34
2. Het in het eerste lid bepaalde geldt niet:
op den Zaterdag van de week, waarin de le Januari
valt, wanneer deze dag geen Zondag is;
b. op den Zaterdag, onmiddellijk voorafgaande aan den
eersten Paaschdag en den eersten Pinksterdag;
c. op den Zaterdag van de week, waarin de Hemelvaarts
dag valt;
d. op den Zaterdag van de week, waarin de 25e en(of) de
26e December valt;
e. op den Zaterdag van de week, waarin Leiden's ontzet
wordt gevierd.
Y Artikel 2.
1. Overtreding van het bepaalde in artikel 1 wordt gestraft
met hechtenis van ten hoogste zes dagen of geldboete van
ten hoogste vijf en twintig gulden.
'i' 2. Aansprakelijk voor de naleving van het bepaalde in
artikel 1 is het hoofd of de bestuurder van het bedrijf of
degene, die hen geregeld als zoodanig vervangt.
Artikel 3.
Aan de ambtenaren, die belast zijn met de opsporing van
overtredingen dezer verordening wordt de last verstrekt om
ter handhaving van de bepalingen dezer verordening zoo
noodig de woningen en andere gebouwen, alsmede de erven
ook tegen den wil van den bewoner binnen te treden, mits met
inachtneming van de bepalingen van de wet van 21 Augustus
1853 (Staastblad no. 83); de uitvoering van deze last zal te
allen tijde mogen plaats vinden.
Aan Burg. en Weth. van Leiden,
den tijdelijke» Gemeenteraad.
y,o..
,11.0 r in.»'
tli.-si
Leiden, 11 Juli 1946.
Het door Uw college in onze handen gesteld verzoek van
de Vakgroep Schoenherstellers de verplichte sluiting op
Zaterdag na 13 uur van schoenmakers- en schoenherstellers-
bedrijven bij verordening te regelen betreft een onderwerp,
ten aanzien waarvan de Bijkswetgever geen voorschriften
heeft gegeven. Immers de Winkelsluitingswet 1930, S. 460,
waaraan men in dit verband zou kunnen denken, kan niet
geacht worden zich tot zoodanige bedrijven uit te strekken.
Naar het ons voorkomt, bestaat hier dan ook de bevoegdheid
van den gemeentelijken wetgever een plaatselijke regeling
in het leven te roepen.
De vraag of hiermede slechts een groepsbelang en niet in
het algemeen het belapg van de huishouding der gemeente
gediend zou worden kan, naar onze meening, ontkennend
worden beantwoord, gelet, behalve op de beteekenis, welke
een zekere verlichting voor een goede de burgers dienende
bedrijfsvoering kan hebben, mede op de bescherming, welke
de, onder winkels in den zin der Winkelsluitingswet 1930,
S. 460, gerangschikte bedrijven reeds uit een erkend oogpunt
van algemeen belang genieten.
Wij geven mitsdien Uw College in overweging Uw mede
werking terzake te verleenen en een daartoe strekkende
regeling aan den tijdelijken Gemeenteraad ter vaststelling
aan te bieden, als hoedanig, naar wij vertrouwen, de hierbij
gevoegde ontwerp-verordening zal kunnen dienen.
De Commissie voor de Strafverordeningen,
P. H. van Kinschot, Voorzitter.
B. Streng, Secretaris.
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders
van Leiden.
(ffliysh! 4
- h v
Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GBOEN ZOON.
XOL 'O "-:vV t'V
IT' Ul'1'