MAANDAG 21 OCTOBER 1946.
93
Onderzoek op tuberculose van personeel der gemeentee.a.
(Menken e.a.)
bestemd, is aangekomen en dat nog dit jaar het in aanmerking
komende gemeentepersoneel, ongeveer 1000 man tellende,
moet worden doorgelicht. Om deze reden heeft het College
voorgesteld de medewerking van het Centraal Bureau voor
keuringen op medisch-hygiënisch gebied in te roepen.
Spreker stemt volkomen in met het denkbeeld, in het.
vervolg voor dit doel gebruik te maken van het op „Ende
geest" te bezigen doorlichtingstoestel in samenwerking met
de desbetreffende afdeeling van het Academisch Ziekenhuis
het ligt ook in de bedoeling om dit vrij kostbare apparaat
hierbij in te schakelen. Dit ook in antwoord aan den heer
Riedel.
Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten.
XI. Voorstel inzake het opnieuw verleenen van machtiging
tot het rooien van boomen en het vervreemden van te rooien
of gerooide boomen. (158)
De heer Lombert heeft natuurlijk tegen dit voorstel geen
bezwaar, doch wijst er op, dat aan de jeugd en ook aan de
ouderen altijd geleerd wordt, dat men geen vogelnesten
mag uithalen en de natuur moet sparen; in de afgeloopen
periode is het echter gebeurd, dat van gemeentewege op
de Hooigracht een aantal boomen werden gerooid, terwijl
daarin verschillende vogels nestelden en jonge vogels aan
wezig waren. Het heeft spreker toen verheugd, als blijk
gevende van een goede en gezonde mentaliteit van het
publiek, dat tegen het rooien van die boomen, waarbij de
vogels werden gedood, werd geprotesteerd. Het zou aan
beveling verdienen, in het vervolg het rooien van die boomen
zoodanig te doen geschieden, dat althans de daarin aan
wezige vogels en vooral de jonge vogels, niet worden gedood.
De heer Riedel zal deze opmerking van den heer Lombert
beantwoorden, omdat dit gebeurd is, toen spreker loco
burgemeester was. Dit geval was bijzonder pijnlijk. Het
was noodzakelijk de nesten te verwijderen om de eieren
zooveel mogelijk niet te laten uitkomen. Men mag echter de
eieren niet in het begin vernietigen, omdat de vogels dan
opnieuw leggen. Daarom was het niet alleen mogelijk, maar
zelfs noodzakelijk die nesten zoo laat mogelijk aan te pakken.
Een ongelukkige omstandigheid daarbij was, dat juist op
dat uur de kinderen naar school gingen. Spreker erkent:
het was een slechte beurt voor de gemeente, maar het was
moeilijk het anders te doen. Toen spreker hiervan mede-
deeling kreeg, heeft hij onmiddellijk order gegeven, dat er
mee opgehouden moest worden.
Daarna heeft spreker deze zaak besproken met den Chef
van den Plantsoendienst, die spreker heeft toegezegd,
dat men in de toekomst er op zou letten, dat de nesten
in de stilste uren worden verwijderd. Het is echter niet
uitgesloten, dat wel eens nesten vernietigd worden.
Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten.
De Voorzitter doet thans de deuren sluiten.
Na eenigen tijd wordt de openbare vergadering hervat.
XII. Voorstel tot het betuigen van instemming met het
wederopbouwplan Stationsweg en omgeving. (159)
De heer Lombert betoogt, dat men dit voorstel kan zien
als een uitvloeisel van de treurige omstandigheden, ver
oorzaakt door het bombardement van den llden December
1944, waarbij een groot gedeelte van de omgeving van den
Stationsweg werd vernield. Hoewel men de schade en de
verliezen, daardoor ontstaan, moet betreuren, kan men er
anderzijds in zekeren zin dankbaar voor zijn, dat de gemeente
op die wijze in de gelegenheid is gesteld aan een lang gekoesterd
verlangen te voldoen en het plan voor de noodzakelijke
saneering van dit stadsgedeelte ter hand te nemen. De
onaangename kant is, dat door het bombardement en de
daarop gevolgde slooping van verschillende panden zeer
veel woonruimte is verloren gegaan en vele inwoners hebben
moeten trachten elders onderdak te vinden, waarin zij soms
op slechts zeer primitieve wijze zijn geslaagd. Bij de uitvoering
van het thans voorgestelde plan zullen wederom woningen
aan haar bestemming worden onttrokken. Volgens de stukken
zal men trachten in de daardoor ontstane behoefte te voor
zien door het bouwen van woningen op gronden, die zullen
worden aangekocht.
Men behoeft zich niet de illusie te maken, dat veel van
Wederopbouwplan Stationsweg en omgeving.
