62 meer. De bijdrage der gemeente in het exploitatie-tekort van de Centrale keukens, oorspronkelijk geraamd op 17.500. bedroeg 33.427.76 of 15.927.76 meer. De kosten van het nemen van maatregelen in verband met de voedselvoor ziening vereischten een netto-uitgaaf van 9.695.45 waarop niet gerekend was. De aan de Commissie voor Maatschappelijk Hulpbetoon uitgekeerde subsidie bedroeg 1.037.376.82, d. i. 107.376.82 meer dan de op de primitieve begrooting ter zake uitgetrokken som van 930.000. Voor de geraamde kosten van de algemeene loonsver- hooging, werd bij besluit van den Burgemeester van 10 Sep tember 1942 (Ingek. Stukken No. 127) een bedrag van ƒ151.894.op de begrooting gebracht. Van dit bedrag werd 47.001.99 afgeschreven ter dekking van de betrekkelijke in de gemeenterekening voorkomende uitgaven, terwijl het restant ad 104.892.01 tot uiting is gekomen in de exploitatie-resultaten van de gemeente bedrijven, hetzij door een hooger nadeelig saldo, hetzij door een lager batig saldo dan geraamd was. Hetzelfde geldt met betrekking tot het bij besluit van den Burgemeester van 11 Februari 1943 (Ingek. Stukken No. 29) op de begrooting gebrachte bedrag van 16.500.ter dekking van de kosten van verruiming van den kinder toeslag over de maanden November en December 1942, waarvan ƒ4.268.39 rechtstreeks in de gemeenterekening is verantwoord, terwijl 12.231.61 ten laste van de bedrijven is gekomen. Voorts bleven de ontvangsten van de Duinwaterleiding 29.396.25 beneden de primitieve raming ad 310.000. Ten slotte moest aan het Eijk een bedrag van 75.704.06 worden gerestitueerd wegens te veel op voorschot ontvangen belastingen (opcenten hoofdsom personeele belas ting, opcenten winstbelasting enz.). Aan rente van geldleeningen werd over 1942 betaald 767.637.67; over 1941 bedroeg de uitgaaf ter zake 776.031.19, over 1940 748.617.23. Bekening houdende met de over 1942 nog aan te bieden coupons van geldleeningen tot een bedrag van 2.194.50, bedroeg de rente-uitgaaf over 1942 feitelijk ƒ769.832.17. Aa.n aflossing van geldleeningen werd over 1942 betaald ƒ865.431.27; met inbegrip van 7 uitgelote obligaties ad ƒ1.000.(leening 1896 ƒ1.000.leening 19371 ƒ2.000. en leening 1937" ƒ4.000.—), die nog niet ter inwisseling zijn aangeboden, bedraagt de aflossing over 1942 feitelijk 872.431.27. Over 1941 werd afgelost 845.681.27over 1940 822.781.27. Over 1942 had de le aflossing van de navolgende in 1941 gesloten geldleeningen plaats: 4 geldleening, groot 200.000.8.000. 4i% 4 250.000.— 500.000.— 6.250.— 12.500.— 26.750.— Als gevolg van de in de Ned. Staatscourant van 30 Augustus 1943 opgenomen besluiten van de Secretarissen-Generaal van de Departementen van Financiën, van Binnenlandsche Zaken en van Sociale Zaken, betreffende de algemeene regelen met betrekking tot uitgaven van werkloozenzorg, zijn door het Eijk de kosten over 1942 van werkverruiming, steunver- leening en wachtgeldregelingen, alsmede de kosten van ver strekking van kleeding, dekking en schoeisel aan gesteunde werkloozen, alsook de spaarregeling voor gesteunde werk- loozen, welke 1.066.915.74 in totaal hebben bedragen, ten volle aan de gemeente vergoed. Op de primitieve begrooting waren de ter zake ten laste van de gemeente komende kosten geraamd op ƒ255.578. Over 1941 en 1940 bedroegen de uitgaven ter zake 1.760.825.23 en 1.563.952.46, waarvan respectievelijk 241.345. 35 en 242.535.47 ten laste van de gemeente kwam. De overboeking van den kapitaaldienst naar den gewonen dienst in verband met de egalisatie van de Pensioenlasten betreffende de ambtenaren, die reeds vóór 1 October 1913 in dienst van de gemeente waren, bedroeg over 1942 39.555.33. Over 1941 bedroeg de overboeking 33.971.69, over 1940 43.928.34. Het eindresultaat van den gewonen dienst 1942 zelf, met uitschakeling derhalve van de ontvangsten of uitgaven van vroegere diensten is, dat de dienst sluit met een voordeelig exploitatie-saldo van 512.867.21 13.662.31 22.772.55 9.110.24) 499.204.90, bij de beoordeeling waarvan uiteraard rekening dient te worden gehouden met de nog te betalen vennootschaps- en ondernemingsbelasting. (Zie het ter zake meegedeelde hierboven.) Het dienstjaar 1941 sloot, aldus berekend, met een nadeelig exploitatie-saldo van ƒ271.768.85, dat van 1940 met een nadeelig exploitatie-saldo van 129.465.16. Evenals voorgaande jaren is een vergelijking van de saldo's dezer jaren, èn door de bijzondere maatregelen, welke in de verschillende jaren moesten worden genomen èn door de buitengewone tijdsomstandigheden, die uiteraard grooten invloed op de rekeningscijfers hebben gehad, niet wel mogelijk. Voor verdere bijzonderheden betreffende den gewonen dienst zij verwezen naar de rekening zelve. Ook voor bijzonderheden betreffende den kapitaaldienst wordt naar die rekening verwezen. De Burgemeester heeft alsnu ten aanzien van de gemeente rekening en de bedrijfsrekeningen over 1942 op 3 Augustus 1944 het volgende besluit genomen: De BURGEMEESTER van LEIDEN; Gelet op het bepaalde in artikel 18 der Eerste Beschikking ter uitvoering van de verordening van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied no. 152/1941 en op artikel 28, eerste lid, dier verordening; BESLUIT aan den Commissaris der Provincie over te leggen: a. de door den Gemeente-Ontvanger aangeboden rekening van de inkomsten en uitgaven der gemeente over 1942 met bijbehoorende bescheiden, blijkens welke rekening de ont vangsten en uitgaven hebben bedragen: Gewone dienst: Ontvangsten13.603.006.15 Uitgaven13.454.362.67 batig slot148.643.48 Kapitaaldienst Ontvangsten12.753.529.60 Uitgaven12.860.308.33 nadeelig saldo106.778.73 b. de navolgende bedrijfsrekeningen, dienst 1942, met bijbehoorende stukken: 1°. de balansen en verlies- en winstrekeningen van de Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit 2°. de balans en verlies- en winstrekening van de gestichten „Endegeest", „Voorgeest" en „Rhijngeest" 3°. de balans en verlies- en winstrekening van het Openbaar Slachthuis 4°. de balans en verlies- en winstrekening van het Grond bedrijf 5°. de balans en verlies- en winstrekening van den Reini- gings- en Ontsmettingsdienst 6° de balans en verlies- en winstrekening van de Gemeente lijke Volkscredietbank; 7°. de rekening van het Gemeentelijk Waschbureau; 8°. de rekening van de Gemeentelijke Commissie voor Maatschappelijk Hulpbetoon een en ander overeenkomstig de bedragen der baten en lasten en der kapitaalsontvangsten en -uitgaven, in de boven genoemde rekeningen vermeld. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1944 | | pagina 2