14 MAANDAG 3 FEBEUAEI 1947. Rondvraag. (van der Kwaak e.a.) Directie wel reeds hebben ingegrepen. In Leiden zijn ook verschillende steegjes en smalle straatjes, die verlicht moeten worden en waarin het maanlicht niet doordringt. Spreker zal dadelijk een onderzoek instellen naar de juist heid van de mededeelingen omtrent hetgeen aan de gasfabriek zou gebeurd zijn. Het is hem alleen bekend, dat de Directie alle pogingen in het werk stelt om de fabricage op peil te houden en dat zij voor groote moeilijkheden staat. Op het eerste gehoor klinkt deze mededeeling hem als een fabeltje in het oor. De heer Aalders zegt, dat het in breeden kring verwondering heeft gewekt, dat 30 Januari j.l. het gemeentebestuur niet was vertegenwoordigd bij de plechtige doodenherdenking in de Hartebrugkerk. Wel was bericht van verhindering van het gemeentebestuur binnengekomen. Nagenoeg geheel Leiden was vertegenwoordigd, maar van het opperste bestuurscollege was geen enkel lid aanwezig. De Voorzitter antwoordt, dat het College eiken Donderdag vergadert. Aangezien de Secretaris Donderdag 30 Januari j.l. des middags afwezig zou zijn, moest het College dien dag zich den geheelen ochtend in de stukken verdiepen. Spreker zag geen mogeüjkheid het een met het ander te combineeren. De heer Hendriks, die eiken morgen om 8 uur het kruispunt Breestraat, Noordeinde, Eapenburg, Kort Eapenburg pas seert, heeft bemerkt, dat men op dat uur experimenteert met den verkeersdrempel, terwijl er nagenoeg geen verkeer is, en gelooft dan ook, dat het experimenteeren op dat tijdstip volmaakt overbodig is. De Voorzitter zal een onderzoek doen instellen. Rondvraag. (A. van Dijk e.a.) De heer A. van Dijk vraagt, of het juist is, dat aan ver schillende taxi-bedrijven de exploitatie-vergunning met terug werkende kracht is ontnomen en, zoo ja, om welke reden dit is geschied. De Voorzitter antwoordt, dat volgens door den Minister van Verkeer gegeven richtlijnen, in de eerste plaats voor een vergunning voor vervoer van personen met huurauto's in aanmerking komen de taxi-bedrijven, welke 9 Mei 1940 bestonden. Verder hebben Burgemeester en Wethouders besloten om, behoudens in uitzonderingsgevallen, alleen aan hen vergunning te verleenen, die over een voldoende aantal auto's beschikken om het publiek voldoende service te kunnen verleenen. Indien taxi-ondernemingen met één auto zich combineeren, kan op een verzoek om vergunning gunstig worden beschikt. De heer A. van Dijk vraagt, of de Voorzitter dit geen beknotting van de taxi-ondernemingen in de uitoefening van haar functie acht. Jarenlang hebben deze ondernemingen die functie vervuld. Zij, die niet in het bezit van meer dan één auto zijn, worden nu eigenlijk zonder meer in de uitoefening van haar functie bemoeilijkt en worden gedwongen zich met anderen te combineeren. De Voorzitter zegt, dat het nu eenmaal de getroffen regeling is. Niemand meer het woord verlangende, sluit de Voorzitter de vergadering. Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. J. GEOEN ZOON.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1947 | | pagina 14