90
MAANDAG 7 OCTOBER 1946
Verhooging van de sieunnormcn.
(Mevrouw Braggaar e.a.)
was met den geest van het voorstel, zooals spreekster het had
toegelicht.
Na de verwerping van haar voorstel heeft spreekster haar
stem gegeven aan het voorstel, dat thans in behandeling is,
omdat het een verbetering inhield en een half ei toch nog
altijd beter is dan een leege dop.
Het verwijt, dat men op een andere plaats tot spreekster
heeft gericht, n.l. dat het wel gemakkelijk is in den Raad een
voorstel te doen en de menschen met iets blij te maken,
zonder dat een resultaat wordt verkregen, is dan ook onjuist.
Zij, die beter over spreeksters werk kunnen oordeelen, weten,
dat haar voorstellen steeds zeer ernstig zijn bedoeld en zij
daarbij nooit den weg van den minsten weerstand kiest.
Het thans aanhangige voorstel is niet volledig, want
daarin ontbreekt de brandstoffentoeslag, tot de toekenning
waarvan in de vergadering der commissie is besloten, en de
verstrekking van schoeisel en kleeding, waarover eveneens in
de commissie is gesproken. Spreekster zag dit vooral graag
toegelicht, omdat de Wethouder van Sociale Zaken, die na
den bezettingstijd is benoemd, de heer Wilmer, indertijd heeft
voorgesteld den steun te verhoogen van 15,50 tot 16,00 en
den kindertoeslag te brengen van 1,95 op 2,40. Dat is
pas ingegaaan in April. Daarbij is toen bepaald, dat daarmede
alle verdere toeslagen zouden zijn vervallen. In de vergadering
van 22 Augustus is echter de uitdrukkelijke verzekering
gegeven, dat de ondersteunden ook een brandstoffentoeslag
en schoeisel en kleeding zouden ontvangen.
In de vergadering der commissie van 4 Maart heeft spreek
ster gepleit voor een wijziging van den aftrek wegens verdien
sten van inwonende kinderen. Een wijziging van dien aftrek
was zeer zeker noodigof het nu voldoende is, laat spreekster
in het midden. Het is van belang, deze verdiensten den ge-
steunden zoo min mogelijk in rekening te brengen. Men
bereikt daardoor, dat de gezinsverhoudingen beter worden,
maar ook, dat de werkwilligheid wordt bevorderd, wat toch-
in de eerste plaats noodig is. Uit de cijfers van het Centraal
Bureau voor de Statistiek blijkt wel, dat de prijs van het
levensmiddelen pakket niet gestegen is, maar deze gegevens
houden alleen rekening met het gemiddelde; hier heeft men
echter niet met het gemiddelde te maken, maar met de minst
draagkrachtigen, en daarom verzoekt spreekster den toestand
waarin deze menschen verkeeren, zooveel mogelijk te ver
beteren. En wanneer dit voor deze menschen noodig is, is het
zeerzeker ook noodig voor de gesteunden. Daarom hoopt
spreekster dat dit voorstel zal worden aangenomen.
De heer van Weizen zegt, dat dit voorstel een eindweegs
tegemoet komt aan de eischen, waarvoor de communistische
fractie hier meermalen is opgekomen. Allereerst geldt dit
met betrekking tot den z.g.n. kinderaftrek, die bij dit voorstel
in het algemeen op de helft wordt bepaald, zoodat de helft
van het loon van de kinderen wordt vrijgesteld, terwijl voor
meerderjarige kinderen het gedeelte van het loon dat ligt
tusschen 20.en 30.geheel is vrijgesteld. Die bepaling
acht spreker toch niet zeer ruim; spreker had liever gezien
dat men in dit opzicht een bepaald bedrag had genoemd.
Juist onder de tegenwoordige verhoudingen lijkt het spreker
gewenscht dit bedrag te bepalen op 25.of 26.Spreker
wil daarvan geen speciaal voorstel maken, maar aangezien
het in de practijk aankomt op de wijze, waarop dit wordt
toegepast, meent spreker te kunnen volstaan met het uit
spreken van de suggestie, in het algemeen aan deze gedachte
gevolg te geven.
De heer Menken zegt, dat de opmerking van den heer van
Dijk alleen op de onduidelijkheid van de redactie sloeg, zoodat
het voorstel niet precies afgerond was voor den Raad.
Spreker erkent dat het lang heeft geduurd voordat dit
voorstel in den Raad gekomen is, maar men moet er toch ook
rekening mee houden dat men in deze zaak eenigszins afhan
kelijk is van de ambtenaren op het Stadhuis, die tot over de
ooren in het werk zitten. Dit heeft ook invloed gehad op de be
handeling van de quaestie van de steunnormen, gelijk op zoo-;
vele andere zaken. De behandeling van dezen zaak werd wel
eens wat verschoven; vandaar dat spreker op een desbetref
fende vraag in een van de laatste raadsvergaderingen geant
woord heeft te zullen zorgen dat de quaestie van de steun
normen vóór den winter in orde zou komen.
