56 MAANDAG 22 JULI 1946. Sluiting bedrijven van selioenmakers op Zaterdagmiddage.a. (A. van Dijk e.a.) De heer A. van Dijk trekt, mede namens de andere voor stellers, zijn amendement in. De Voorzitter constateert dat het amendement van den heer Stokman c.s. is ingetrokken. Artikel 1 wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De artikelen 2 en 3 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming aangenomen, waarna de verordening in haar geheel zonder hoofdelijke stemming wordt vastgesteld. XXX. Voorstel inzake het beschikbaarstellen van gelden ten behoeve van den aanleg van een persleiding e.s. in verband met de gaslevering aan de gemeente Noordwijk, het aanleggen van een tweede persgasleiding naar de Postbrug en het aan brengen van een tweede gaspomp in het gaspompstation van de gasfabriek e.a., in verband met de toegenomen gaslevering aan andere gemeenten. (911) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wet houders besloten. XXXI. Wijziging van de verordening betreffende de levering van electriciteit door de Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit. (99) De heer van Weizen heeft tegen dit voorstel geen bezwaar, aangezien inderdaad de productiekosten gestegen zijn. Bij de laatste verhooging van den electriciteitsprijs, in de raads vergadering van 17 December 1945, is door den heer Goslings echter aan het College verzocht om in verband met deze voorstellen eens een overzicht te geven van de geheele situatie der bedrijven en van de positie van de gemeente Leiden op het oogenblik. Thans, ruim een jaar na de bevrijding en bijna een half jaar na de laatste verhooging van den electriciteitsprijs, herhaalt spreker deze vraag. In tal van gemeenten is de begrooting voor 1946 reeds behandeld, maar de Leidsche Gemeenteraad weet op het oogenblik nog van niets. Spreker vraagt, of de Baad binnenkort zal kunnen over gaan tot de behandeling van de begrooting en van de positie der bedrijven. De heer Riedel betoogt, dat bij aanneming van de voor gestelde wijzigingen het kleinste gedeelte van de verbruikers, de slecht behuisden, niets meer dan nu behoeven te betalen, indien zij niet meer dan hun rantsoen verbruiken. De ver hooging voor de andere verbruikers bedraagt bij het grootste verbruik ten hoogste 0.19 per maand, in verband met de bepalingen van het huistarief en de rantsoeneering. De prijs per kWh bedraagt in Botterdam 0.23, in Gouda 0.24 en in Den Haag en Dordrecht 0.215. In de beide laatstgenoemde gemeenten zal de prijs eerlang worden ver hoogd. De gemeente Leiden verschijnt met den prijs van 0.22 voor enkeltarief dus niet in een ongunstig licht. Spreker kan niet verklaren, waarom indertijd geen ant woord is gegeven op de vraag omtrent de positie van de bedrijven. Deze vraag is niet ter kennis van spreker gebracht. Misschien is zij door den plotselingen dood van den heer Verweij eenigszins op den achtergrond gebleven. Ook is het mogelijk, dat door den geleidelijken terugkeer van de stabili teit van het Electriciteitsbedrijf het werkelijk moeilijk is een overzicht van de huidige positie te geven. Eerst nu is ge bleken, dat in de eerste vier maanden van dit jaar de uitkomsten van de daarop volgende maanden zijn nog niet officieel bekend de bedrijven weer in de goede richting gaan. Over de details valt nog heel weinig op te merken, omdat de zaak nog niet geheel stabiel is. Spreker is bereid met de directie overleg te plegen over de vraag, of het mogelijk is den Baad eenige gegevens omtrent de Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit te verstrekken. De gemeentebegrooting is een teere zaak. De afdeeling Financiën van de Gemeentesecretarie is zeer zwaar belast. Intusschen wordt aan de samenstelling van de begrooting gewerkt. De heer van Weizen vraagt of de Baad de begrooting nog dit jaar kan tegemoetzien. De heer Riedel Dit jaar waarschijnlijk wel, maar dat het nog in deze zittingsperiode zal zijn is niet waarschijnlijk. Tarieven levering electriciteit; e.a. (Voorzitter e.a.) Het Eenig Artikel en daarmede de geheele