23 wijze gewijzigd of de in art. 1 genoemde vergunning daar voor moet zijn aangevraagd. 3. Het - bepaalde in art. 11 is ten aanzien van in dat artikel bedoelde zaken, die ten tijde van de inwerkingtreding van deze verordening reeds op of in een onroerend goed aanwezig zijn, niet van toepassing, voordat de Burgemeester heeft besloten, dat dit artikel ten aanzien van dat onroerend goed van toepassing is. 4. Bij het in het derde lid bedoelde besluit, dat den eigenaar of gebruiker van het onroerende goed schriftelijk wordt medegedeeld, wordt de termijn bepaald, waarbinnen de in het derde lid bedoelde zaken moeten zijn verwijderd of de in art. 11 genoemde vergunning daarvoor moet zijn aangevraagd. II. De BUEGEMEESTEE van LEIDEN; Op grond van artikel 3 van de verordening van den Bijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied, No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening; BESLUIT: vast te stellen de volgende verordening: VERORDENING, houdende wijziging van de verordening van 2 Mei 1912 (Gemeenteblad No. 17) op de Straatpolitie, laatstelijk gewijzigd bij verordening van 4 Juni 1942 Gemeenteblad No. 19). Artikel I. Art. 48 van bovengenoemde verordening vervalt. Art. II. In het tweede lid, sub a, van art. 78 wordt in de plaats van ,,47 litt. a en b en 48" gelezen: en 47 litt. a en b. Art. III. Deze verordening treedt in werking op het tijdstip, waarop de verordening ter bevordering van het stadsschoon in de gemeente Leiden in werking treedt. N°. 53. Leiden, 25 Maart 1943. Ter voorziening in de vacature in het bestuur van de Vereeniging tot Bevordering van den Bouw van Werkmans woningen ontstaan tengevolge van het periodieke aftreden van Ir. J. J. G. van Hoek, heeft de Burgemeester, na raad pleging van het bestuur, op 25 Maart 1943 het volgende besluit genomen: De BUEGEMEESTEE van LEIDEN; Op grond van artikel 3 van de verordening van den Eijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening; BESLUIT: te benoemen tot lid van het bestuur der Vereeniging tot Bevordering van den Bouw van Werkmanswoningen: in de vacature Ir. J. J. G. van Hoek: Ir. J. J. G.' van Hoek. N°. 54. Leiden, 29 Maart 1943. Ter voorziening in de vacatures, aan de o. 1. school aan de Paul Krugerstraat ontstaan wegens verleend eervol ontslag aan de onderwijzeres M. van Bohemen, in verband met haar huwelijk, en aan den onderwijzer A. A. A. van Meer, in verband met zijn benoeming elders, heeft de Burgemeester op 29 Maart 1943 het volgende besluit genomen De BUEGEMEESTEE van LEIDEN; Op grond van artikel 3 van de verordening van den Eijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied n°. 152/1941, waarnemende de taak van den Gemeenteraad en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening; BESLUIT: met ingang van een nader te bepalen datum te benoemen aan de o. 1. school aan de Paul Krugerstraat, tot onder wijzeres Mw. M. van Heyningenvan Bohemen te Leiden en tot onderwijzer den heer J. Meyer te Castricum. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GEOEN ZOON.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1943 | | pagina 17