33 BESLUIT: behoudens goedkeuring van den Commissaris der Provincie met de Stichting „Pensioenfonds der N.V. Stoomvaart Maatschappij Nederland", gevestigd te Amsterdam een overeenkomst aan te gaan tot wijziging van de krachtens raadsbesluit van 22 Februari 1937, goedgekeurd door Gedepu teerde Staten der Provincie Zuid-Holland dd. 23 Februari 1937 No. 220, bij akte van 18 Maart 1937 aangegane overeen komst inzake de verstrekking door die instelling aan de gemeente van een geldleening oorspronkelijk groot 250.000. in dien zin, dat de rente met ingang van een nader door den Burgemeester te bepalen datum wordt verlaagd van 31/2 tot 3Vs Per jaar- N°. 81. Leiden, 20 Mei 1943. Aangezien de thans in gebruik zijnde ambtskleeding van den Chef van den Huishoudelijken Dienst en 3 gemeenteboden dringend door nieuwe moet worden vervangen heeft de Burgemeester op 20 Mei 1943 het volgende besluit genomen: De BURGEMEESTER van LEIDEN; Op grond van artikel 3 van de verordening van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening; BESLUIT: behoudens goedkeuring van den Commissaris der Provincie vast te stellen staat No. 13, model E, tot wijziging van de gemeentebegrooting, dienst 1943, groot 500.in verband met de verstrekking van nieuwe ambtskleeding aan den Chef van den Huishoudelijken Dienst en 3 gemeenteboden. N°. 82. Leiden, 20 Mei 1943. In verband met de buitengewone tijdsomstandigheden moet rekening worden gehouden met de mogelijkheid, dat in deze gemeente aanwezige monumenten van geschiedenis en kunst door bominslag of anderszins worden getroffen. Met het oog op herstelling of wederopbouw van op deze wijze beschadigde of vernielde monumentale gebouwen is het noodzakelijk, dat de gemeente over verschillende ge gevens van deze gebouwen beschikt. Gebleken is, dat bij het rijksbureau voor monumentenzorg van een aantal monumenten opmetingsteekeningen voor handen zijn, terwijl van welhaast alle gebouwen van eenig monumentaal belang fotografieën bij dit bureau berusten. Om volledige gegevens te verkrijgen zal nog tot opmeting en in teekening brengen van enkele gebouwen moeten worden overgegaandaarbij kan gebruik gemaakt worden van in het gemeentearchief alhier aanwezige schetsen, teekeningen en foto's. Bovendien zullen van eenige straatwanden foto grafische opnamen moeten worden gemaakt. De noodige werkzaamheden zullen verricht worden door den dienst der gemeentewerken in overleg met het rijksbureau voor monu mentenzorg. Om voorloopig in de kosten, welke een en ander met zich zal brengen, te kunnen voorzien, dient een bedrag van ƒ2.500.op de begrooting 1943 te worden gebracht. Mitsdien heeft de Burgemeester op 20 Mei 1943 het volgende besluit genomen: De BURGEMEESTER van LEIDEN; Op grond van artikel 3 van de verordening van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening; BESLUIT: behoudens goedkeuring van den Commissaris der Provincie door vaststelling van den bij dit besluit behoorenden staat No. 14 een bedrag ad ƒ2.500.op de begrooting, dienst 1943, te brengen ten behoeve van het doen verrichten van opmetingen en het doen maken van fotografische opnamen van monumenten, met het oog op hunne herstelling, na eventueele beschadiging, tengevolge van oorlogshandelingen. N°. 83. Leiden, 27 Mei 1943. Naar aanleiding van een door Dr. F. J. Stuurman gedaan verzoek om ontslag als Geneesheer-Directeur van de Gestich ten „Endegeest", „Voorgeest" en „Rhijngeest" met ingang van 1 Augustus 1943, heeft de Burgemeester op 27 Mei 1943 het volgende besluit genomen: De BURGEMEESTER van LEIDEN; Op grond van artikel 3 van de verordening van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening; BESLUIT: Dr. F. J. Stuurman, overeenkomstig zijn verzoek, met ingang van 1 Augustus 1943 eervol ontslag te verleenen uit zijn betrekking van Geneesheer-Directeur van de Gestichten „Endegeest", „Voorgeest" en „Rhijngeest". N°. 84. Leiden, 27 Mei 1943. Aangezien de verordening krachtens artikel 4, sub 3° der Hinderwet, betreffende het oprichten, hebben of ge bruiken van slachterijen of vilderijen van vee, penserijen of darmwasscherijen op 1 Mei 1943 heeft opgehouden van kracht te zijn, moet thans een nieuwe verordening worden vastgesteld. De redactie van deze verordening is meer in overeenstem ming gebracht met den tekst van artikel 4, sub 3° der wet. De omschrijving van het begrip vee is overgenomen uit de Vleeschkeuringswet. Het verbod tot het oprichten, hebben of gebruiken van vilderijen van vee is niet opgenomen, aangezien de ver ordening alleen geldt voor vee, dat ingevolge de Vleesch keuringswet onder slachtdieren wordt verstaan en het, op grond van de verordening op den Keuringsdienst van Vee en Vleesch verboden is slachtdieren te slachten of te doen slachten elders dan in het Openbaar Slachthuis. Ook het verbod tot het oprichten, hebben of gebruiken van penserijen kan gemist worden. De plaatselijke en de kadastrale aanduiding van het Open baar Slachthuis zijn niet vereischt, aangezien de verordening niet een bepaalde plaats aanwijst, waar de elders verboden inrichtingen aanwezig mogen zijn, maar het Openbaar Slachthuis uitgezonderd wordt van het verbod in artikel 2, eerste lid, bedoeld. Mitsdien heeft de Burgemeester op 27 Mei 1943 het volgende besluit genomen De BURGEMEESTER van LEIDEN; Op grond van artikel 3 van de verordening van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening; BESLUIT: vast te stellen de volgende verordening: VERORDENING, krachtens artikel 4, sub 3° der Hinderwet. Artikel 1. Deze verordening verstaat onder vee: eenhoevige dieren, runderen, schapen, geiten en varkens. Art. 2. Het is verboden een slachterij van vee of een darmwassche- rij, waarin afval van vee wordt verwerkt, op te richten, te hebben of te gebruiken. Dit verbod is niet van toepassing op het Openbaar Slacht huis. Art. 3. Deze verordening treedt in werking op den dag van haar afkondiging en is geldig voor den tijd van 20 jaar. N°. 85. Leiden, 27 Mei 1943. In afwachting van de in voorbereiding zijnde restauratie van den molen „De Valk" moeten, ter voorkoming van verder verval terstond eenige noodzakelijke herstellingen aan den molen worden aangebracht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1943 | | pagina 3