22 bedrag, de som van ƒ5.500.000.te boven gaat en verder onder de voorwaarden, als door dat College zullen worden gesteld en met inacbtneming van de voorgeschreven rente normen. N°. 47. Leiden, 21 Juni 1945. In verband met de omstandigheid, dat de diensten van Dr. Ir. P. Persant Snoep als tijdelijk leeraar aan de Hoogere Burgerschool met 5-jarigen cursus niet meer noodig zijn, hebben Burgemeester en Wethouders op 21 Juni 1945 het volgende besluit genomen: BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Leiden; Uitoefenende de bevoegdheden van den Gemeenteraad op grond van artikel 5, lid 1, van het Besluit Tijdelijke Voor ziening Bestuur Provinciën en Gemeenten; BESLUITEN: Dr. Ir. P. Persant Snoep, alsnog met ingang van 1 Juni 1945, te ontheffen van zijn betrekking van tijdelijk leeraar in de natuurkunde aan de Hoogere Burgerschool met 5-jarigen cursus. N°. 48. Leiden, 21 Juni 1945. Naar aanleiding van een door J. W. Veenhof gedaan ver zoek om ontslag als onderwijzer aan de school voor buiten gewoon lager onderwijs hebben Burgemeester en Wethouders op 21 Juni 1945 het volgende besluit genomen: BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Leiden; Uitoefenende de bevoegdheden van den Gemeenteraad op grond van artikel 5, lid 1, van het Besluit Tijdelijke Voor ziening Bestuur Provinciën en Gemeenten; BESLUITEN J. W. Veenhof, op zijn verzoek, met ingang van een nader te bepalen datum, eervol ontslag te verleenen uit zijne betrekking van onderwijzer aan de school voor buiten gewoon lager onderwijs. N°. 49. Leiden, 21 Juni 1945. Tengevolge van de pensionneering van den heer A. M. de Blauw is een vacature ontstaan in de betrekking van Directeur van Gemeentewerken. Aangezien de Adjunct-Directeur van genoemden dienst, de heer Ir. D. Boogerd, als waarnemend Directeur getoond heeft de aangewezen persoon te zijn voor de vervulling van de betrekking van Directeur van Gemeentewerken hebben Burgemeester en Wethouders, zonder voorafgaande oproeping van sollicitanten, op 21 Juni 1945 het volgende besluit genomen BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Leiden; Uitoefenende de bevoegdheden van den Gemeenteraad op grond van artikel 5, lid 1, van het Besluit Tijdelijke Voorziening Bestuur Provinciën en Gemeenten; BESLUITEN: den Adjunct-Directeur van den Dienst van Gemeentewerken in den rang van Hoofd-Ingenieur Ir. D. Boogerd, met ingang van 5 Mei 1945 te benoemen tot Directeur van genoemden dienst. N°. 50. Leiden, 28 Juni 1945. Met ingang van 1 September 1944 werd A. J. Vis, voor- loopig voor den tijd van drie maanden, benoemd tot tijdelijk leeraar in Nederland,sch en Geschiedenis aan de Hoogere Burgerschool met 5-jarigen cursus. In verband met de omstandigheid dat deze tijdelijke aanstelling langer dan drie maanden moet duren, hebben Burgemeester en Wethouders op 28 Juni 1945 het volgende besluit genomen: BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Leiden; Uitoefenende de bevoegdheden van den Gemeenteraad op grond van artikel 5, lid 1, van het Besluit Tijdelijke Voor ziening Bestuur Provinciën en Gemeenten; BESLUITEN: de aanstelling van A. J. Vis tot tijdelijk leeraar in Neder- landsch en Geschiedenis aan de Hoogere Burgerschool met 5-jarigen cursus, alsnog te rekenen met ingang van 1 Sep tember 1944, tot wederopzeggens, doch uiterlijk tot het einde van den cursus 19441945, te bekrachtigen. N°. 51. Leiden, 28 Juni 1945. De kunsthandelaar S. J. Sala te 's-Gravenhage heeft den wensch te kennen gegeven aan zijn geboortestad Leiden ten behoeve van het Stedelijk Museum „De Lakenhal" te schenken een schilderij van Matthijs Maris, eenige schilderijen en etsen van C. v. d. Windt en een brons van J. Altorf. Aangezien deze voorwerpen een waardevolle aanwinst voor het museum beteekenen, hebben Burgemeester en Wethouders op 28 Juni 1945 het volgende besluit genomen: BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Leiden; Uitoefenende de bevoegdheden van den Gemeenteraad op grond van artikel 5, lid 1, van het Besluit Tijdelijke Voorziening Bestuur Provinciën en Gemeenten; BESLUITEN: behoudens goedkeuring van de Gedeputeerde Staten der Provincie Zuid-Holland te aanvaarden de door den heer S. J. Sala, kunsthandelaar te 's-Gravenhage aan de gemeente, ten behoeve van het Stedelijk Museum ,,de Lakenhal", gedane schenking van een schilderij van Matthijs Maris, eenige schilderijen en etsen van C. v. d. Windt en een brons van J. Altorf, zulks met betuiging van groote erkente lijkheid voor dit blijk van belangstelling in zijn geboortestad. N°. 52. Leiden, 28 Juni 1945. Evenals voor de afgeloopen jaren (zie laatstelijk Ingek. Stukken No. 124 van 1944) verdient het ook voor het jaar 1945 nog aanbeveling te bepalen dat, indien het bedrag, hetwelk volgens de vastrechttarieven voor gas en electriciteit moet worden betaald hooger is dan dat, hetwelk volgens de enkelvoudige tarieven zou moeten worden betaald, het meer betaalde aan de aangeslotenen zal worden gerestitueerd. Aangezien het niet onmogelijk is dat vele verbruikers tengevolge van de beperkte gas- en stroomlevering, ondanks de bovenbedoelde verrekening, van de vastrechttarieven zullen willen overgaan op de enkelvoudige tarieven en die overgang op grond van technische en administratieve be zwaren voorkomen moet worden, dient deze voor het jaar 1945 onmogelijk te worden gemaakt. Met het oog op het bovenstaande hebben Burgemeester en Wethouders op 28 Juni 1945 het volgende besluit genomen BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Leiden; Uitoefenende de bevoegdheden van den Gemeenteraad op grond van artikel 5, lid 1 van het Besluit Tijdelijke Voor ziening Bestuur Provinciën en Gemeenten; BESLUITEN: met afwijking van het bepaalde in art. 10 van de Gas- verordening en art. 10 van de Electriciteitsverordening 1°. dat bij levering van gas volgens tarief B over het tijdvak, omvattende het opgenomen gebruik over de maanden. Januari 1945 tot en met December 1945, wanneer zou blijken, dat de kosten van het verbruik van gas volgens dit tarief hooger zijn dan voor eenzelfde gebruik volgens tarief A verschuldigd zou zijn geweest, het meer betaalde aan den verbruiker zal worden gerestitueerd; 2°. dat bij levering van electriciteit volgens een der tarieven III, IV of V, over het tijdvak, omvattende het opgenomen gebruik over de maanden Januari 1945 tot en met December 1945, wanneer zou blijken, dat de kosten van de verbruikte electriciteit volgens een dier tarieven hooger zijn dan voor eenzelfde gebruik volgens tarief I verschuldigd zou zijn geweest, het meer betaalde aan den verbruiker zal worden gerestitueerd; 3°. te bepalen, dat gedurende het jaar 1945 zoowel de overgang van het gastarief B op gastarief A, als de over gang van een der electriciteitstarieven III, IV of V op tarief I of II niet mogelijk is.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1945 | | pagina 2