GEMEENTE LEIDEN.
25
INGEKOMEN STUKKEN.
N°. 36. Leiden, 6 April 1944.
Tot verhooging van verschillende posten der gemeente-
begrooting voor 1943, waarvan reeds bekend is, dat de
uitgetrokken bedragen onvoldoende zijn, alsmede tot toe
voeging aan die begrooting van eenige nieuwe posten, kan
thans worden overgegaan.
De te verhoogen of toe te voegen posten zijn de navolgende:
Volgn. 262. Achterstallige uitgaven van vorige
dienstjaren9.564.58
1°. een bedrag van 211.84 wegens bijdragen
over 1942 en daaraan voorafgaande jaren in
gevolge de artikelen 86, 104 en 205 der Lager
Onderwijswet
2°. een bedrag van 70.wegens teruggaaf
van over 1942 en daaraan voorafgaande jaren
ten onrechte betaalde precariorechten;
3°. een bedrag van 409.85 wegens aan den
Reinigings- en Ontsmettingsdienst betaalde
gelden voor ontsmetting van ziekenauto's, lijf
goederen enz. gedurende 1942 en daaraan
voorafgaande jaren;
4°. een bedrag van 891.09, dat, ingevolge
beschikking van den Rijkscommissaris van
21 Februari 1941, over het tijdvak van
1 Octoberulto December 1942 is uitgekeerd
aan B. M. Noach, voorm. leeraar aan de
H.B.School met 5-jarigen cursus;
5°. een bedrag van 163.50 wegens uit-
keering aan het Hoogheemraadschap Rijnland
van het verschil tusschen het gegarandeerd
en het werkelijk uitgekeerd dividend over 1942
van het door dit Hoogheemraadschap over
genomen aandeel der Leidsche Duinwater
Maatschappij
6°. een bedrag van 1.607.62 wegens uit-
keering aan de woningbouwvereeniging „de
Goede Woning" van de bijdragen over 1941
en 1942 in het exploitatie-tekort van het
gebouw Gasstraat 36/38 aanvankelijk bestemd
voor badhuis;
7°. een bedrag van 500.28 wegens bijdrage
aan het Bijzonder Ongevallenfonds, berekend
naar het wettelijk loonbedrag over 1941 in
gevolge de Ongevallenwet;
8°. een bedrag van 125.wegens het aan
de Sportstichting betaalde restant van het
subsidie over 1941;
9°. een bedrag van 114.wegens alsnog
over 1942 uitgekeerden kindertoeslag;
10°. een bedrag van 2.248.24 wegens uit-
keering, ingevolge Raadsbesluit van 13 Mei
1897, goedgekeurd door Gedeputeerde Staten
den 25en Mei d. a. v., aan de Vereeniging tot
Bevordering van den Bouw van Werkmans
woningen, teneinde die vereeniging in staat te
stellen over 1942 3 dividend over het aan
deelenkapitaal uit te betalen;
11°. een bedrag van 168.wegens door
de gemeente over 1942 betaalde huur voor
schrijfmachines ten behoeve van de politie;
(Zie de verhooging van volgn. 2 der ont
vangsten met 168.in verband met de
restitutie van dit bedrag door de politie).
12°. een bedrag van 1.647.40, dat aan
Dr. H. van der Hoeven werd uitgekeerd voor
de waarneming van de functie van Stads-
vroedmeester over het tijdvak van 16 Sep
tember 1940ulto December 1942;
(Het bedrag van 1.647.50 werd van den
Gemeentelijken Dienst voor Maatschappelijk
Hulpbetoon terugontvangen).
(Zie de verhooging van volgn. 2 der ont
vangsten met dit bedrag).
13°. een bedrag van 105.wegens betaalde
schadeloosstelling voor in 1942 ten behoeve van
de Duitsche Weermacht gevorderde rijwielen;
(de terugontvangst van bovengenoemd be
drag is reeds in de gemeenterekening 1942
opgenomen).
