79
4. Handelen zonder inachtneming van, of in strijd met
een gestelde voorwaarde wordt gelijk gesteld met handelen
zonder vergunning.
Art. 3.
Onverminderd de bevoegdheid tot het op kosten van de
overtreders doen wegnemen, beletten, verrichten of in vorigen
toestand herstellen van hetgeen in strijd met deze verordening
is of wordt gehouden, gemaakt, gesteld, ondernomen, nage
laten, beschadigd of weggenomen, wordt overtreding van
het bepaalde in art. 1 van deze verordening gestraft met
hechtenis van ten hoogste een maand of geldboete van ten
hoogste driehonderd gulden, alsmede verbeurdverklaring van
de voorwerpen, waarmede de overtreding is gepleegd, voor
zoover zij den veroordeelde toebehooren.
Art. 4.
1. Met het opsporen van overtredingen van het bepaalde
in deze verordening zijn, behalve de in art. 141 van het
Wetboek van Strafvordering bedoelde en de bij art. 1 van
het besluit van de Secretarissen-Generaal van de Departe
menten van Justitie en Binnenlandsche Zaken van 20 October
1942, betreffende uitbreiding van de bevoegdheden van de
Politie, aangewezen personen, belast de Directeur en de
overige technische ambtenaren der Gemeentewerken.
2. Hij, die in het bezit is van een krachtens deze ver
ordening verleende vergunning, is verplicht deze vergunning
op eerste aanvraag aan de in het eerste lid genoemde per
sonen ter inzage te verstrekken.
N°. 153. Leiden, 9 September 1943.
Door den Burgemeester werd medewerking ingevolge
artikel 72 der Lager Onderwijswet 1920 verleend, tot het
aanschaffen van:
le. leer- en hulpmiddelen en schoolmeubelen ten behoeve
van de B.K. school voor voortgezet gewoon lager onderwijs
aan de Haarlemmerstraat 240/Pelikaanstraat 20, bij besluit
van 17 Juni 1943;
2e. leer- en hulpmiddelen ten behoeve van de inrichting
van het 7e en 8e leerjaar aan de B.K. school voor gewoon
lager onderwijs voor meisjes aan de van der Werfstraat 98,
bij besluit van 6 Augustus 1943;
3e. leermiddelen ten behoeve van de B.K. school voor
u.l.o. aan de Haarlemmerstraat 34, bij besluit van 2 Sep
tember 1943;
4e. leermiddelen ten behoeve van de Herv. school voor
u.l.o. aan het Koordeinde 3, bij besluit van 2 September 1943.
Voor het beschikbaar stellen van de voor deze aanschaffing
geraamde gelden, bedragende respectievelijk rond 6050.
650.ƒ1000.en ƒ100.dient nog een begrootings-
regeling te worden getroffen. De genoemde, ten laste van
den kapitaaldienst komende, bedragen kunnen uit den
gewonen dienst worden afgeschreven, voorzoover het bedrag
van ƒ6050.betreft in 10 jaren, aanvangende in 1943,
voorzoover de bedragen van 650.1000.en 100.
betreft, in het jaar 1943.
Mitsdien heeft de Burgemeester op 9 September 1943 het
volgende besluit genomen:
De BUEGEMEBSTBB van LEIDEN;
Op grond van artikel 3 van de verordening van den
Bijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied,
No. 152/1941, waarnemende de taak van den Gemeenteraad
en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening;
BESLUIT:
behoudens goedkeuring van den Commissaris der Provincie
vast te stellen den bijbehoorenden staat no. 30 model E
tot wijziging van de gemeentebegrooting, dienst 1943, groot
7800.ten behoeve van de aanschaffing van leer- en
hulpmiddelen en schoolmeubelen voor het bijzonder voort
gezet gewoon lager- en het bijzonder uitgebreid lager onderwijs.
N°. 154. Leiden, 9 September 1943.
