17 vermeerderd met 10,voor elk bedrag van 100,waarmede de schoolgeldmaatstaf het bedrag van 1500,te boven gaat. 4600,of meer475, 2. Door het vaststellen van een vermenigvuldigingscijfer kan de Burgemeester bepalen, dat meer of minder schoolgeld verschuldigd is dan de bedragen vermeld in het eerste lid van dit artikel, evenwel met dien verstande dat het bepaalde mavimnm schoolgeldbedrag niet wordt overschreden en het minimum niet lager zal zijn dan 5, 3. Het schoolgeld ondergaat geen vermindering wegens het in hetzelfde jaar bezoeken van een inrichting van onder wijs door meer dan één kind uit hetzelfde gezin of in verband met het getal kinderen, tot het gezin behoorende. Art. 7. Het schoolgeld wordt met de helft verhoogd, indien het wordt berekend naar de omstandigheden van slechts één ouder, zoo deze, hetzij van den anderen ouder, hetzij ingevolge art. 344a B. W., een bijdrage ontvangt in de kosten van onderhoud en opvoeding van den leerling, met dien verstande evenwel, dat het totaal verschuldigd bedrag 475,niet te boveh gaat. Art. 8. 1. Voor na 16 Juni 1938 tot één der in art. 1 genoemde inrichtingen van onderwijs toegelaten leerlingen, die, na reeds eenmaal als leerling aan dezelfde of aan een overeen komstige Bijks-, gemeentelijke- of bijzondere school niet tot een hoogere klasse te zijn bevorderd, andermaal niet tot een hoogere klasse worden bevorderd of voor de tweede maal het onderwijs in de hoogste klasse volgen, is anderhalf maal het schoolgeld verschuldigd, met dien verstande, dat het totaal verschuldigd bedrag 475,niet te boven gaat. Dit verhoogde schoolgeld is uitsluitend verschuldigd voor het schooljaar of de schooljaren, waarin de leerling niet voor de eerste maal het onderwijs in de klasse, waarin hij geplaatst is, volgt; te dezen wordt met de klasse, waarin de leerling geplaatst is, geüjkgesteld de overeenkomstige klasse eener overeenkomstige Bijks-, gemeentelijke- of bijzondere school. 2. Yoor de toepassing van het eerste lid van dit artikel worden leerlingen, die, na voorwaardelijk tot een hoogere klasse te zijn bevorderd, worden teruggesteld, voor den duur van het geheele schooljaar, waarin zij werden teruggesteld, als niet bevorderd aangemerkt. 3. In bijzondere gevallen kan de Burgemeester bepalen, dat het eerste lid van dit artikel niet wordt toegepast. Art. 9. 1. De leerlingen, door of voor wie geen schoolgeld is ver schuldigd en van wie het gemiddelde der cijfers, waarop zij toegelaten of bevorderd zijn, 7 of meer bedraagt in die vakken, waarvoor volgens het schoolprogramma boeken en leermiddelen noodig zijn, ontvangen desgewenscht van gemeentewege in bruikleen de benoodigde boeken en leer middelen, met uitzondering van kleeding en schoeisel voor lichamelijke oefening. 2. De leerlingen, door of voor wie, zonder toepassing van het vermenigvuldigingscijfer, bedoeld in het tweede lid van art. 6, 28,of minder schoolgeld verschuldigd is en van wie het gemiddelde der cijfers, waarop zij toegelaten of be vorderd zijn, 7 of meer bedraagt in die vakken, waarvoor volgens het schoolprogramma boeken en leermiddelen noodig zijn, ontvangen desgewenscht van gemeentewege in bruik leen de benoodigde boeken, echter niet de leermiddelen (woordenboeken, atlassen, teekenbehoeften, cahiers). 