31
krachtige stimulans voor verschillende takken van sport
geven.
Bovendien ligt het in het voornemen t.z.t. alhier een
voetbalwedstrijd Leiden-Oxford te organiseeren, welke wed
strijd naar verwacht mag worden alleen reeds een dusdanig
bedrag aan vermakelijkheidsbelasting zal opbrengen, dat
het bedrag van de subsidie ad 500.hiermede ruim
schoots wordt gecompenseerd.
Aangezien wij van oordeel zijn, dat de gevraagde subsidie
ad 500.voor die doeleinden dient te worden verleend,
geven wij Uwe Vergadering mitsdien in overweging om:
a. aan het plaatselijk Comité van de Landelijke Organisatie
ter bevordering van het Engelsch-Nederlandsch sport-
contact voor het jaar 1946 een subsidie van 500.te
verleenen
b. behoudens goedkeuring van Gedeputeerde Staten dezer
provincie, in verband met de sub a verleende subsidie een
bedrag van 500.te brengen op de gemeentebegrooting,
dienstjaar 1946.
Aan Burg. en Weth. van Leiden,
den tijdelijken Gemeenteraad.
N°. 91. Leiden, 13 Juli 1946.
De voorbereiding van de ook door ons gewenschte ver
nieuwing van het onderwijs zal leiden tot het maken van
eenige kosten voor het houden van lezingen, het organiseeren
van cursussen voor het onderwijzend personeel en dergelijke,
welke voorshands worden geraamd op 500.
Teneinde over dit bedrag te kunnen beschikken geven
wij Uwe Vergadering in overweging voor dat doel op de
begrooting voor het jaar 1946 uit te trekken een bedrag
van 500.
Aan Burg. en Weth. van Leiden,
den tijdelijken Gemeenteraad.
N°. 92. Leiden, 13 Juli 1946.
De fabricage van gas door de Stedelijke Fabrieken van Gas
en Electriciteit geschiedt door middel van de koolgasfabriek
en de watergasfabriek. De toestellen van de watergasfabriek
zijn reeds veertig jaar oud. Verschillende belangrijke onder-
deelen zijn versleten, tengevolge waarvan de productie,
waarop zij berekend is, niet verkregen kan worden. Boven
dien is de noodzakelijke bedrijfszekerheid vanwege den
toestand, waarin de installatie verkeert, niet aanwezig.
Aan uitbreiding van de koolgasfabriek, teneinde de pro
ductie van gas door de watergasfabriek te kunnen overnemen,
kan niet worden gedacht, omdat de daarvoor benoodigde
materialen en onderdeelen niet zijn te bekomen. Voorts moet
uitbreiding van de koolgasfabriek op dit oogenblik worden
ontraden, aangezien plannen in voorbereiding zijn tot con
centratie van de gasproductie voor Nederland en thans nog
niet is te zeggen, welke taak de koolgasfabriek in die gecon
centreerde gasvoorziening zal hebben te vervullen. Aan de
watergasfabriek zal evenwel, naar met grond mag worden
aangenomen, ook bij een concentratie van de gasvoorziening
behoefte blijven bestaan.
Het is derhalve èn met het oog op de huidige èn met het
oog op de toekomstige gasvoorziening noodig, dat de water
gasfabriek wordt vernieuwd. Te dien einde dient een moderne
watergasinstallatie te worden aangekochtde oude toestellen
kunnen, na herstelling, als reserve dienen. De gelegenheid
doet zich voor een zoodanig toestel aan te koopen, waarvan
de kosten, inclusief die van opstelling, zullen bedragen
130.000.Deze kosten kunnen ten laste van het Ver
nieuwingsfonds der fabrieken worden gebracht.
Met verwijzing naar de in de leeskamer ter inzage liggende
stukken geven wij Uwe Vergadering, in overeenstemming
met het advies van Commissarissen der Stedelijke Fabrieken
van Gas en Electriciteit, mitsdien in overweging een bedrag
van ƒ130.000.uit het Vernieuwingsfonds der Stedelijke
Fabrieken van Gas en Electriciteit beschikbaar te stellen ten
behoeve van de vernieuwing van de watergasinstallatie dier
fabrieken.
Aan Burg. en Weth. van Leiden,
den tijdelijken Gemeenteraad.
N°. 93. Leiden, 13 Juli 1946.