Spreker meent, dat men den ondersteunden nimmer een
Verhooging van de steunnormene.a.
(Menken e.a.)
leegen dop heeft gegeven en dat men van het halve ei al aardig
op weg is naar het heele ei.
Van de ongeveer 1100 gevallen, die bij den Dienst van
Sociale Zaken in ondersteuning zijn, zullen bijna 800 profi-
teeren van de verbetering van den huurtoeslag.
Met betrekking tot den brandstoffentoeslag is geen nieuw
voorstel gedaan. Burgemeester en Wethouders hebben des
tijds besloten om, in afwijking van hetgeen toen verluidde,
den brandstoffentoeslag te handhaven. Dat is verleden jaar
gebeurd en zal nu weer gebeuren.
Voor kleeding en schoeisel wordt per jaar beschikbaar ge
steld: voor eiken alleenstaande 25.voor elk echtpaar
50.en voor elk kind 10.Hierop kan verhaal worden
toegepast, hetgeen voornamelijk geschiedt, wanneer blijkt,
dat de gezinsinkomsten dermate zijn geworden, dat inderdaad
eenig verhaal (het maximum bedraagt a/3) mogelijk is.
De Raad zal het met spreker eens zijn, dat de aftrek wegens
verdiensten van inwonende kinderen belangrijk is verbeterd.
Het is mogelijk, dat nog andere correcties moeten worden
toegepast, maar spreker hoopt, dat de nieuwe regeling spoedig
de goedkeuring van de hoogere instanties zal ontvangen.
Ongetwijfeld zal niet iedereen met deze verbetering tevreden
zijn, maar men zal toch den goeden wil moeten erkennen.
Spreker is er van overtuigd, dat ook de Raad in het oog houdt,
dat men met de steunnormen altijd achter de feiten aan loopt.
Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten.
De Voorzitter vraagt, of thans een der leden nog iets in
het belang van de gemeente in het midden heeft te brengen.
De heer Riedel vraagt, hoe het staat met de voorziening
in de vacatures van hoofden van openbare lagere scholen.
De heer van Schaik antwoordt, dat de voordrachten in de
volgende vergadering zullen worden behandeld.
De heer Hendriks bemerkte eerst bij zijn komst ter ver
gadering, dat een aanvullingsagenda was rondgedeeld. Toen
spreker vanmorgen naar kantoor ging, was de post er nog niet
geweestvan zijn kantoor is hij regelrecht naar deze vergade
ring gegaan. Het zal meer raadsleden zijn gegaan gelijk
spreker. Naar zijn meening verdient het aanbeveling, de
aanvullingsagenda's iets eerder aan de leden toe te zenden.
Intusschen is spreker bereid aan te nemen, dat de afgeloopen
week een bijzondere week is geweest.
De Voorzitter constateert, dat de heer Hendriks zelfs van
daag nog de lasten van 3 October heeft gedragen. In verband
met de viering van dien dag heeft het College in plaats van
Donderdag, Vrijdag vergaderd, waardoor de stukken een dag
later dan gewoonlijk zijn uitgekomen.
De heer Woudstra is eenige malen aangeloopen tegen het
begrip „reglement van orde voor den Raad", maar heeft het
reglement nog nooit in tastbaren vorm gezien. Is het mogelijk,
vraagt spreker, het al of niet tegen vergoeding van den kosten-
den prijs voor de raadsleden beschikbaar te stellen?
De Voorzitter zal elk van de raadsleden een exemplaar van
het reglement van orde doen toekomen, zoodra voldoende
exemplaren beschikbaar zijn.
De heer Frohwein heeft als secretaris van de Afdeeling
Leiden van de Partij van de Vrijheid den Wethouder van
Sociale Zaken schriftelijk gevraagd, welke leden van de
Contact-commissie voor de Prijsbeheersching deel uitmaken
van de Partij van de Vrijheid. Daarop heeft spreker tot heden
nog geen antwoord ontvangen en spreker hoopt dat die
commissie niet geïnstalleerd zal worden voordat dat ant
woord gekomen is.
De heer Menken deelt den heer Frohwein méde, dat het
schriftelijk antwoord op deze vraag al geformuleerd is.
Waarom de heer Frohwein dit nog niet heeft ontvangen is
spreker niet duidelijk; het antwoord zweeft blijkbaar nog.
Niemand meer het woord verlangende, sluit de Voorzitter
de vergadering.
Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.