80 enz., met gelijksoortig ambtelijk personeel kan worden ver geleken, met terugwerkende kracht tot 1 Januari 1943, te bepalen naar de loonschaal, geldende voor overeenkomstig personeel in ambtenlijken dienst. Dit personeel op arbeids contract komt alsdan van genoemden datum af in aan merking voor den kindertoeslag volgens de gemeentelijke regeling. De uit een en ander voortvloeiende kosten worden voorshands op ƒ16.000.geraamd, waarvan verreweg het grootste gedeelte betrekking heeft op de verruiming van den kindertoeslag. Aangezien op deze uitgave bij het opmaken van de ge- meentebegrooting en de bedrijfsbegrootingen 1943 niet is gerekend, heeft de Burgemeester op 9 September 1943 het volgende besluit genomen: De BURGEMEESTEE van LEIDEN; Op grond van artikel 3 van de verordening van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening; BESLUIT: behoudens goedkeuring van den Commissaris der Provincie, door vaststelling van den staat No. 31 tot wijziging van de gemeentebegrooting, dienst 1943, een bedrag van 16.000. op de begrooting van dat jaar te brengen door verhooging van den post voor „Onvoorziene Uitgaven" (waardoor het ongedekt tekort van de begrooting wordt gebracht van 1.550.448.op 1.566.448.zulks in verband met de wijziging van de gedragslijn inzake de loonbepaling ten aanzien van het personeel op arbeidsovereenkomst in dien zin, dat met terugwerkende kracht tot 1 Januari 1943 voortaan aan de onder art. 11, letter d, van het Arbeids overeenkomstenreglement vallende arbeidscontractanten het z.g. ambtelijke loon en den z.g. ambtelijken kindertoeslag worden toegekend. N°. 157. Leiden, 10 September 1943. Nu aan het Gymnasium niet langer onderwijs wordt gegeven in de Hebreeuwsche taal, heeft de Burgemeester op 10 Sep tember 1943 het volgende besluit genomen: De BURGEMEESTER van LEIDEN; Op grond van artikel 3 van de verordening van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied, No. 152/1941, waarnemende de taak van den Gemeenteraad en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening; BESLUIT: aan Mej. Dr C. E. te Lintum, wegens opheffing van hare betrekking, met ingang van 10 November 1943, eervol ontslag te verleenen als leerares in het Hebreeuwsch aan het Gymnasium. N°. 158. Leiden, 10 September 1943. In verband met het aangaan van een huwelijk door Mej. J. M. s' Jacob, tijdelijk leerares in het Neder- landsch aan het Gymnasium, heeft de Burgemeester op 10 September 1943 het volgende besluit genomen: De BURGEMEESTER van LEIDEN; Op grond van artikel 3 van de verordening van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied, No. 152/1941, waarnemende de taak van den Gemeenteraad en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening; BESLUIT: aan Mej. J. M. s' Jacob, met ingang van 10 September 1943, wegens het aangaan van een huwelijk, eervol ontslag te verleenen als tijdelijk leerares in het Nederlandsch aan het Gymnasium. N°. 159. Leiden, 10 September 1943. Ter voorziening in het onderwijs in het Nederlandsch aan het Gymnasium, heeft de Burgemeester op 10 Sep tember 1943 het volgende besluit genomen: De BURGEMEESTER van LEIDEN; Op grond van artikel 3 van de verordening van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied, No. 152/1941, waarnemende de taak van den Gemeenteraad en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening; BESLUIT: Mevr. J. M. Dutilhs' Jacob, met ingang van 10 September 1943, tot wederopzeggens, doch uiterlijk voor den verderen duur van den cursus 1943/1944 aan te stellen tot tijdelijk leerares in het Nederlandsch aan het Gymnasium. N°. 160. Leiden, 16 September 1943. Aangezien in den nieuwen cursus aan de Hoogere Burger school voor Meisjes, tengevolge van toeneming van het getal klassen dier school, meer uren onderwijs in lichame lijke oefening moeten worden gegeven, heeft de Burge meester op 16 September 1943 het volgende besluit genomen De BURGEMEESTER van LEIDEN; Op grond van artikel 3 van de verordening van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied Nu. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening; BESLUIT: Mejuffrouw N. H. Mak, onderwijzeres in lichamelijke oefening bij het openbaar lager onderwijs, met ingang van den cursus 19431944, tot wederopzeggens, doch uiterlijk voor den duur van dien cursus, te benoemen tot tijdelijk leerares in evengenoemd vak aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes. N°. 161. Leiden, 16 September 1943. Bij raadsbesluit van 22 Januari 1923 (Ingek. Stukken No. 16) werd ter verkrijging van een goede afschuining van den hoek KorevaarstraatLevendaal een bijzondere rooilijn vastgesteld, waarbij een strook grond, groot 25 m2, toebehoorend aan de N.Y. Zeep-, Eau de Cologne- en Par* fumerieënfabriek v/h Sanders en Co buiten de rooilijn kwam te liggen en een strook gemeentegrond, groot 60 m2, binnen de bebouwing. In verband met een voorgenomen verbouwing van haar fabriek heeft de vennootschap met de gemeente onder handelingen over ruiling van deze strooken grond geopend. Overeenstemming werd bereikt op de in het hierna volgend besluit omschreven basis. De vennootschap zal o.m. 10. per m2 toebetalen voor den grond, dien zij meer ontvangt dan zij aan de gemeente afstaat. In verband met een en ander heeft de Burgemeester op 16 September 1943 het volgende besluit genomen: De BURGEMEESTER van LEIDEN; Op grond van artikel 3 van de verordening van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening; BESLUIT: behoudens goedkeuring van den Commissaris der Provincie met de N.Y. Zeep-, Eau de Cologne- en Parfumerieën- fabriek v/h Sanders en Co, te Leiden, een overeenkomst van ruiling aan te gaan, waarbij de vennootschap aan de gemeente in eigendom afstaat de op de bij dit besluit behoorende kaart met roode kleur aangegeven strook grond, gelegen aan de Korevaarstraat, groot 25 m2, deel uit makende van het perceel, kadastraal bekend gemeente Leiden, sectie D, No. 1632,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1943 | | pagina 4