van rente- gevend goed" van Hoofdstuk YII van den kapitaaldienst overgebracht, hetgeen kan geschieden door toevoeging of verhooging van den op de betrekkelijke hoofdstukken en paragrafen voorkomenden post „Bijdrage aan Hoofdstuk YII van den kapitaaldienst". Voorts dienen de op den kapitaaldienst beschikbaar ge stelde gelden voor uitvoering van werken, voor verstrekking van kapitalen aan bedrijven enz., welke in 1943 niet of niet geheel zijn verwerkt of uitgegeven, op de begrooting voor 1944 te worden overgebracht, terwijl tenslotte nog eenige fondsen naar den kapitaaldienst moeten worden overgebracht. Dit is eveneens het geval met de geraamde kapitaalsont vangsten, voorzoover deze in 1943 niet of niet geheel zijn ontvangen. Voor de dekking van de nadeelige sloten, alsmede van de op den dienst 1944 over te brengen kapitaalsuitgaven, welke nog niet of niet geheel door de voordeelige sloten of kapitaals ontvangsten worden gedekt, dient tot verhooging van den post „Geldleening" te worden overgegaan. Zooals bekend is een dergelijke verhooging van den post „Geldleening" eene administratieve begrootingsregeling. Voor de splitsing van het nadeelig saldo van den kapitaal dienst in voor- en nadeelige sloten over de verschillende hoofdstukken en paragrafen, alsmede voor de op de begrooting voor 1944 over te brengen restant-credieten en van de daar mede in verband staande kapitaalsontvangsten zie men den begrootingsstaat, alsmede de overgelegde afzonderlijke toe lichting, waarin de redenen, waarom de overbrenging van die credieten van den dienst 1943 naar dien van 1944 nood zakelijk is, uitvoerig zijn uiteengezet. Wij geven Uwe Vergadering in overweging vast te stellen: a. den staat No. 56, model D, tot wijziging van de gemeente- begrooting, dienst 1944, waarbij de ontvangsten en uitgaven, die bij het sluiten van den dienst 1943 nog moesten worden gedaan op den dienst 1944 worden overgebracht, alsmede tot regeling van het batig exploitatie-saldo van den gewonen dienst 1942; b. de bij dit besluit behoorende suppletoire begrootingen van de Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1947 | | pagina 9