De gemeente heeft ingevolge art. 60 van de verordening
op het Bouwen en Sloopen kosten gemaakt voor het aan
brengen van herstellingen aan het perceel Beestenmarkt
No. 34, eigendom van Teunis Snoek te Botterdam; deze is
na herhaalde aanmaning ingebreke gebleven zelf de noodige
herstellingen te verrichten. Aangezien op andere wijze geen
betaling van deze kosten, ter hoogte van 1921,48, kon
worden verkregen, is tegen Snoek een dwangbevel uitge
vaardigd, waartegen hij thans bij de Arrondissementsrecht
bank te 's-Gravenhage in verzet is gekomen.
Het is ook volgens den rechtsgeleerden raadsman der
gemeente wenschelijk tegen deze vordering verweer te
voeren. De Burgemeester heeft dan ook op 9 September
1943 het volgende besluit genomen:
De BUBGEMEESTEB van LEIDEN;
Op grond van artikel 3 van de verordening van den
Bijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied
No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad
en gelet op artikel 28, eerste lid dier verordening;
Gelet voorts op het advies van den rechtsgeleerden raads
man der gemeente d.d. 4 September 1943;
BESLUIT:
dat de gemeente zoowel in eersten aanleg, als zoo noodig
in hooger beroep, verweer zal voeren tegen de vordering,
die door Teunis Snoek te Botterdam voor de Arrondissements
rechtbank te 's-Gravenhage inzake de kosten van door de
gemeente voor rekening van Snoek uitgevoerde werken aan
het perceel Beestenmarkt No. 34 tegen haar is ingesteld bij
zijn dagvaarding van 10 Maart 1943.
N°. 155. Leiden, 9 September 1943.
De gewestelijk politiepresident te Botterdam heeft er,
met het oog op de huidige benzinepositie, op aangedrongen
de bij de politie in gebruik zijnde vervoermiddelen met een
hoog benzineverbruik te vervangen door andere met een
laag benzineverbruik.
Mitsdien moeten de twee motorrijwielen met zijspan buiten
gebruik worden gesteld en vervangen door twee lichte
motorrijwielen.
Sedert geruimen tijd bestaat voorts bij de politie behoefte
aan een kleine personenauto voor het verrichten van
recherche- en ander werk. De daartoe gebezigde arrestanten
auto is hiervoor in vele gevallen niet geschikt.
Derhalve moet tot het aanschaffen van twee motorrijwielen
en een personenauto worden overgegaan. De auto zal worden
voorzien van een persgasinstallatie.
De kosten van een en ander vorderen in totaal een uit
gave van rond ƒ3500.n.l. ƒ1750.voor de auto ver
meerderd met ƒ960.voor de uitrusting met een pers
gasinstallatie en 800.voor de beide motorrijwielen.
Dit bedrag kan op den kapitaaldienst worden gebracht,
af te lossen nit de gewone middelen in vijf jaren, aan
vangende in 1943.
Op grond van het bovenstaande heeft de Burgemeester
op 9 September 1943 het volgende besluit genomen:
De BUBGEMEESTEB van LEIDEN;
Op grond van artikel 3 van de verordening van den
Bijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied
No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad
en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening;
BESLUIT:
behoudens goedkeuring van den Commissaris der Provincie
vast te stellen den staat no. 27 tot wijziging van de
gemeentebegrooting 1943, model D, ter beschikbaarstelling
op den kapitaaldienst van een bedrag van ƒ3500.ten
behoeve van de aanschaffing van een personenauto, merk
Opel, voorzien van een persgasinstallatie, en van 2 lichte
motorrijwielen voor de politie; het bedrag ad ƒ3500.zal
in 5 jaren, aanvangende in 1943 uit den gewonen dienst
worden afgelost.
N°. 156. Leiden, 9 September 1943.
Het ligt in het voornemen het loon van personeel op
arbeidsovereenkomst, dat op grond van het min of meer
permanente dienstverband, de verrichte werkzaamheden