109
N°. 203. Leiden, 23 December 1943.
Teneinde te voorzien in de vacature, in het College van
Curatoren van het Gymnasium ontstaan tengevolge van
het bedanken van den heer A. Krantz, heeft de Burge
meester op 23 December 1943 het volgende besluit genomen
De BURGEMEESTER van LEIDEN;
Op grond van artikel 3 van de verordening van den
Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied,
No. 152/1941, waarnemende de taak van den Gemeenteraad
en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening;
BESLUIT:
te benoemen tot Curator van het Gymnasium Dr. F. C. Bursch
te Oegstgeest.
N°. 204. Leiden, 23 December 1943.
Met ingang van den cursus 19431944 werd mej. J. F. Klink,
voorloopig voor den tijd van drie maanden, benoemd tot
tijdelijk leerares in het Fransch aan de Hoogere Burgerschool
voor Meisjes.
Aangezien de werkzaamheid van deze tijdelijke leerkracht
langer dan drie maanden moest duren heeft de Burgemeester
op 23 December 1943 het volgende besluit genomen:
De BURGEMEESTER van LEIDEN;
Op grond van artikel 3 van de verordening van den
Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied,
No. 152/1941, waarnemende de taak van den Gemeenteraad
en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening;
BESLUIT:
alsnog, te rekenen met ingang van den cursus 1943/1944,
tot wederopzeggens, doch uiterlijk voor den duur van dien
cursus, de aanstelling van mej. J. F. Klink tot tijdelijk
leerares in het Fransch aan de Hoogere Burgerschool voor
Meisjes, te bekrachtigen.
N°. 205. Leiden, 23 December 1943.
Naar aanleiding van het door Mevrouw Dr. A. Z. van
'tHoff StolkHuisman gedaan verzoek om haar te ont
heffen van hare betrekking als tijdelijk leerares in het
Duitsch aan de Hoogere Burgerschool met 5-jarigen cursus,
heeft de Burgemeester op 23 December 1943 het volgende
besluit genomen:
De BURGEMEESTER van LEIDEN;
Op grond van artikel 3 van de verordening van den
Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied,
No. 152/1941, waarnemende de taak van den Gemeenteraad
en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening;
BESLUIT:
Mevr. Dr. A. Z. van 'tHoff StolkHuisman met ingang
van 1 Januari 1944 te ontheffen van hare betrekking als
tijdelijk leerares in het Duitsch aan de Hoogere Burgerschool
met 5-jarigen cursus.
N°. 206. Leiden, 23 December 1943.
Op 31 December a.s. eindigen de verpachtingen van den
hier na te noemen perceelen teelland en weilanden van de voor
volkstuintjes verhuurde gronden, alsmede de verpachting
van de beweiding van het Schuttersveld.
Met de pachters van deze gronden en van de beweiding
van het Schuttersveld werd overeenstemming bereikt over
de verlenging van de pachtovereenkomsten op den bestaan-
den voet.
In verband met een en ander heeft de Burgemeester op
23 December 1943 de volgende besluiten genomen:
I. De BURGEMEESTER van LEIDEN;
Op grond van artikel 3 van de verordening van den
Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied
No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad
en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening;
BESLUIT:
behoudens goedkeuring van den Commissaris der Provincie
de navolgende perceelen teelland en weiland, op de bij dit
besluit behoorende kaarten met groene kleur aangeduid, te
verpachten aan:
1°. J. Bol, te Leiden, de woning met bergplaats en grond
nabij den Rijnsburgerweg, sectie P no. 2373 ged., groot
0.38.00 ha, voor een pachtsom van 150.per jaar;
2°. A. J. Prevo, te Leiden, de perceelen teelland met
schuur en water in den Stadspolder, sectie K no. 593 en
sectie N no. 1099 ged., groot 1.20.14 ha, voor een pacht
som van 100.per jaar;
3°. Wed. G. Hermans, geb. J. de Mooy, te Rijnsburg, het
perceel teelland bij den Wassenaarscheweg, gemeente Oegst