14°. een aan den Rijksdienst voor de Werk
verruiming gerestitueerd bedrag van 372.08
wegens betaalde premie voor ongevallenver
zekering van niet-wettelijk verzekerde werk
lieden, die in 1941 aan vak- en ontwikkelings
cursussen hebben deelgenomen;
(Zie voor de ter zake uit het Werkloosheids-
subsidiefonds ontvangen bijdrage in bedoelde
uitgaaf de verhooging van volgn. 2 der ont
vangsten „Achterstallige inkomsten van vorige
dienstjaren" met 252.39).
15°. een aan den Rijksdienst voor de Werk
verruiming gerestitueerd bedrag van 226.83
wegens te veel ontvangen subsidie in de kosten
van centrale werkverruiming;
16°. een bedrag van 125.68 wegens over
1942 geleverde genees- en verbandmiddelen
ten behoeve van den Geneeskundigen en Ge
zondheidsdienst, het Geneeskundig School
toezicht en den Eerste Hulpdienst;
17°. een bedrag van 578.17 ter betaling van
een 30-tal posten van uiteenloopenden aard,
welke betrekking hebben op vorige dienstjaren.
Een verhooging van den post met in totaal
9.564.58 is derhalve noodig.
Zie de verhooging van volgn. 2 „Achter
stallige inkomsten van vorige dienstjaren" met
168.b 1.647.50 252.39 2.067.89.
Volgn. 265. Jaarwedde van den Burge
meester599.25
De uitgaaf bedraagt over 1943 10.874.25;
aanvulling van de uitgetrokken som van
10.275.met 599.25 is derhalve nood
zakelijk.
De hoogere uitgaaf is een gevolg van de
toekenning van kindertoeslag ingevolge be
schikking van den Commissaris der Provincie
van 25/28 Mei 1943.
Volgn. 267. Jaarwedde van den Secretaris 156.
De uitgaaf ter zake, geraamd op 7.725.
bedraagt 7.881..d. i. 156.meer.
Deze hoogere uitgaaf is eveneens een gevolg
van de toekenning van kindertoeslag ingevolge
bovengenoemde beschikking.
Volgn. 270. Jaarwedde van den Archivaris 330.
De uitgaaf geraamd op 4.598.bedraagt
4.928.of 330.meer.
De overschrijding wordt veroorzaakt door
de toekenning, ingevolge de verordening van
den Burgemeester van 11 Februari 1943, van
kindertoeslag, welke om administratieve rede
nen ten laste van de betrekkelijke salarisposten
wordt gebracht.
Hierbij wordt nog opgemerkt, dat voor de
kosten van de verruiming van den kinder
toeslag op Hoofdstuk XV een bedrag van
100.000.is uitgetrokken, waarvan de
meerdere kosten ter zake kunnen worden af
geschreven.
Volgn. 271. Jaarwedden van de ambtenaren
en bedienden der gemeente-secretarie, den con
cierge en de boden en van het Tcantoor van den
gemeente-ontvanger18.760.72
De uitgaven ter zake geraamd op 153.118.
bedragen 171.878.72, d. i. 18.760.72 meer.
De aanstelling in vasten dienst, gerekend
te zijn ingegaan 1 Januari 1943, van ambte
naren, die voorheen als arbeidscontractant
werkzaam waren, vereischte een hoogere uit
gaaf van 8.112.
De bevordering van ambtenaren ter secre
tarie en ten kantore van den gemeente-ont
vanger had over 1943 hoogere uitgaven van
respectievelijk 1.645.en 776.35 of
2.421.35 in totaal ten gevolge.
De kosten van het verleenen van een kinder
toeslag, waarvoor op volgn. 309 een bedrag
van 1.000.is uitgetrokken, doch welke op
volgn. 271 werden geboekt, bedroegen ten ge
volge van de verruiming van den toeslag, voor
de gemeente-secretarie 4.133.voor het
ontvangerskantoor 810.en voor de boden
420.d. i. tezamen 5.363.
De detacheering van een ambtenaar van
Gemeentewerken naar de af deeling „Financiën"
wegens ziekte van personeel op die afdeeling
vereischte voorts op volgn. 271 een niet-voor-
ziene uitgaaf van 1.791.24.
Ten slotte bedroegen de kosten van assistent
boden, alsmede van de bewaking van het
Stadhuis en van de rijwielbergplaats 7.653.13,
d. i. 1.073.13 meer dan de ter zake beschik
baar gestelde som van 6.580.