MAANDAG 25 NOVEMBER 1946. 107 Rondvraag. (Schiiller e.a.) Spreker wijst verder op het totaal gemis aan toiletten op het sportveld aan den Zoeterwoudsche Singel; de toestand daar is onhoudbaar. Spreker heeft daarover een brief ge schreven aan het bestuur van de Sportstichting, doch een heel laconiek en niets zeggend briefje van dat bestuur ont vangen. Er moet daar een noodvoorziening getroffen worden, want in dezen toestand is het terrein niet te verhuren. Het is een schandaal dat de Sportstichting een sportterrein, dat in dezen staat verkeert en geen toiletten heeft, verhuurt. De heer Menken antwoordt den heer Schiiller op diens verzoek tot bijeenroeping van het georganiseerd overleg, dat door B. en W. ernstig rekening gehouden moet worden met een dringende aanmaning van het Ministerie van Binnen- landsche Zaken om het georganiseerd overleg niet eerder bijeen te roepen dan nadat in de landelijke organisaties in overleg met de Regeering overeenstemming is bereikt be treffende zeer belangrijke punten, het georganiseerd overleg rakende. Vandaar dat spreker er nog steeds mee heeft moeten wachten. De heer van Schaik zal de opmerking van den heer Schiiller betreffende het sportveld aan den Zoeterwoudsche Singel, aan de Sportstichting overbrengen, met het verzoek daarin zoo spoedig mogelijk te voorzien. De heer Balkcstcin las Zaterdag j.l. een eigenaardige advertentie in het Leidsch Dagblad, waarin o.a. stond: „Heropening Burchtzaal. Groote feestavond". Deze advertentie was onderteekend door het bestuur van N.V.V.G. Wat beteekent dit nu? Spreker veronderstelde, dat de Burchtzaal nog niet verhuurd was. De heer Jongeleen sluit zich aan bij den heer Balkestein. Spreker weet daarvan ook niets. Deze advertentie is ook spreker een raadsel. In elk geval is het Burchtcomplex nog niet geopend. Spreker weet niet wie het gehuurd heeft, zooals de heer Balkestein nu vraagt. Het is mogelijk, dat het hier een andere zaal van de Burcht betreft. De heer Lombert meent, dat de wethouder zich vergist inzake de Rijn- en Schiekade; spreker herinnert zich uit vroegere raadsvergaderingen, dat het daarbij allereerst ging over de verbreeding van den weg. Deze is inderdaad afgestuit op den onwil van sommige eigenaren daar om dezen grond aan de gemeente over te dragen. Naast de verbreeding van het wegdek stond de zeer urgente verbetering van het bestaande wegdek. Ongeacht de vraag, of sommige eigenaren wilden medewerken, is men aan deze verbetering begonnen; zij is uitsluitend wegens gebrek aan het noodige materiaal gestaakt. Spreker geeft den Wethouder in overweging, zich met betrekking tot dit punt in verbinding te stellen met Gemeentewerken. Vervolgens vestigt spreker de aandacht van het College er op, dat de bewoners van het stadsgedeelte benoorden den Maresingel sinds eenige weken zeer ernstig zijn gedupeerd door de afbraak van de Huigbrug. Deze afbraak zal wel door den toestand van de brug noodig zijn geweest, maar spreker vraagt zich af, of men haar niet tijdig had kunnen verbeteren. Zal daar ter plaatse een nieuwe brug worden gebouwd? Zoo ja, dan is het gewenscht, dat het geschiedt in een sneller tempo dan waarin men aan de Turfmarktbrug heeft gewerkt. Voor den bouw van laatstgenoemde brug heeft men zooveel tijd noodig gehad, dat een particulier aannemer, die den zelfden tijd er aan had moeten besteden, zijn faillissement wel had kunnen aanvragen. Rondvraag. (Jongeleen e.a.) De heer Jongeleen is niet van zienswijze veranderd door de opmerkingen van den heer Lombert. Het is de bedoeling van het College, het wegdek van de Rijn- en Schiekade geheel in orde te maken. In Maart 1946 is aan het bestuur der vereeniging Rijn- en Schiekade verzocht, de bewoners van deze kade ertoe te bewegen, een deel van hun voortuinen af te staan, omdat ook zij hadden verzocht het trottoir te verbreeden. Spreker behoeft den raad van den heer Lombert om zich tot Ge meentewerken te wenden, niet te volgen, omdat hij voor zich heeft de schriftelijke verklaringen van de bewoners, die bereid zijn een deel van hun voortuinen af te staan. Het gemeente bestuur is bereid de geheele kwestie van de Rijn-en Schiekade onder de oogen te zien, wanneer het de medewerking van de bewoners dezer kade ontvangt. Het gaat niet alleen om het wegdek, maar ook om de breedte van het trottoir, die men te klein vindt. Het gemeente bestuur is bereid het trottoir te verbreeden, maar heeft daarvoor 1^ a 2 m van de voortuinen noodig. Indien men over een afstand van 20 a 25 woningen een breed trottoir aanlegde, dat plotseling tot 0,60 m werd versmald, zouden er juist ongelukken ontstaan. Het gemeentebestuur is bereid de zaak opnieuw onder de oogen te zien, wanneer de bewoners van deze kade bereid zijn aan zijn verzoek te voldoen. Indien de dienst van Gemeentewerken de Huigbrug heeft afgebroken, heeft hij het alleen uit harde noodzaak gedaan, omdat inderdaad een poot van de galgen dermate verrot is, dat het een gevaar oplevert voor het verkeer. Deze brug moest noodgedwongen worden afgebroken en binnen korten tijd zal den Raad een voorstel bereiken, inzake het al of niet herbouwen van deze brug. Of dit snel zal gaan weet spreker niet; in dezen naoorlogschen tijd heeft het gemeentebestuur te maken met de vraag, of er materiaal èn geld voor is. Wanneer de plannen gemaakt zijn, duurt het zeer lang voordat de gemeente de beschikking krijgt over materialen. Het gemeentebestuur wil zeer snel dit werk uitvoeren als het besluit eenmaal genomen is, maar het is geheel afhankelijk van de mogelijkheden, die worden geopend. Wat betreft de Turfmarktbrug, op dit punt is spreker niet geheel voorbereid, doch tijdens het afbreken van het wegdek kwamen dergelijke gebreken aan deze brug voor den dag, dat daarin voorzien moest worden. Daarom hebben deze werkzaamheden wat langer geduurd. De heer Woudstra vraagt, of het niet mogelijk is in het vervolg de notulen van de raadsvergaderingen ter inzage te leggen tegelijk met de andere stukken? Meestal worden ze later ter inzage gelegd en wanneer men de stukken vroeg komt inzien zijn ze er niet bij. De Voorzitter zal overwegen of dit mogelijk is. De heer A. van Dijk vestigt de aandacht op het feit, dat de kinderen van de scholen aan de Potgieter laan voor het overgroote gedeelte vijf of zes keer per dag den vrij drukken singel moeten oversteken. Langs dezen singel gaat b.v. het verkeer dat van Den Haag komt. Zou daar nu niet een duidelijk waarschuwingsbord, met het opschrift „School" geplaatst kunnen worden. De Voorzitter zegt toe, dat aan dit punt aandacht gewijd zal worden. Niemand meer het woord verlangende, sluit de Voorzitter de vergadering. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1946 | | pagina 9