(Lombert e.a.)
hetgeen den Raad hier wordt voorgesteld op zeer korten
termijn tot werkelijkheid zal kunnen worden. Het zal de
eerste taak van het gemeentebestuur moeten zijn te voorzien
in den woningnood, die toch al zoo groot is, maar die ten
gevolge van dit voorstel en van de onteigening van ver
schillende perceelen nog grooter zal worden. Spreker acht
het noodzakelijk, dat de gemeente aan de getroffenen een
behoorlijke woongelegenheid zal kunnen aanbieden, zoodat
niet nog meer menschen gedupeerd zullen worden. Spreker
uit dus den wensch, dat het gemeentebestuur vóór alles,
vóórdat het dit werk ter hand neemt, zal zorgen voor de
totstandkoming van een behoorlijk aantal woningen voor
de betrokkenen.
De heer Vos brengt in de eerste plaats te berde een algemeen
bezwaar tegen den hierbij gevolgden gang van zaken, een
bezwaar waaraan echter het College niets kan doen, zoodat
spreker dit verwijt dus niet tot het College richt. Dit bezwaar
nu is, dat de Raad slechts een adviesje kan geven in deze
zaak, ten aanzien waarvan het College van Algemeene
Commissarissen voor den Wederopbouw volkomen vrij is
het te aanvaarden dan wel het naast zich neer te leggen.
De invloed van den Raad is dus zeer gering. Dit advies nu
en dat is sprekers tweede bezwaar, waaraan het College
misschien wel iets kan doen, moet door den Raad uitgebracht
worden op zeer korten termijn. Immers, dit plan is aan het
College toegezonden op 26 September j.l. en zal na aan het
oordeel van den Raad te zijn onderworpen binnen een maand
na dezen datum mèt het advies van het College aan Gedepu
teerde Staten moeten worden doorgezonden. Nu is spreker
niet duidelijk of die termijn van een maand moet worden
gerekend vanaf 26 September j.l., dan wel vanaf het tijdstip
van het uitbrengen van het advies door den Raad.
De Voorzitter Vanaf 26 September.
De heer Vos zegt, dat dit dus daarop neerkomt, dat het
College voor 26 October het advies van den Raad zal moeten
doorsturen en dan beklaagt spreker het College, dat wel
zeer weinig tijd heeft technische opmerkingen uit den Raad
nog in een rapport te verwerken. Daarvoor heeft het College
dan slechts Her dagen. In de eerste plaats heeft dus de Raad
zeer weinig tijd gehad; de Raadsleden hebben dit voorstel
pas een week in huiswaar zij ook nog andere werkzaamheden
hebben, hebben zij buitengemeen weinig gelegenheid gehad
deze plannen te bezien en ze te bespreken met de belang
hebbende burgers. Deze plannen grijpen zeer in in de belangen
van de burgerij, o.a. door de voorgenomen onteigeningen;
ook de wijze van bebouwing is van zeer groot belang en
het zou dus zeer belangrijk kunnen zijn daarover belang
hebbenden te raadplegen, maar de gelegenheid daartoe
ontbreekt volkomen. Spreker maakt dus bezwaar tegen
deze van bovenaf opgelegde procedure, die hierop neerkomt,
dat de Raad in de verplichting is deze zaak met ontzettende
snelheid af te werken, waardoor hij geen gelegenheid heeft
om het plan voldoende te bezien. Het is een beetje: „chez
vous, sur vous et sans vous". Toch acht spreker zich ver
plicht eenige technische opmerkingen te maken, hetgeen
niet zoo eenvoudig is, nu hij geen kaart tot zijn beschikking
heeft. Mocht de Wethouder sprekers opmerkingen niet
voldoende kunnen begrijpen, dan neemt spreker direct de
schuld daarvan op zich.
Op het nieuw ontworpen Stationsplein zal een flatgebouw
verrijzen. Een deskundige heeft aan spreker medegedeeld,
dat de hoek van het gebouw der Leidsche Duinwater-Maat
schappij niet in één lijn ligt met den gevel van het flatgebouw,
die naar den Stationsweg is gekeerd; de rooilijn van dien
gevel ligt meer naar achteren, waardoor een soort van zak
ontstaat, waaraan het bezwaar is verbonden, dat het rijver-
keer, hetwelk van het station komt en rechts houdt, op weg
naar de Steenstraat en gaande langs dien gevel van het
flatgebouw, tegen de uitstekende punt van het gebouw der
Leidsche Duinwater-Maatschappij zal rijden. Spreker vraagt,
of het niet beter zou zijn het flatgebouw zoo te projecteeren,
dat de punt van het gebouw der Leidsche Duinwater-Maat
schappij wel in één lijn met de rooilijn van bedoelden gevel
komt te liggen.
In de tweede plaats geeft spreker in overweging om,
gelet op het desbetreffende voorschrift van de bouwver
ordening, den hoek van het flatgebouw, die gericht is naar
den Rijnsburgerweg, af te ronden.
In de derde plaats wordt naar de meening van de des
kundigen zonder noodzaak te veel afgenomen van de tuinen
achter de eerste huizen aan den Morschsingel, waardoor
dus onnoodig particuliere belangen worden geschaad. Het
zelfde geldt voor de tuinen van de verdere huizen aan dien