MAANDAG 3 FEBRUARI 1947.
11
Wijziging verordening op de Winkelsluiting (sluiting
(Voorzitter e.a.) van Boekwinkels op Dinsdagmiddag).
De Voorzitter blijft van meening, dat het moeilijk is, voor
deze twee boekhandelaren een uitzondering te maken. Om
aan hun bezwaar te gemoet te komen, zou het voorstel
moeten worden ingetrokken, hetgeen spreker echter tegenover
de andere boekhandelaren bezwaarlijk acht.
De heer Frohwein zegt, dat het de voornaamste boek
handelaren voor het universitaire leven in Leiden zijn.
De heer A. van Dijk meent, dat men langzamerhand een
agenda in den zak moet hebben, waarin men heeft aan-
geteekend voor iederen dag van de week in welke zaken men
niet te recht kan. Spreker vermoedt, dat de Voorzitter, die
pas van een reisje naar Engeland is teruggekeerd, daar wel
een indruk van den z.g.n. Engelschen Zaterdag heeft gekregen
en vraagt, of het College niet bereid is te overwegen aan den
Raad voor te stellen te bepalen, dat alle winkels gedurende
dezelfde uren van een bepaalden dag gesloten moeten zijn.
De Voorzitter antwoordt, dat het moeilijk zal zijn alle
winkels op een bepaalden dag te doen sluiten, aangezien
men dan in het geheel geen boodschappen meer kan doen.
Op het oogenblik zijn op Dinsdagmiddag de meeste winkels
gesloten. Men zal de zaken eenigszins moeten scheiden en
kan in ons land niet hetzelfde systeem volgen als in Engeland.
De heer A. van Dijk vraagt, of de firma Vroom en Drees-
mann haar boekafdeeling op Dinsdagmiddag gesloten moet
houden.
De Voorzitter beantwoordt deze vraag bevestigend. De
winkeliers zelf hebben een vrijen middag gevraagd en spreker
acht het gewenscht, aan hun verlangen te voldoen.
De heer A. van Dijk merkt op, dat tot de adressanten ook
boekhandelaren behooren, die hun zaak reeds des Maandags
morgens gesloten houden.
De heer Woudstra gelooft, dat de Voorzitter zich met-
betrekking tot de boekenafdeeling van de firma Vroom en
Dreesmann vergist. Volgens de redactie van het artikel
vallen alleen de winkels, waarin uitsluitend of in hoofdzaak
boeken, kantoorboeken en tijdschriften daaronder begrepen,
worden verkocht, onder de voorgestelde bepaling. De firma
Vroom en Dreesmann valt niet daaronder; haar zaak zal
op Maandagmiddag dicht zijn en niet voor de boekenafdeeling
op Dinsdagmiddag.
Voor de firma's van Doesburgh en Burgersdijk Niermans
zal heel moeilijk een regeling te maken zijn, omdat men
in het voorgestelde artikel is uitgegaan van het verkochte
artikel (boek, kantoorboek, tijdschrift). De firma van Does
burgh beroept er zich echter op, dat haar clientèle in hoofdzaak
bestaat uit studenten en professoren. Men heeft hier twee
geheel verschillende criteria; daarom is dit moeilijk te regelen.
De eenige oplossing is, dat de firma van Doesburgh op het
oogenblik onder de algemeene regeling valt.
De heer Frohwein vraagt, of hier niet een oplossing kan
gevonden worden in dezen zin, dat op Dinsdagmiddag
alleen moeten sluiten de boekhandelaren, aangesloten bij de
afdeeling Leiden van den Nederlandschen Boekverkoopers-
bond?
De Voorzitter zegt, dat men geen uitzonderingen kan
maken. De regeling moet voor alle boekwinkels gelden en
in die regeling moet de firma van Doesburgh zich schikken.
Bovendien acht spreker het nu niet noodzakelijk, dat die
professoren en studenten op Dinsdagmiddag speciaal boeken
kunnen koopen; er zijn verscheidene andere dagen waarop
zij hun inkoopen kunnen doen. Het is gewenscht, dat men
zich neerlegt bij de denkbeelden, die algemeen op dit punt
heerschen. De opmerking van den heer Woudstra t. a. v. Vroom
en Dreesman is inderdaad juist.
De heer Balkestein vraagt, of dit geldt voor alle boek
handelaren. Spreker heeft zoo'n idee, dat het slechts een
kleine groep is, die deze sluiting op Dinsdagmiddag vraagt.
De Voorzitter zegt, dat dit verzoek afkomstig is van de
Afdeeling Leiden van den Nederlandschen Boekverkoopers-
bond.
De heer Balkestein sprak dezer dagen een bestuurslid,
dat van niets wist.
De verordening wordt zonder hoofdelijke stemming vast
gesteld.
Aankoop enz. van twee ambulance-auto's
(Voorzitter e.a.) voor den G.G.G.D.