geest, sectie E no. 2511 ged., groot 0.32.92 ha, voor een
pachtsom van 70.per jaar;
4°. Joh. van der Mey, te Oegstgeest, het perceel teelland
nabij den Hooge Morschweg, sectie P, no. 282, groot 1.03.30 ha,
voor een pachtsom van 125.per jaar;
5°. P. J. van der Meer, te Voorschoten, het perceel teelland
aan het Delftsche Jaagpad, sectie O, no. 1432, groot 0.56.56 ha,
voor een pachtsom van 120.per jaar;
6°. A. P. Vreeburg, te Leiden, het perceel teelland in den
Boschhuizerpolder, sectie O, no. 1763 ged., groot 0.81.80 ha,
voor een pachtsom van 170.per jaar;
7°. H. Bentvelzen, te Leiden, het perceel teelland bij het
Delftsche Jaagpad, sectie O, no. 1433, groot 0.75.69 ha, voor
een pachtsom van 140.per jaar;
8°. P. J. Schrama, te Leiden, het perceel teelland bij het
Delftsche Jaagpad, sectie O, no. 1763 ged., groot 0.78.00 ha,
voor een pachtsom van 120.per jaar;
9°. H. J. Trap, te Leiden, het perceel teelland in den
Cronesteinschepolder, sectie O, no. 1057, groot 0.91.46 ha,
voor een pachtsom van 160.per jaar;
10°. Gebrs. de Leeuw, te Leiden, het perceel teelland
aan het Delftsche Jaagpad, sectie O, nis. 412 en 414, groot
0.10.80 ha, voor een pachtsom van 25.per jaar;
11°. F. Geerlings, te Leiden, het perceel teelland aan het
Delftsche Jaagpad, sectie O, no. 1274, groot 0.13.03 ha, voor
een pachtsom van 22.per jaar;
12°. S. Holswilder, te Leiden, de perceelen teelland bij de
Toussaintkade, sectie O, no. 678 ged., groot 0.20.50 ha,
voor een pachtsom van 60.per jaar;
13°. G. F. Hemerik, te Leiden, het perceel teelland bij den
Lammenschansweg, sectie M, no. 4130, groot 0.11.23 ha,
voor een pachtsom van 28.per jaar;
14°. A. F. Sneeuw, te Wassenaar, het perceel teelland bij
de trambaan LeidenWassenaar, gemeente Oegstgeest,
sectie E, no. 2511 ged., groot 0.36.00 ha, voor 63.
per jaar;
15°. A. en N. Laman, te Leiden, de perceelen teelland in
den Boschhuizerpolder, sectie O, nis. 639, 640, 641 ged.,
644 ged., 645 en 646 ged., groot 2.55.00 ha, voor een
pachtsom van 340.per jaar;
16°. S. A. Bremmer, te Leiden, de perceelen weiland bij
den Maredijk, sectie P, nis. 615, 616, 618, 630 en 1042, groot
2.86.95 ha, voor een pachtsom van 240.per jaar;
17°. T. C. van der Stoel, te Leiden, de perceelen weiland
in den Boschhuizerpolder, sectie O, nis. 299, 300, 305, 311,
675 en 676 ged., groot 8.82.00 ha, voor een pachtsom
van 900.per jaar;
18°. J. P. Teske, te Leiden, het perceel weiland bij den
Kanaalweg, sectie M, no. 6155 ged., groot 1.17.90 ha,
voor een pachtsom van 130.per jaar;
19°. P. J. Kuiters, te Leiden, de perceelen weiland in den
Stadspolder, sectie K, nis. 41 ged., 928 ged., 1034 ged. en
926 ged., groot 3.80.00 ha, voor een pachtsom van 400.
per jaar;
20°. J. P. van der Holst, te Leiden, het perceel weiland
in den Stadspolder, sectie K, no. 3754 ged., groot 1.11.93 ha,
voor een pachtsom van 125.per jaar;
21°. J. I. de Groot, te Zoeterwoude, de perceelen weiland
bij de Roomburgerwetering, gemeente Zoeterwoude, sectie A,
nis. 315, 3197, 320, 323, 324 en 325, groot 0.56.76 ha,
voor een pachtsom van 90.per jaar;
22°. P. J. Schrama, te Leiden, de perceelen weiland bij
het Delftsche Jaagpad, sectie O, nis. 403, 407, 411, 421, 438,
1275 en 1276, groot 4.07.63 ha, voor een pachtsom van
425.per jaar;
23°. W. H. J. Zwetsloot, te Leiden, de perceelen weiland
in den Stadspolder, sectie N, nis. 121 ged., 125 ged., 126 ged.
en 127 ged., groot 2.11.64 ha, voor een pachtsom van
210.per jaar;
24°. O. J. Zwetsloot, te Leiden, de perceelen weiland aan
de Houtlaan, sectie P, no. 2115 ged., groot i 1.59.80 ha,
voor een pachtsom van 160.per jaar;
25°. L. P. van der Geer en A. Stuifzand, te Leiden, de
perceelen weiland in den Cronesteinschepolder, sectie O,