verordening wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld. XXXII. Voorstel tot liet be schikbaarstellen van gelden ten behoeve van het doen verrichten van verschillende onder houdswerkzaamheden aan gemeentegebouwen. (190) De heer Wittenaar kan zich wel met dit voorstel ver eenigen, doch maakt er wel bezwaar tegen dat in den Baad nog geen begrooting als zoodanig behandeld is en dat de Baadsleden geregeld voor een fait accompli worden geplaatst, in dien zin, dat bedragen van nogal grooten omvang worden uitgegeven voordat de Baad daaraan zijn goedkeuring heeft gehecht. Eekening houdend met de moeilijkheden, waarin het College verkeert, is het toch wel gewenscht dat dergelijke voorstellen den Baad eenigszins vroegtijdig bereiken, zoodat de Baad in de gelegenheid is, deze behoorlijk onder oogen te zien. De heer Jongelecn zegt, dat de quaestie van de gemeente begrooting zooeven reeds aan de orde is geweest en spreker acht er zich van ontslagen daarop thans dieper in te gaan. Inderdaad is juist de opmerking van den heer Wittenaar, dat het niet aangaat dergelijke groote bedragen op deze wijze aan te vragen. In normale omstandigheden zouden dergelijke posten aan het begin van het jaar in de gemeente begrooting opgenomen worden als posten voor verschillende onderdeelen van Gemeentewerken, en dan hebben de raads leden daarop verder ook geen controle. Deze posten zijn meestal ramingen, ten aanzien waarvan men nog niet precies weet, wat er in het loopende jaar moet gebeuren. De Directeur van Gemeentewerken stond dit jaar voor de vraag, of nu de zeer noodige reparatie- en onderhoudswerken aan de school gebouwen moesten doorgaan ja dan neen. De Directeur heeft zoolang mogelijk gewacht met het aanhangig maken van een voorstel, omdat hij verwachtte, dat de gemeentebegrooting misschien nog aan de orde zou komen; toen het echter niet mogelijk bleek, de gemeentebegrooting tijdig bij den Baad in te dienen, heeft hij opgemaakt een lijst van postjes voor bijna alle openbare scholen en voor de Stadsgehoorzaal, die moet worden schoongemaakt, bijgewerkt, gewit en gesaust. Niet het geheele bedrag zal in de eerstvolgende maanden worden besteedspreker acht het n.l. niet waarschijnlijk dat de gemeente toestemming krijgt voor verschillende verf- werken; de laatste berichten wijzen er op dat het zeer moeilijk is, voor binnenverfwerk vergunning te krijgen. Een zeer groot gedeelte van het thans aangevraagde bedrag zal dus om practische redenen wel niet verwerkt kunnen worden. De heer Wittenaar maakt ook geen bezwaar tegen het voorstel zelf, doch verzoekt deze voorstellen tijdig in te dienen, zoodat de Baad ze behoorlijk kan bezien en be spreken. De Voorzitter zegt, dat deze handelwijze eenigszins spoeds halve geweest is. Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. XXXIII. Voorstel tot het besehikbaarslellen van gelden ter bestrijding van de kosten verbonden aan het ontruimen van woningen. (101) De heer A. van Dijk vestigt er de aandacht op, dat onder degenen, die moeten verhuizen, ook personen zijn, die koken op electrische apparaten. Ter voorkoming van moeilijkheden bij de uitvoering van het raadsbesluit stelt speker voor onder 5°. te lezen: het aansluiten van gastoestellen en elec trische apparaten en het ophangen van electrische lampen. De heer Jongeleen kan zich daarmede geheel vereenigen. De heer Vos heeft in de raadsvergadering van 3 Juni j.l. zijn stem verheven tegen de ontruiming van woningen, omdat hij het grootelijks onbillijk vindt, dat menschen ter wille van anderen hun woning moeten verlaten. Spreker heeft daarbij het College in overweging gegeven zoo min mogelijk over te gaan tot ontruiming en zooveel mogelijk een oplossing van de moeilijkheden te zoeken door het doen samenwonen. Wanneer het College voor het nog komende gedeelte van 1946 een crediet van 10.000.vraagt, hetgeen overeenkomt met een crediet van 25.000.voor het geheele jaar, vreest spreker, dat het de bedoeling van het College is,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1946 | | pagina 6