14
BESLUIT:
I. het gemiddeld bedrag, dat in 1944 per leerling van de
openbare scholen onderscheidenlijk voor gewoon lager-, voort
gezet gewoon lager- en uitgebreid lager onderwijs werd
uitgegeven aan belooning van vakonderwijzers, vast te stellen
op respectievelijk 2.72, ƒ6.95 en ƒ13.04;
II. als voorschot op de exploitatievergoeding en de ver
goeding voor vakonderwijzers over het jaar 1945 te ver
strekken aan:
a. het bestuur van het Gesticht de Voorzienigheid te
Leiden, voor de school voor:
gewoon lager onderwijs aan:
de Krauwelsteeg 82566,62 615,63
het Levendaal 542921,94 700,85
5488,56 1316,48
voortgezet gewoon lager onderwijs aan:
de Krauwelsteeg 8596,64 407,73
uitgebreid lager onderwijs aan:
het Levendaal 561853,70 ƒ1608,27
6. het bestuur van de Inrichting
van Liefdadigheid voor U.K. te
Leiden, voor de school voor:
gewoon lager onderwijs aan:
de Haarlemmerstraat 32
de Lusthoflaan 2
de van der Werfstraat 98/100
de Oude Vest 193/195
de Os- en Paardelaan 2
het Rapenburg 48
de Haarlemmerstraat 240
de Caeciliastraat 11/15
de Potgieterlaan 7
3591,—
2613,87
1134,—
1443,96
2755,62
5734,26
1961,82
2687,58
3772,44
861,33
626,96
272,-
346,35
660,96
„1375,41
470,56
644,64
904,85
ƒ25694,55 ƒ6163,06
voortgezet gewoon lager onderwijs aan:
de Hooglandsche Kerkgracht 20a
de Lusthof laan 4
de Stadhouderslaan lb
de Driftstraat 49
240,69
315,27
315,27
196,62
164,48
215,45
215,45
134,37
1067,85 729,75
uitgebreid lager onderwijs aan:
de Hooglandsche Kerkgracht 20a
ƒ4113,21 ƒ3568,61
e. het bestuur van de Vereeniging
tot Stichting en Instandhouding van
Scholen met den Bijbel te Oegstgeest,
voor de school voor:
gewoon lager onderwijs aan:
de Adriaan Pauwstraat 1 2094,12
voortgezet gewoon lager onderwijs aan:
de Adriaan Pauwstraat 1 213,57
502,29
145,95
het bestuur van de Eerste Leid-
sche Schoolvereeniging te Leiden, voor
de school voor:
gewoon lager onderwijs aan:
het Noordeinde 11436,40 344,53
III. te bepalen, dat het sub II bedoelde voorschot zal
worden uitgekeerd aan de besturen van de daar genoemde
scholen in vier zooveel mogelijk gelijke termijnen, waarvan
de eerste zoodra mogelijk, de tweede, derde en laatste termijn
respectievelijk in den loop der maanden Mei, Augustus en
November 1945.
voortgezet gewoon lager onderwijs
aan
495,77
de van der Werfstraat 98/100
t
725,46
de Pelikaanstraat 20
1372,95
938,25
2098,41
1434,02
uitgebreid lager onderwijs aan:
het Vrouwenkerkhof 1
f
4168,32
3616,43
de Haarlemmerstraat 34
2685,36
„2329,81
6853,68
5946,24
c. het bestuur van de Vereeniging
voor Christelijk Onderwijs te Leiden,
voor de school voor:
gewoon lager onderwijs aan:
2479,68
594,77
de Munnikenstraat 1
het Noordeinde 40
3719,52
892,16
de Pasteurstraat 2
3974,67
953,36
de Oosterstraat 16
2619,54
628,32
de Middelstegracht 119
1908,90
457,87
het Plantsoen 99a
1750,14
419,79
den Hooge Morschweg 12
4044,60
970,13
f 20497,05
ƒ4916,40
voortgezet gewoon lager onderwijs
aan:
het Noordeinde 40
2189,94
1496,57
uitgebreid lager onderwijs aan:
het Noordeinde 3
3857,70
3346,93
d. het bestuur voor de Gerefor
meerde Schoolvereeniging te Leiden,
voor de school voor:
gewoon lager onderwijs aan:
784,27
de Hooglandsche Kerkgracht 20a.
3269,70
de Lusthoflaan 4
2090,34
501,39
de Stadhouderslaan 16
4452,84
„1068,05
2419,20
580,27
12232,08 2933,98
N°. 31. Leiden, 29 Maart 1945.
Ingevolge het besluit van den Burgemeester van 10 Juni
1943 (Ingek. Stukken No. 92) werden voor het aanleggen
van oorlogsvolkstuinen perceelen weiland nabij den Rijns-
burgerweg, aan de Roomburgerlaan en aan den Lage
Morschweg gehuurd van resp. de N.V. Bouwmaatschappij
„Castor", te Amsterdam, de N.V. Gemeenschappelijk Eigen
dom, te 's Gravenhage, de N.V. Bouw- en Exploitatie-
Maatschappij „Haga", te Amsterdam en Mejuffrouw G. van
Egmond, te Leiden.
Deze perceelen werden met een aan de gemeente toe-
behoorend perceel weiland in den Cronesteinsche polder ter
beschikking gesteld van den Leidschen Bond van Volks -
tuindersvereenigingen, welke de exploitatie van de oorlogs
volkstuinen op zich nam. De Bond vergoedde aan de ge
meente de door haar betaalde en gederfde huurbedragen,
de aan de pachters van de landerijen uit te keeren ver
goedingen wegens gemis van het land en de kosten van het
scheuren en het in orde brengen van de tuinen, te samen
een bedrag van 5937.50 per jaar. De betreffende over
eenkomsten werden gesloten voor twee jaren, ingegaan
1 Januari 1943 en liepen mitsdien op 31 December j.l. af.
T. a. v. de gepachte perceelen weiland met uitzondering
van de perceelen weiland nabij den Rijnsburgerweg, welke
voor het beoogde doel minder geschikt zijn gebleken, werd
overeenstemming bereikt met de eigenaren omtrent een ver
lenging van de huren voor dit jaar tegen den geldenden
huurprijs van 175.per h.a. en per jaar.
Ook met den Bond werd overleg gepleegd over de ver
lenging voor een jaar van de met hem gesloten overeen
komst. Overeenstemming werd bereikt; de pachtsom werd
bepaald op 200.per h.a. en per jaar. De pachtsom
kan tot dit bedrag verlaagd worden omdat nu de oorlogs
volkstuinen reeds bestaan, in het huurbedrag niet meer
verdisconteerd behoeven te worden de aan de pachters uit
te keeren vergoedingen alsmede de kosten van het scheuren
en het in orde brengen van de tuinen. Wel is in de huur-
som begrepen een redelijk bedrag voor algemeene onkosten,
als kosten van administratie en toezicht.
In verband met een en ander heeft de Burgemeester op
29 Maart 1945 het volgende besluit genomen:
De BURGEMEESTER van LEIDEN;
Op grond van artikel 3 van de verordening van den
Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied
No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad
en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening;
99
99
99
99
99
99
99
99
99
99
99