88
De BUEGEMEESTEE van LEIDEN;
Op grond van artikel 3 van de verordening van den
Eijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied
No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad
en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening;
BESLUIT:
vast te stellen de navolgende verordening:
VERORDENING,
houdende wijziging van de verordening van 12 October 1905
Gemeenteblad No. 25) op het Bouwen en Sloopen, laatstelijTc
gewijzigd bij verordening van 24 September 1934
(Gemeenteblad No. 48).
Eenig artikel.
Art. 18bis van bovengenoemde verordening wordt gelezen
als volgt:
Art. 18 bis.
Het uiterlijk van nieuw te maken of naar den uitwendigen
vorm geheel of gedeeltelijk te veranderen of te herstellen
gebouwen, muren, hekken of andere terreinafscheidingen
en alle overige bij gebouwen behoorende opstanden moet
zoodanig zijn, dat het:
a. voorzoover het werken geldt, die van den weg af
zichtbaar zijn, zoowel op zich zelf als met betrekking tot
het aanwezig of te verwachten stads- of landschapsbeeld,
voldoet aan redelijke eischen van welstand;
b. voorzoover het werken geldt, die van den weg af niet
zichtbaar zijn, op zich zelf noch met betrekking tot aan
sluitende bebouwingen uit een oogpunt van welstand aan
stoot kan geven.
De Burgemeester, waarnemende de taak van Burgemeester
en Wethouders, is bevoegd te dien aanzien nadere eischen
te stellen.
N°. 181. Leiden, 29 October 1943.
De afwezigheid van den leeraar in het teekenen aan het
Gymnasium maakt het noodig aan die school een tijdelijke
voorziening te treffen voor het onderwijs in dat vak.
In verband daarmede heeft de Burgemeester op 29 October
1943 het volgende besluit genomen:
De BUEGEMEESTEE van LEIDEN;
Op grond van artikel 3 van de verordening van den
Eijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied
No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad
en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening;
BESLUIT:
J. Pieké te Amsterdam, met ingang van een nader te
bepalen datum, tot wederopzeggens en uiterlijk voor den
verderen duur van den cursus 1943/1944, doch in geen geval
langer dan tot den dag, waarop de leeraar E. J. Hoppe
zijn werkzaamheden weder hervat, te benoemen tot tijdelijk
leeraar in het teekenen aan het Gymnasium.
Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GEOEN ZOON.