Bij Koninklijk Besluit van 26 April 1945 (Staatsblad F 55)
is, in afwachting van nader te treffen voorzieningen, een
regeling vastgesteld, krachtens welke aan alle personen,
die op grond van de pensioenwetten een pensioen genieten
ten laste van de Rijksbegrooting of van het Algemeen Burger
lijk Pensioenfonds, over het jaar 1945 een uitkeering ineens
toegekend. Deze uitkeering bedraagt volgens artikel 1 van
genoemd Koninklijk Besluit:
a. voor hen, die een weduwen- en weezenpensioen genieten
een bedrag, gelijk aan het pensioen over één kwartaal;
b. voor de overige pensioengenietenden: een bedrag, gelijk
aan het pensioen over één kwartaal, doch ten hoogste
500.met dien verstande, dat, indien een pensioen als
vorenbedoeld na 10 Mei 1940 krachtens een afzonderlijke
regeling is verhoogd, de te verleenen uitkeering slechts
wordt toegekend, indien en voorzoover deze de verhooging,
welke het pensioen krachtens de afzonderlijke regeling per
kwartaal heeft ondergaan, overschrijdt.
Na kennisneming van vorengenoemd Koninklijk Besluit
en in verband met een terzake bij ons College ingekomen
adres van de af deeling Leiden van den Algemeenen Neder-
landschen Bond van Gepensionneerden, hebben wij besloten
Uwe Vergadering voor te stellen een overeenkomstige regeling
te treffen ten aanzien van hen, die krachtens de desbetreffende
pensioenverordeningen vanwege de gemeente pensioen ge
nieten, welk pensioen door de gemeente betaalbaar wordt
gesteld. De motieven, welke aanleiding tot de vaststelling
van het Koninklijk Besluit van 26 April 1945 zijn geweest,
gelden naar onze meening in gelijke mate voor de hiervoren
genoemde categorie gepensionneerden. Wij vroegen daarop
aan den Minister van Binnenlandsche Zaken of een dergelijke
regeling, als vervat in het Koninklijk Besluit van 26 April
1945, voor deze gepensionneerden zijnerzijds bezwaren zou
ontmoeten. Bij schrijven d.d. 2 April 1946 werd ons bericht,
dat bij den Minister tegen de onderhavige regeling geen
bezwaar bestond, mits de gestelde grens van 500.en
de krachtens artikel 4 van het Koninklijk Besluit gegeven
voorschriften in acht worden genomen. Voorts deelden
Gedeputeerde Staten ons College bij schrijven van 5/11 Juni
j.l. desgevraagd mede, dat tegen het doen van de aan deze
regeling verbonden uitgaaf, welke globaal op rond 15.000.-
wordt geraamd, na beschikbaarstelling Uwerzijds, bij hen
eveneens geen bezwaar bestaat.
Op grond van het vorenstaande geven wij Uwe Verr
gadering, zulks in navolging van door het Rijk bij Koninklijk
Besluit van 26 April 1945 (Staatsblad No. F 62) vastgestelde
regelen, betreffende toekenning van een uitkeering ineens
over het jaar 1945 aan de van Rijkswege gepensionneerden,
alsnu in overweging te besluiten:
la. aan hen, die op 5 Mei 1945 of in den loop van genoemd
kalenderjaar een door de gemeente verleend pensioen of
uitkeering, welke het karakter draagt van pensioen, genieten
of zijn gaan genieten, bij wijze van voorschot, over het
jaar 1945, een uitkeering ineens toe te kennen, waarvan
het bedrag is berekend naar de maatstaven, vermeld in de
artikelen 1 en 2 van het Koninklijk Besluit van 26 April
1945 (Staatsblad No. F 62) en waarvan de wijze van uit
betaling is neergelegd in de beschikking van den Minister
van Binnenlandsche Zaken d.d. 7 December 1945 No. 2025 III
afd. P. en W.
b. te bepalen, dat wanneer door belanghebbenden zoowel
van rijks- als van gemeentewege, pensioen wordt genoten,
in de gevallen, waarin het gezamenlijk bedrag der uit-
keeringen ineens van rijks- en van gemeentewege meer dan
500.bedragen, de laatstbedoelde uitkeeringen ineens
met het bedrag der overschrijding worden verminderd;
II. voor de uitkeering sub la op den dienst 1945 een
bedrag van 15.000.beschikbaar te stellen.
Aan Burg. en Weth. van Leiden,
den tijdelijken Gemeenteraad.
N°. 94. Leiden, 13 Juli 1946.
In verband met de omstandigheid, dat door maatregelen
van den bezetter de bepalingen inzake het toezicht op het
houden van collecten en inzamelingen in deze gemeente hun
kracht hadden verloren, werden de artikelen 45 en 45a van
de verordening op de Straatpolitie bij verordening van
18 November 1943, Gem.blad 1943, no. 45, ingetrokken.
Dit heeft tengevolge, dat, sindsdien evenbedoelde maat
regelen krachtens het Besluit Bezettingsmaatregelen buiten
werking zijn gesteld, bepalingen tot regeling van hét toezicht
op het houden van collecten en inzamelingen in deze gemeente
zijn komen te ontbreken. Het behoeft geen betoog, dat dien
tengevolge een hoogst ongewenschte toestand is ontstaan,
waarin door de weder-invoering van terzake afdoende voor
schriften voorzien behoort te worden.
In overeenstemming met het advies van de Commissie voor