112
c. van meer dan 6.doch niet meer dan 8.bedraagt
de kindertoelage 0.20, tijdelijk verhoogd tot 0.25;
d. van meer dan 8.bedraagt de kindertoelage 0.25.
2. De kindertoelage wordt uitgekeerd over iederen dag,
waarop de arbeider heeft gewerkt, of waarover hij, zonder
te hebben gearbeid, loon heeft ontvangen, met dien ver
stande, dat over een kalenderweek over ten hoogste 6 dagen
kindertoelage wordt uitgekeerd.
3. De gehuwde vrouwelijke arbeider ontvangt, onvermin
derd het bepaalde in het tweede lid, over een kalenderweek
slechts uitkeering over ten hoogste zooveel dagen, als haar
echtgenoot op grond van een gemeentelijke kindertoeslag
regeling over die kalenderweek minder dan 6 dagen recht op
uitkeering van kindertoeslag heeft.
4. De kindertoelage wordt uitbetaald tegelijk met het loon.
Artikel 5.
1. Onder loon wordt in deze regeling verstaan het krachtens
artikel 11 van het Arbeidsovereenkomstenreglement (Ge
meenteblad 1939 No. 2) vastgestelde brutoloon.
2. Voor de toepassing van deze regeling worden uit-
keeringen bij ongeval of ziekte krachtens een der Ongevallen
wetten, de Ziektewet of eenige gemeentelijke verordening
mede als loon beschouwd.
Artikel 6.
Deze verordening treedt in werking met ingang van
1 Januari 1944.
N°. 212. Leiden, 23 December 1943.
Blijkens een circulaire van den Commissaris van de Pro
vincie is het in afwachting van een wettelijken maatregel
mogelijk, voorloopig vrijstelling van de verplichte ziekenfonds
verzekering te krijgen voor arbeidscontractanten, werkzaam
aan bepaalde overheidsinstellingen of -diensten, mits kort
gezegd de garantie bestaat, dat de geneeskundige ver
zorging over het algemeen genomen gelijk te stellen is aan
de in het Ziekenfondsenbesluit toegekende verzorging. Deze
regeling is van belang ten aanzien van het inwonend personeel
op arbeidscontract van de gestichten „Endegeest" c.a. De
aanpassing aan het Ziekenfondsenbesluit zal in hoofdzaak
daarin bestaan, dat het personeel, hetwelk overigens reeds
lang de door het besluit toegekende voordeelen grooten-
deels geniet, voortaan ook gratis of tegen bijbetaling, conform
de voorschriften van het besluit, oog- en tandheelkundige hulp
zal genieten. Het is in het belang van de gemeente ten aan
zien van het bovengenoemde personeel de bedoelde voor-
loopige vrijstelling te verkrijgen. Hiervoor is noodig het op
nemen van een nieuw artikel in het Arbeidsovereenkomsten-
besluit, waardoor artikel 10 van de „Ziekengeldverordening"
voor de inwonende arbeidscontractanten van de gestichten
„Endegeest" c.a. kan vervallen. Het is billijk, dat aan de
geneeskundige verzorging van het inwonend personeel, dat
onder het Ambtenarenreglement 1934 valt, eenzelfde uit
breiding wordt gegeven als ten aanzien van de arbeids
contractanten geldt. Ook dit reglement dient daarvoor te
worden gewijzigd.
De Burgemeester heeft mitsdien op 23 December 1943 de
volgende besluiten genomen:
I. De BUBGEMEESTER van LEIDEN;
Op grond van artikel 3 van de verordening van den
Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied
No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad
en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening;
BESLUIT:
behoudens goedkeuring van den Secretaris-Generaal van het
Departement van Binnenlandsche Zaken, vast te stellen de
de volgende verordening:
VERORDENING,
tot wijziging van de verordening van 15 Augustus 1932
(Gemeenteblad No. 23), houdende regeling, als bedoeld
in artikel 25, tweede lid, sub 2° der Ziektewet, voor het
inwonend personeel der gestichten „EndegeesV
„VoorgeesV en „RhijngeesVvoor zoover
dit niet is ambtenaar in den zin van
artikel 1 der Ambtenarenwet 1929,
laatstelijk gewijzigd bij verorde
ning van 8 Juli 1935
(Gemeenteblad No. 25).
Artikel I.
Art. 10 van bovengenoemde verordening vervalt.
Artikel II.
Deze verordening treedt met terugwerkende kracht op
16 Augustus 1943 in werking.
II. De BURGEMEESTER van LEIDEN;
Op grond van artikel 3 van de verordening van den
Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied
No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad
en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening;
BESLUIT:
vast te stellen de volgende verordening:
VERORDENING,
tot wijziging van de verordening van 13 Februari 1939
(Gemeenteblad No. 2) regelende de gevallen, waarin en de
voorwaarden, waaronder door of van wege de
Gemeente Leiden indienstneming op arbeids
overeenkomst naar burgerlijk recht kan
plaats hebben, laatstelijk gewijzigd bij
verordening van 22 Juli 1943
(Gemeenteblad No. 25).
Artikel I.
Lid 2 van artikel 36 van bovengenoemde verordening
wordt gelezen, als volgt:
2. Onverminderd het bepaalde in artikel 39bis heeft de
arbeider in het geval, bedoeld in het eerste lid, voorts aan
spraak op vrije genees- en heelkundige behandeling op den
voet van de bepalingen der Ongevallenwet 1921.
Artikel II.
Na artikel 39 wordt een nieuw artikel 39bis ingevoegd,
luidende
Artikel 39 bis.
De in de gestichten „Endegeest" c.a. inwonende arbeider
heeft recht op geneeskundige verzorging en geldelijke uit
keering bij overlijden, overeenkomstig het bepaalde bij of
krachtens het Ziekenfondsenbesluit, echter zonder vrije
artsenkeuze.
Artikel III.
Deze verordening treedt met terugwerkende kracht op
16 Augustus 1943 in werking.
III. De BURGEMEESTER van LEIDEN;
Op grond van artikel 3 van de verordening van den
Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied
No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad,
en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening;
BESLUIT:
vast te stellen de volgende verordening:
VERORDENING,
tot wijziging van de verordening van 4 September 1934
(Gemeenteblad No. 30), houdende regeling van den
rechtstoestand van de ambtenaren en werklieden in
dienst der Gemeente Leiden, laatstelijk gewijzigd
bij verordening van 19 Augustus 1943
(Gemeenteblad No. 31).
Artikel I.
Lid 5 van artikel 59 van bovengenoemde verordening
wordt gelezen als volgt:
5. De inwonende ambtenaar/werkman van de gestichten
„Endegeest", „Voorgeest" en „Rhijngeest" heeft recht Op
geneeskundige verzorging overeenkomstig het bepaalde bij
of krachtens het Ziekenfondsenbesluit, echter zonder vrije
artsenkeuze.
Artikel II.
In artikel 68 wordt tusschen de woorden „dan geschiedt"
en „deze verpleging" ingevoegd: „onverminderd het be
paalde in artikel 59, lid 5".
Artikel III.
Deze verordening treedt met terugwerkende kracht op
16 Augustus 1943 in werking.