2
de moeder. Onder pleegouderlijke zorg wordt verstaan de
zorg voor onderhoud en opvoeding van het kind van anderen
als ware het een eigen kind.
Art. 2.
1.. Maatstaf voor het verschuldigde schoolgeld is het totaal
bedrag, dat de schoolgeldplichtige verschuldigd is wegens
inkomstenbelasting over het bij den aanvang van het school
geldjaar laatstverloopen kalenderjaar of gedeelte van dat
kalenderjaar (belastingtijdvak) en wegens vermogensbelasting
over het bij den aanvang van het schoolgeldjaar loopende
belastingjaar.
2. Indien de schoolgeldplichtige op grond van artikel 54
van het Besluit op de Inkomstenbelasting 1941 niet in de
inkomstenbelasting wordt aangeslagen, is maatstaf voor het
verschuldigde schoolgeld de loonbelasting, welke over het
bij den aanvang van het schoolgeldjaar laatstverloopen
kalenderjaar van den schoolgeldplichtige is ingehouden of
nagevorderd.
3. Was de schoolgeldplichtige in het hiervoor bedoelde
kalenderjaar niet belastingplichtig voor de inkomsten
belasting, dan wordt het schoolgeld geheven naar den maat
staf van de inkomstenbelasting of loonbelasting en van de
vermogensbelasting, welke vermoedelijk verschuldigd zullen
zijn over het kalenderjaar, onderscheidenlijk het belasting
jaar, waarin het schooljaar is aangevangen.
4. Bij het vaststellen van het in de vorige leden bedoeld
bedrag van den schoolgeldmaatstaf wordt de aftrek ter voor
koming van dubbele belasting buiten aanmerking gelaten.
Art. 3.
1. Aan hen, voor wie nog geen schoolgeldmaatstaf als
bedoeld in art. 2 is vastgesteld, kan in afwachting van de
vaststelling van dien maatstaf een voorloopige aanslag
worden opgelegd, berekend op den grondslag van den voor-
loopigen schoolgeldmaatstaf, bedoeld in artikel 4 der Be
schikking Schoolgeldheffing 1942.
2. De voorloopige aanslag wordt alleen met betrekking
tot de invordering als een aanslag in den zin van deze ver
ordening beschouwd.
3. Indien de schoolgeldmaatstaf is vastgesteld, wordt de
aanslag in het schoolgeld definitief geregeld. Yan dien defini
tieven aanslag blijft een bedrag gelijk aan dat van den
voorloopigen aanslag buiten invordering. Is de definitieve
aanslag in het schoolgeld lager dan de voorloopige aanslag,
dan wordt deze ambtshalve verminderd met het verschil.
Art. 4.
1. Yan personen, die in Nederlandsch-Indië, Suriname of
Curacao woonden in het tijdvak van een jaar, onmiddellijk
voorafgaande aan het tijdvak, waarover het schoolgeld wordt
geheven, geschiedt de heffing naar den schoolgeldmaatstaf,
welke vermoedelijk in aanmerking zou zijn genomen, indien
de inkomstenbelasting en de vermogensbelasting ook aldaar
werden geheven, met dien verstande, dat uitsluitend wordt
gelet op het inkomen en eventueel het vermogen, naar de
daar geldende regelen vastgesteld voor het laatstelijk aan
gevangen belastingjaar of herrekeningstijdvak en dat ook
overigens de schoolgeldmaatstaf wordt bepaald met inacht
neming van den toestand bij den aanvang van het laatstelijk
aangevangen belastingtijdvak.
2. Van de overige niet in Nederland wonende schoolgeld-
plichtigen wordt het maximum schoolgeld geheven, tenzij
zij aantoonen, dat en in hoever een lager bedrag in aan
merking genomen zou zijn, indien zij in deze gemeente
hadden gewoond. Te hunnen aanzien wordt de schoolgeld
maatstaf echter niet lager gesteld dan 500,
Art. 5.
1. Het schoolgeld wordt, voor zoover niet overeenkomstig
het tweede lid van dit artikel anders is bepaald, geheven
volgens onderstaande tabel en bedraagt per schoolgeldjaar:
f
vermeerderd met 10,voor elk bedrag van
100,waarmede de schoolgeldmaatstaf het
bedrag van 1500,te boven gaat.
4600,of meer475,
2. Door het vaststellen van een vermenigvuldigingscijfer
kan de Burgemeester bepalen, dat meer of minder schoolgeld
verschuldigd is dan de bedragen vermeld in het eerste lid
van dit artikel, evenwel met dien verstande dat het bepaalde
maximum schoolgeldbedrag niet wordt overschreden en het
minimum niet lager zal zijn dan 5,
3. Het schoolgeld ondergaat geen vermindering wegens
het in hetzelfde jaar bezoeken van een inrichting van onder
wijs door meer dan één kind uit hetzelfde gezin of in verband
met het getal kinderen, tot het gezin behoorende.
Art. 6.
