GEMEENTE LEIDEN.
IKGEKOIIEN iTEKKEN.
N°. 136. Leiden, 13 December 1945.
De Gewestelijke Afdeeling Zuid-Holland van de Bedrijfs-
horeca, Bedrijfsgroep Hotel-, Café-, Restaurant-, Pension
en aanverwante Bedrijven, verzoekt Uwe Vergadering bij
haar hierbij overgelegd schrijven te bevorderen, dat het
maximum voor de in deze gemeente te verleenen vergun
ningen voor den verkoop van sterken drank in het klein
wordt verhoogd met twintig.
Het bedoelde maximum is in 1925 bij Koninklijk Besluit
bepaald op 80. Was deze maatregel niet genomen, dan zou
thans dat maximum 158 bedragen, n.l. één op elke 500
inwoners op 1 Januari 1942.
Het aantal in deze gemeente verleende vergunningen
bedraagt 102.
Zou aan het verzoek van de Afdeeling worden voldaan
en zou dit het door de Afdeeling gewenschte resultaat hebben,
dan zou binnenkort tot het verleenen van vergunningen
moeten worden overgegaan, telkens als het aantal ver
gunningen beneden het getal 100 daalt.
Er is o. i. geen enkele reden om terug te komen op het
streven om het aantal vergunningen geleidelijk te doen
afnemen tot een aantal, dat voor Leiden gewenscht kan
worden geacht. Naar onze meening is dat aantal nog niet
bereikt.
Ook in het verzoek worden geen bijzondere omstandig
heden vermeld op grond waarvan inwilliging daarvan ge
motiveerd zou zijn.
Wij teekenen hierbij nog aan, dat het handhaven van
het maximum op 80 niet in den weg staat aan het vestigen
van nieuwe vergunningszaken. Zoolang het maximum over
schreden is kunnen immers steeds vergunningen worden
verleend tegen intrekking van twee bestaande vergunningen.
Op grond van het vorenstaande geven wij Uwe Vergadering
in overweging niet op het verzoek in te gaan.
Aan Burg. en Weth. van Leiden,
den tijdelijken Gemeenteraad.