XXIX. Voorstel inzake het beschikbaar stellen van gelden
ten behoeve van den aankoop en de inrichting van twee
ambulance-auto's voor den Gemeentelijken Geneeskundigen
en Gezondheidsdienst. (26)
De Voorzitter deelt mede, dat is ingekomen een voorstel
van den heer Frohwein, luidende:
„Ondergeteekende stelt voor, de behandeling van dit punt
uit te stellen en nader overleg te plegen met de firma Ge
broeders de Jong te Leiden."
De heer Frohwein zegt, dat bij dit voorstel machtiging
wordt gevraagd tot den aankoop van twee ambulance-auto's
spreker had liever gewild, dat het voorstel luidde: tot den
aankoop van twee vrachtauto's voor ziekenvervoer. Zijn die
twee auto's nu werkelijk noodig? Een auto dient als reserve
auto; dat kost de gemeente 2.800.De Gebrs de Jong,
met wie spreker over dit punt gesproken heeft, hebben spreker
medegedeeld, dat zij eventueel zeer gaarne bereid zijn, nu zij
het bedrijf van de Weduwe Dieben hebben overgenomen,
den in slechten staat verkeerenden auto, die dient voor het
vervoer van lijders aan besmettelijke ziekten, grondig te
reviseeren en desnoods over te gaan tot aanschaffing van een
voor dit doel geschikten wagen. Bovendien wijst de firma
De Jong er op dat van de vier auto's, die zij in gebruik
hebben, er drie permanent in gebruik zijn, terwijl de vierde
als reserve dient.
In verband met deze aanbieding mag dit voorstel niet
zonder meer doorgaan naar sprekers's meening. Met den
aankoop van deze twee vrachtauto's gaat de gemeente de
stroppen van het Rijk overnemen. Waar hier door de aan
bieding van Gebrs de Jong het particulier initiatief naar
voren komt om de gemeente van deze geheele zaak te ont
lasten, al is dit zeer zeker ten eigen gunste, verdient deze
aanbieding ernstige overweging. De gemeente is dan ook
van de kosten af en zij kan dan deze vrachtauto's, waarop
geen enkele dokter groot-scli zal zijn, aan het Rijk teruggeven.
Het is dus noodig eerst over deze zaak overleg te plegen
met de Gebrs de Jong, die bereid zijn het tarief voor het
vervoer van lijders aan besmettelijke ziekten te verlagen en
een wagen om te bouwen.
Dè'lieer Key acht het zeer juist, dat het vervoer voor den
Eerste Hulpdienst, dat tot nu toe altijd in handen van de
gemeente is geweest, in handen van de gemeente blijft; het
is noodzakelijk, dat daarvoor altijd en onder alle omstandig
heden een wagen beschikbaar is.
Bij het vervoer van lijders aan besmettelijke ziekten dienen
de daarvoor geldende medische voorschriften te worden
nageleefd, hetgeen zeer veel gemakkelijker zal geschieden,
wanneer het verroer in handen van den Geneeskundigen- en
Gezondheidsdienst is. Spreker ziet dan ook geen reden om
de behandeling van dit voorstel aan te houden. Het blijft
voor spreker de vraag, of de kosten, welke de firma de Jong
zal opgeven, zullen blijven beneden het bedrag, noodig voor
afschrijving en gebruik van de auto's.
Het vervoer van lijders aan besmettelijke ziekten legt
volgens spreker zoo'n gewicht in de schaal, dat het beter is,
dit geheel in handen van den Geneeskundigen- en Gezond
heidsdienst te doen overgaan.
De heer Menken herinnert den Raad in de eerste plaats
aan het zeer uitgebreide rapport van den directeur van den
betrokken dienst, dat bij de stukken in de leeskamer ter
inzage heeft gelegen.
De aanschaffing van een wagen voor den Eerste Hulpdienst
is noodzakelijk, nu de oude wagen zoo goed als versleten is
en het binnen zeer korten tijd onverantwoordelijk zal zijn,
daarmede eerste-hulpdiensten te verrichten. Verleden jaar
was het door allerlei moeilijkheden bij het verkrijgen van een
vergunning niet mogelijk een nieuwen wagen te koopen,
waarmede stellig een bedrag van ongeveer 14.000.zou
zijn gemoeid. De gemeente kan nu twee wagens koopen, die,
zooals uit de stukken blijkt, alleen te zamen worden verkocht.
De tweede wagen kan uitstekend worden gebruikt voor
het vervoer van lijders aan besmettelijke ziekten. De ervaring,
die de gemeente heeft opgedaan met de onderneming, welke
tot nu toe dit vervoer heeft verzorgd, is verre van aangenaam.
Intusschen geeft spreker volkomen toe, dat, nu aan deze
onderneming een aanmerkelijk betere leiding zal worden
gegeven, de moeilijkheden kunnen worden opgelost. Ook al
zou dit zoo zijn, dan nog blijft spreker het met de Commissie
voor den Geneeskundigen- en Gezondheidsdienst als een zeer
groot bezwaar gevoelen, dat de gemeente niet direct de
beschikking heeft over een wagen voor dit vervoer. De tweede
wagen zal dus noodig zijn, indien de gemeente de verzorging