1. Voor na 16 Juni 1938 tot één der in art. 1 genoemde
inrichtingen van onderwijs toegelaten leerlingen, die, na
reeds eenmaal als leerling aan dezelfde of aan een overeen
komstige Eijks-, gemeentelijke- of bijzondere school niet tot
een hoogere klasse te zijn bevorderd, andermaal niet tot een
hoogere klasse worden bevorderd of voor de tweede maal
het onderwijs in de hoogste klasse volgen, is anderhalf maal
het schoolgeld verschuldigd, met dien verstande, dat het
totaal verschuldigd bedrag 475,niet te boven gaat. Dit
Bij
een schoolgeldmaatstaf van:
Per
leerling:
beneden
16,—
--
16
of meer, doch minder dan
ii
20,—
V 5,—
11
20,—
11 11 11 11 11
ii
24,—
6,—
11
24,-
11 11 11 11 11
ii
28,—
7,—
11
28,—
11 11 11 11 11
ii
32,—
8,
11
32,—
11 11 11 11 11
ii
36,—
v 6,
11
36,—
11 11 11 11 ii
ii
40,—
10,—
11
40,—
ii ii ii ii ii
ii
44,—
11,-
11
44,—
ii ii ii ii ii
ii
50,
12
11
11
50,—
ii ii ii ii ii
ii
56,—
13
56,—
ii ii ii ii ii
ii
62,—
14
Bij
een
schoolgeldmaatstaf van
Per
leerling
62,—
of meer, doch minder dan
66,—
15,—
66,—
11
11
ii
ii ii
72,—
16,—
72,—
11
11
ii
ii ii
78,—
17-
78,—
11
11
ii
ii ii
84,—
18,—
84,—
11
11
ii
ii ii
90,—
19,—
90,—
11
11
ii
ii ii
96,—
20,—
96,—
11
11
ii
ii ii
102,—
21,—
102,—
11
11
ii
ii ii
108,—
22,
108,—
11
11
ii
ii ii
114,—
23,
114,—
11
11
ii
ii ii
120,—
24,—
120,—
11
11
ii
ii ii
126,—
25,—
126,—
11
11
ii
ii ii
134,—
26,
134,—
11
11
ii
ii ii
140,—
28,
140,—
11
11
ii
ii ii
146,—
30,—
146,—
11
11
ii
ii ii
152,—
32,
152,—
11
11
ii
ii ii
160,—
34,—
160,—
11
11
ii
ii ii
170,—
36,
170,—
11
11
ii
ii ii
190,—
38,
190,—
11
11
ii
ii ii
210,—
40,—
210,—
11
11
ii
ii ii
230,—
42,—
230,—
11
11
ii
ii ii
250,—
44,—
250,—
11
11
ii
ii ii
270,—
e 46,—
270,—
11
11
ii
ii ii
290,—
48,—
290,—
11
11
ii
ii ii
320,—
50,—
320,—
11
11'
ii
ii ii
340,—
50,
340,—
11
11
ii
ii ii
360,—
52,
360,—
11
11
ii
ii ii
390,—
54,—
390,—
11
11
ii
ii ii
410,—
56,—
410,—
11
11
ii
ii ii
430,—
58,—
430,—
11
11
ii
ii ii
460,—
60,—
460,—
11
11
ii
ii ii
480,—
62,
480,—
11
11
ii
ii ii
500,—
64,—
500,—
11
11
ii
ii ii
520,—
66,—
520,—
11
11
ii
ii ii
540,—
68,—
540,—
11
11
ii
ii ii
570,—
70,
570,—
11
11
ii
ii ii
600,—
72,—
600,—
11
11
ii
ii ii
620,—
74,—
620,—
11
11
ii
ii ii
650,—
76,—
650,—
11
11
ii
ii ii
680,—
78,—
680,—
11
11
ii
ii ii
710,—
80,
710,—
11
11
ii
ii -ii
740.,-m
82
740,—
11
11
ii
ii ii
770,—
86,
770,—
11
11
ii
ii ii
800,—
90,
800,—
11
11
ii
ii ii
840,—
94,—
840,—
11
11
ii
ii ii
880,—
98,
880,—
11
11
ii
ii ii
920,—
102,—
920,—
11
11
ii
ii ii
960,—
106,—
960,—
11
11
ii
ii ii
1000,—
110,—
1000,—
11
11
ii
ii ii
1050,—
116,—
1050,—
11
11
ii
ii ii
1100,—
122,—
1100,—
11
11
ii
ii ii
1150,—
128,—
1150,—
11
11
ii
ii ii
1200,—
134,—
1200,—
11
11
ii
ii ii
1250,—
140,—
1250,—
11
11
ii
ii ii
1300,—
146,—
1300,—
11
11
ii
ii ii
1350,—
152,—
1350,—
11
11
ii
ii ii
1400,—
158,—
1400,—
11
11
ii
ii ii
1500,—
164,—
1500,—
tot
en met
ii
4500,—
170,—