GEMEENTE LEIDEN.
OGEKOIIEK STUKKEN
N°. 32. Leiden, 31 Januari 1947.
De heer H. Lombert, lid van Uwe Vergadering, heeft
ontslag genomen als lid van de Commissie voor Sociale
Zaken.
In de daardoor ontstane vacature kan worden voorzien
door benoeming van een ander lid uit de raadsleden.
Wij geven U in overweging tot die benoeming over
te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden-
N°. 33. Leiden, 31 Januari 1947.
Eerst onlangs is ons gebleken, dat Mej. D. van Minnen,
die in Uwe vergadering van 23 December j.l. werd benoemd
tot hoofd van de openbare bewaarschool aan het Elisabethshof,
op 8 November 1946, dus nog vóór hare benoeming tot
evengenoemde functie, in het huwelijk is getreden. Van deze
gebeurtenis heeft zij noch aan ons College, noch aan U
kennis gegeven en aldus kon het gebeuren, dat zij het
onzer- en Uwerzijds geheel onbewust door de benoeming
van deze, gehuwdevrouw, in strijd werd gehandeld met het
bepaalde bij art. 6, 4e lid, van het Reglement rechts
toestand onderwijzend personeel. Daarbij toch wordt bepaald,
dat gehuwde vrouwen voor aanstelling tot ambtenaar slechts
in aanmerking kunnen komen in geval het tot ontslag be
voegde gezag i. c. Uwe Vergaderiug zulks uitdrukke
lijk heeft bepaald. Bovendien bepaalt hetzelfde lid, dat een
dergelijke uitzondering als regel slechts kan worden ge
maakt indien het desbetreffende ambt als een bijbetrekking
kan worden waargenomen.
Naar onze meening behoort deze benoeming ongedaan
te worden gemaakt. Vereenigt Uwe Vergadering zich met
deze opvatting, dan zal opnieuw in de vacature van hoofd
der genoemde school moeten worden voorzien.
Wij achten het een gelukkige omstandigheid, dat niet
opnieuw tot oproeping van sollicitanten behoeft te worden
overgegaan, omdat Mej. H. Teljeur, hoofd eener openbare
bewaarschool te Haarlem, die wij bij ons voorstel van
16 November 1946 (Ingek. Stuk No. 167) als No. 1 bij U
voor benoeming tot hoofd van de openbare bewaarschool
aan de Atjehstraat hebben voorgedragen, doch die zich
vóór dat de benoeming bij U aan de orde kwam, heeft
teruggetrokken, ons dezer dagen heeft medegedeeld, dat zij
een eventueele benoeming tot hoofd der bewaarschool aan
het Elisabethshof gaarne zal aanvaarden.
Resumeerende
a. geven wij U in overweging het door U op 23 December
1946 genomen besluit, houdende benoeming van Mej. D.
van Minnen tot hoofd van de openbare bewaarschool aan
het Elisabethshof, in te trekken;
b. dragen wij U, met ingang van een nader door ons
College te bepalen datum, ter benoeming tot hoofd van de
sub a genoemde school voor Mej. H Teljeur, hoofd van een
openbare bewaarschool te Haarlem.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 34. Leiden, 31 Januari 1947.
De Commissie voor de gestichten Endegeest c.a. heeft
ons medegedeeld, dat de behoefte is gebleken aan artikel 4
van de Instructie voor het hoofd en het verder onder
wijzend personeel der school voor buitengewoon lager
onderwijs, verbonden aan het gesticht Voorgeest, welk
artikel is gewijd aan het overleg tusschen het hoofd dier
school en de directie der gestichten, een ruimere om
schrijving te geven.
Aangezien wij ons, evenals de Inspecteur van het B.L.O.,
met het gevoeien van de Commissie kunnen vereenigen,
geven wij U in overweging vast te stellen de volgende
VERORDENING,
tot wijziging van de verordening van 25 October 1937 (Ge
meenteblad no. 17), houdende instructie voor het hoofd
en verder onderwijzend personeel der school voor
buitengewoon lager onderwijs verbonden aan
het gesticht Voor geest".
Eenig artikel.
Artikel 4 van bovengenoemde verordening wordt gelezen
als volgt:
,,Hij pleegt over den algemeenen gang van het onderwijs,
alsmede over alle daarmede samenhangende aangelegenheden,
regelmatig overleg met den Geneesheer-Directeur van de
gestichten „Endegeest", „Voorgeest" en „Rhijngeest" of
met een door dezen aan te wijzen ambtenaar en brengt
den Geneesheer-Directeur ieder kwartaal schriftelijk verslag
uit over de vorderingen en het gedrag der leerlingen.
Hij verleent zijn medewerking aan de vanwege de ge
stichten „Endegeest", „Voorgeest" en „Rhijngeest" genomen
administratieve maatregelen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 35. Leiden, 31 Januari 1947.
De heeren A. J. en G. Kors hebben aan de gemeente te
koop aangeboden het perceel Langegracht no. 220, voor een
prijs van f 1.850.
Verder heeft de gemeente in openbare veiling de hand
kunnen leggen op de perceelen Pasteurstraat nis 17/17a en
19/19», voor een prijs van 9.600.
Het bezit van deze perceelen is voor de gemeente van
belang.
De Commissie van Fabricage en ons College achten beide
prijzen aannemelijk, terwijl het Prijzenbureau voor Onroerende
Zaken in het ambtsgebied Leiden tegen deze koopsommen
geen bezwaar heeft.
Met verwijzing naar de in de Leeskamer ter inzage
liggende stukken geven wij Uwe Vergadering, in overeen
stemming met het advies van de Commissie van Fabricage,
in overweging:
a. aan te koopen:
I. in het belang van de volkshuisvesting, het perceel
Langegracht no. 220, kadastraal bekend Gemeente Leiden,
Sectie B no. 1570, groot 47 m2, voor een prijs van 1.850.
in totaal;
II. de perceelen Pasteurstraat nis 17/17» en 19/19»,
kadastraal bekend Gemeente Leiden, Sectie K no. 1664, groot
87 m2, en Sectie K no. 1663, groot 87 m2, voor een prijs
van 9.600.in totaal;
b. een bedrag van 12.655.op de begrooting voor het
dienstjaar 1947, ten laste van den kapitaaldienst, te brengen,
ten behoeve van de sub a genoemde aankoopen en de
kosten, welke op deze transacties vallen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.