GEMEENTE LEIDEN.
19
L\GEKOIEEEr 8TUKKEN.
N°. 43. Leiden, 11 April 1946.
Met wijziging van ons voorstel d.d. 4 April j. 1. (Ingek.
Stukken No. 40) geven wij Uwe vergadering in overweging
voor den tijd van een jaar tot voorzitter van een stem
bureau te benoemen de heeren J. H. Schüller, Mr. E. J.
M. H. Bolsius, mevr. J. C. de Clerde Bruin, de heeren
R. van Eecke, Mr. N. G. Geelkerken, Mr. H. R. Goudsmit,
Mr. F. D. L. Gunning, Mr. P. G. Knibbe, Mr. H. D. M. Knol,
Ir. J. A. van der Laan, W. van der Laan, A. J. C. Lach
de Bère, Dr. Ir. P. O. Lindenbergh, H. Lombert, J. H. A.
Manders, J. P. Mulder, C. Ponsen, P. Heemskerk, Mr. A.
J. Sormani, H. L. .T. Tobé, Mr. F. J. J. Trapman, T.
Groene veld en H. van Woudenberg.
Aan
den tijdelijken Gemeenteraad.
Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 44.
Leiden, 25 Mei 1946.
Bij zijn in de Leeskamer ter inzage gelegd schrijven
verzoekt Dr. J. R. Wartena hem ontslag te willen ver-
leenen als leeraar aan het Gymnasium.
Aangezien tegen inwilliging van dat verzoek bij ons College
geen bezwaar bestaat, geven wij U, met verwijzing naar
de mede in de Leeskamer ter inzage gelegde adviezen van
Curatoren van het Gymnasium en den waarnemend Inspec
teur der Gymnasia, in overweging aan Dr. J. R. Wartena,
met ingang van 1 September 1946, eervol ontslag te ver-
leenen uit zijne betrekking van leeraar in de Oude Talen
aan het Gymnasium.
Aan
den tijdelijken Gemeenteraad.
Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 45.
Leiden, 25 Mei 1946.
Blijkens het in de Leeskamer ter inzage gelegd schrijven,
verzoekt Mej. A. van Nood haar, in verband met haar
voorgenomen huwelijk, ontslag te verleenen als onderwijzeres
aan de o. 1. school aan de Paul Krugerstraat.
Aangezien tegen inwilliging van dit verzoek bij ons College
geen bezwaar bestaat, geven wij Uw Vergadering in over
weging om, met ingang van een nader door ons College te
bepalen datum, eervol ontslag te verleenen aan MejA. van
Nood uit haar betrekking van onderwijzeres aan de o.l.
school aan de Paul Krugerstraat.
Aan
den tijdelijken Gemeenteraad
Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 46.
Leiden, 25 Mei 1946.
Tegen inwilliging van het in de Leeskamer ter visie ge
legde verzoek van Dr. H. W. Borgerhoff Mulder om eervol
ontslag wegens het bereiken van den pensioengerechtigden
leeftijd uit zijn betrekking van len Geneesheer van het
Sanatorium Rhijngeest, bestaat noch bij de Commissie van
Beheer over de gestichten „Endegeest", „Voorgeest" en
„Rhijngeest", noch bij ons College bezwaar.
Mitsdien geven wij Uw Vergadering in overweging aan
Dr. H. W. Borgerhoff Mulder eervol ontslag te verleenen
uit zijn betrekking van len geneesheer aan de gestichten
„Endegeest", „Voorgeest" en „Rhijngeest", zulks gerekend
te zijn ingegaan op 1 Juni 1946.
Aan Burg. en Weth. van Leiden,
den tijdelijken Gemeenteraad.
N°. 47.
Leiden, 25 Mei 1946.
Volgens artikel 21 van de Leerplichtwet worden de leden
van de Commissiën tot Wering van Schoolverzuim benoemd
voor den tijd van drie jaren.
Aangezien thans zoodanige driejarige periode is verstreken
bieden wij Uwe Vergadering hierbij de navolgende aan
bevelingen aan en wel voor de benoeming, alsnog met
ingang van 1 April 1946, van zeven leden van:
I. de Noorder-Commissie tot Wering van Schoolverzuim:
a. 1°. W. CARO, aftredend lid,
2°. L. WESTERMAN.
b. 1°. J. DUYVERMAN. aftredend lid,
2°. M. G. RAAR.
c. 1°. N. v. d. HEUVEL, aftredend lid,
2°. L. BRUSSE.
d. 1°. J. H. A. MANDERS, aftredend lid,
2°. C. MOL.
e. 1°. A. BAAN,
2°. G. NUST.
1°. G. J. v. D. PLOEG, aftredend lid,
2°. W. P. MELIEF.
g. 1°. W. E. WOLVERS, aftredend lid,
2°. G. DE KRAMER.
II. de Zuider-Commissie tot Wering van Schoolverzuim:
a. 1°. D. BOSMA, aftredend lid,
2°. F. J. RIKS,
b. 1°. P. J. M. HOCKS, aftredend lid,
2°. A. WINKELMOLEN.
c. 1°. A. B. MULDER, aftredend lid,
2°. W. J. LAMAN.
d. 1°. J. SCHOUTEN Az„ aftredend lid,
2°. G. V. PUTTEN.
e. 1°. L. TIMMERS, aftredend lid,
2°. M. B. DE JONG.
1°. N. B. M. VREEBURG, aftredend lid,
2°. J. v. OUDENHOVEN.
g. 1°. H. v. WOUDENBERG, aftredend lid,
2°. P. C. DE KRUIS.
Aan
den tijdelijken Gemeenteraad.
Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 48.
Leiden, 25 Mei 1946.
Aangezien het gewenscht is dat aan de Hoogere Burger
school met 5 jarigen cursus een definitieve voorziening wordt
getroffen met betrekking tot het onderwijs in aardrijkskunde,
bieden wij U, met verwijzing naar de bij de stukken ge
voegde adviezen van de Commissie van Toezicht op- en
den Inspecteur van het Middelbaar Onderwijs, ter benoeming
tot leeraar in de aardrijkskunde aan de Hoogere Burger
school met 5 jarigen cursus, met ingang van een nader
door ons College te bepalen datum, de volgende aan
beveling aan:
1°. Dr T. VAN DER ZEE te Sneek,
2°. Dr TH. W. CRUL te Oldenzaal,
3°. Mej. D. S. VOGELESANG te Middelburg.
Aan Burg. en Weth. van Leiden,
den tijdelijken Gemeenteraad.
N°. 49.
Leiden, 25 Mei 1946.
Ter vervulling van de vacature van 2en geneesheer aan
de gestichten „Endegeest", „Voorgeest" en „Rhijngeest",
ontstaan door de benoeming van den heer C. P. J. Stotijn
tot geneesheer-directeur aan die inrichtingen, bieden wij,
na raadpleging van de Commissie van Beheer over de ge
stichten „Endegeest", „Voorgeest" en „Rhijngeest" Uwe
Vergadering de volgende voordracht aan:
1°. J. A. H. GROENEVELD, assistent-geneesheer aan de
gestichten „Endegeest" c.a.
2°. W. W. DE REGT, oud geneesheer-directeur van het
gouvernementskrankzinnigengesticht te Curagao.
Met verwijzing naar de in de Leeskamer ter inzage gelegde