52
het besluit tot vaststelling van het uitbreidingsplan 1933 is
gehandhaafd, te herzien in dier voege, dat de straat, geprojec
teerd tusschen den Zoeterwoudschesingel en de Bloemisten
laan, vervalt, met uitzondering van het gedeelte, dat de
verbinding vormt van de Prinses Wilhelminastraat met de
Bloemistenlaan, een en ander zooals op de overgelegde
kaart B is aangegeven.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 143. Leiden, 28 September 1946.
Bij Raadsbesluit van 28 Januari 1923 (Ingek. St. No. 10)
werd een maximum bijdrage van 7.450.toegekend in
het jaarlijksch exploitatie-tekort van het volksbadhuis van
de woningbouwvereeniging „de Eendracht", alhier. In ver
band met de exploitatie-uitkomsten kon de laatste jaren
worden volstaan met op de begrooting een bedrag van
5.250.als bijdrage uit te trekken.
Voor het exploitatiejaar 1944/1945 blijkt dit bedrag
echter niet toereikend te zijn om het tekort te dekken.
De exploitatie-rekening over dat tijdvak wijst n.l. een
nadeelig saldo aan van 7.488.02. Dit vindt zijn oorzaak
in het feit, dat het badhuis in dat exploitatiejaar wegens
waterrantsoeneering en afsluiting van den gastoevoer vrijwel
steeds gesloten is geweest. Ontvangsten waren er daardoor
nagenoeg niet, terwijl de jaarlijksche lasten voor een groot
deel uiteraard toch moesten worden voldaan.
In mindering van het tekort ontvangt de vereeniging een
bedrag van 777.45 ten laste van volgno. 406 der begrooting,
zijnde het door de onderhavige bouwvereeniging in het
rijkshuurverlagingsfonds gestorte verschil tusschen de annuï
teit over 1933/1934 naar 5 en de tegenwoordige annuïteit
naar 3J Door gemeente-bijdrage moet derhalve nog
worden gedekt 7.488.02777.45 6.710.57, zoodat het
op de begrooting toegestane bedrag van 5.250.voor het
exploitatie jaar 1944/1945 1.460.57 te laag is.
Met mededeeling, dat bij Gedeputeerde Staten tegen het
verhoogen van de raming in de begrooting 1945 geen bezwaar
bestaat, geven wij Uwe Vergadering mitsdien in overweging
een bedrag van 1.460.57 beschikbaar te stellen tot ver
hooging van het toegestane bedrag van 5.250.wegens
bijdrage aan de woningbouwvereeniging „de Eendracht"
tot dekking van het exploitatie-tekort 1944/1945 van het
volksbadhuis.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 144. «Leiden, 28 September 1946.
Bij den Dienst van Gemeentewerken zijn twee vracht
auto's in gebruik, meer speciaal voor het vervoer van mate
rialen enz. voor de afdeelingen „bestratingen" en „plant
soenen"-.
De auto voor de afdeeling „bestratingen" is reeds van 1931
af in gebruik en die voor de afdeeling „plantsoenen" van
1935 af; de aanschaffingskosten van deze auto's werden in
3 jaren afgeschreven.
Het behoeft wel geen nader betoog, dat na een intensief
gebruik van resp. 15 en 11 jaar, beide vrachtauto's nagenoeg
geheel versleten zijn en door nieuwe dienen te worden ver
vangen.
Wij merken hieromtrent nog op, dat voor het vervoer van
de materialen voor deze afdeelingen auto's onmisbaar zijn
en onder de tegenwoordige omstandigheden het huren van
vrachtauto's van particulieren, afgezien nog van de hooge
kosten, vrijwel niet mogelijk is.
In verband hiermede werd een aanvrage ingediend voor
den aankoop van twee nieuwe vrachtauto's, waarop thans
een toewijzing^ is ontvangen voor den aankoop van één
nieuwe vrachtauto, merk Ford, met cabine en laadbak,
groot 3] ton; de kosten hiervan zullen beloopen 5.750.
benevens 250.voor reservewiel, reserveband, enz., is in
totaal rond 6.000.welke kosten over een periode van
5 jaren ten laste van den gewonen dienst zullen worden
verdeeld.
Hoewel de aankoop vergunning eerst dezer dagen werd
ontvangen, is deze slechts tot 2 October 1946 geldig.
In verband hiermede zal vóór dien datum de aankoop
vergunning aan de N.V. „Het Motorhuis" alhier ter hand
worden gesteld, met mededeeling, dat haar de definitieve
opdracht tot levering zal worden gedaan, nadat de vereischte
goedkeuring daartoe zal zijn verkregen.
Wij geven Uwe Vergadering derhalve in overweging, door
vaststelling van den overgelegden begrootingsstaat No. 4,
model D, tot wijziging van de gemeentebegrooting, dienst
1946, ten behoeve van den aankoop van een vrachtauto voor
den Dienst van Gemeentewerken, een bedrag van 6.000.
te onzer beschikking te stellen, welk bedrag over een periode
van 5 jaren, aanvangende met het jaar 1946, zal worden
verdeeld.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 145. Leiden, 28 September 1946.
Een tweetal ketels van de centrale verwarming van het
krankzinnigengesticht „Endegeest", welke ketels dienen voor
verwarming van pavillioens, verkeert in zoodanigen slechten
toestand, dat de vrees gewettigd is, dat zij in den loop van
den komenden winter onklaar zullen worden. Vervanging
van deze ketels door nieuwe is derhalve noodig.
De kosten van aanschaffing en montage der ketels zullen
4.023.bedragen. Dit bedrag kan worden gevonden uit de
middelen van het afschrijvings- en vernieuwingsfonds der
gestichten; de ketels kunnen worden afgeschreven in 10 jaren
ten laste van de exploitatierekening.
In overeenstemming met het advies van de Commissie
van Beheer over de gestichten geven wij U mitsdien in over
weging, door vaststelling van den overgelegden begrootings-
- staat model D, een bedrag van ƒ4.023.uit de middelen
van het afschrijvings- en vernieuwingsfonds der gestichten
„Endegeest", „Voorgeest" en „Rhijngeest" ter beschikking
te stellen voor de aanschaffing c.a. van twee ketels voor de
centrale verwarming van het gesticht „Endegeest" en te
bepalen, dat de ketels in 10 jaren, aanvangende met het
dienstjaar 1946, ten laste yan de exploitatierekening der
gestichten zullen worden afgeschreven.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 146. Leiden,. 28 September 1946.
Blijkens een in de Leeskamer ter visie liggend schrijven
van Gedeputeerde Staten met bijbehoörend ontwerp-besluit,
ligt het in hun voornemen ten aanzien van de jaarwedde van
de secretarissen en de ontvangers van de gemeenten in de
provincie Zuid-Holland overeenkomstige maatregelen te
treffen als ten aanzien van het burgerlijke rijkspersoneel en
het onderwijzend personeel bij Koninklijk Besluit van
16 Januari 1946, Stbl. G nr. 13, zijn vastgesteld.
Deze maatregelen komen voor de tegenwoordige functiona
rissen hier ter stede neer op toekenning van 1 September 1945
af van een tijdelijke overbruggingstoelage ten bedrage van
240.per jaar voor gehuwden of ongehuwden eenige kost
winners en 120.per jaar voor ongefiuwden-niet eenige
kostwinners.
Aangezien de tijdelijke overbruggingstoelage door ons
Collega reeds bij besluit van 21 Maart j.l. van 1 September
1945 af aan het overige gemeentepersoheel werd toegekend,
geven wij Uwe Vergadering in overweging ons College te
machtigen aan Gedeputeerde Staten te berichten, dat U
adviseert de jaarwedde van den secretaris en den ontvanger
te herzien overeenkomstig het overgelegde ontwerp-besluit.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 147. Leiden, 28 September 1946.
Voor hen, die door bijzonderen aanleg aangewezen zouden
zijn voor academische vorming, doch een min of meer lang
durige studie niet kunnen betalen, bestaat in bescheiden
mate de mogelijkheid door verwerving van een beurs be
schikbaar gesteld door het Rijk of door een andere overheids-
of een particuliere instantie de geldelijke bezwaren tegen
een studie aan een Universiteit, enz. te ondervangen. Het
aantal Rijksbeurzen is beperkt, terwijl voor de toekenning
van een der andere beurzen vrijwel steeds de voorwaarde
wordt gesteld, dat men behoort tot een bepaald geslacht of
afkomstig is uit een bepaalde gemeente of landstreek. Voor
Leidsche jongelieden is de kans, dat hun een beurs wordt
toegewezen, dan ook betrekkelijk klein. Wij meenen, dat
getracht moet worden hierin eenige verbetering te brengen
door het bijeenbrengen van fondsen, waaruit speciaal be
gaafde jonge Leidenaars gedurende hun studietijd kunnen
worden gesteund.