3. Ingeval bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven, kunnen aan leerlingen, door of voor wie geen school geld verschuldigd is, leermiddelen en boeken en aan leer lingen, door of voor wie, zonder toepassing van het in het vorige lid bedoelde vermenigvuldigingscijfer 28,of minder schoolgeld is verschuldigd, uitsluitend boeken voor gemeente rekening in bruikleen worden verstrekt indien het gemiddeld cijfer, bovenbedoeld, beneden 7 ligt. Art. 10. 1. Het schoolgeldjaar valt samen met het schooljaar. 2. De schoolgeldkwartalen worden gerekend aan te vangen op 1 September, 1 December, 1 Maart en 1 Juni. Art. 11. Yoor leerlingen, die in den loop van een schooljaar worden toegelaten, is het schoolgeld verschuldigd van den aanvang van het schoolgeldkwartaal af, waarin zij zijn toegelaten. Art. 12. Het schoolgeld bedraagt voor een kwartaal 1/i gedeelte en voor een kalendermaand Vl2 gedeelte van hetgeen over het volle schooljaar verschuldigd is. Art. 13. 1. De schoolgeldplichtigen worden voor het door hen ver schuldigde schoolgeld op kohieren gebracht. 2. Ten behoeve van het opmaken van de in het eerste lid van dit artikel bedoelde kohieren, alsmede ten behoeve van de verdere uitvoering van deze verordening, verstrekken de hoofden van de in art. 1 genoemde inrichtingen van onder wijs, alle door of namens den Burgemeester gevraagde inlichtingen. Art. 14. De Gemeente-Ontvanger zendt binnen een maand na de ontvangst van een kohier, aan ieder aangeslagene een gedag- teekend aanslagbiljet. Art. 15. 1. Wanneer blijkt, dat ten onrechte een aanslag is achter wege gebleven of vernietigd, of tot een te laag bedrag is opgelegd, wordt het te weinig geheven schoolgeld nagevorderd, zoolang niet sedert den aanvang van het schoolgeldjaar drie jaren zijn verstreken. 2. Onjuiste aanslagen kunnen ambtshalve worden ver nietigd of verminderd. Bij een schoolgeldmaatstaf van: Per leeriing f 62,— n ii ii 66,— 16,— 66,— n a a n 72,— a 16 72,— n a a 78,- 17- 78,- n a n 84,— 18- 84,- 11 a a 90,— 19,— 90, 11 a ii ii 66, ii 20, 96, 11 a a 102,— 21,— 102,— 11 a ii 108,— 22,— 108,— 11 a a 114,— 23,— 114 11 a a 120,— 24,— 120,— 11 a ii 126,— n '25, 126,— 11 a a 134,— 26,— 134,— 11 a ii 140,— ii 28, 340,— 11 ii a 146,— 30,— 146,— 11 a ii 152,— a 32, 152,— 11 ii ii 160,— 34,— 160,— 11 a a 170,— 36,— 170,— 11 a a 190,— 38,— 190, 11 a a 210,— 40,— 210,— 11 a a 230,— 42,- 230, 11 a a 250,— 44,- 250,— n ii ii 270,— ii 46,— 270,— n ii a 290,— 48,— 290, ïi a ii 320,— 50,— 320, ii a a 340,— 50,— 340,— ii ii n ii 360, ii 52,— 360,—- ii a ii ii 390, 54,— 390, ïi u ii 410,— 56,— 410,— n ii ii 430,— 58,— 430,— ïi ii a 460,— 60,— 460,— ïi a a 480,— ii 62,— 480,— ii a a 500,— 64,— 500,— n a a 520,— 66,— 520,— ïi ii a 540,- 68,— 540, ii a a 570,— 70,— 570,— u ii ii 600,— u 72,— 600,— ii a ii 620,— 74,— 620, ïi a a 650, u 76,— 650, ii a a 680,— n 78,— 680, ii a a 710,— ii 80, 710,— 'f, ïi ii ii 740,— ii 82-, 740,— ïi ii a 770,— 86,— 770,— ii ii a 800,— 90,— 800, ii ii a 840,— 94,— 840,— li a ii 880,— ii 68, 880, li ii a 920,— 102,— 920, li n ii 960, 106,— 960, ii ii a 1000,— 110,— 1000,— ii a a 1050,— 116,— 1050,— ii a ii 1100,— 122,— 1100,— ii ii a 1150,— 128,— 1150,— ii a a 1200,— 134,— 1200,— ii a a 1250,— 140,— 1250,— ii n ii 1300,— 146,— 1300,— ii a ii 1350,— ii 152,— 1350,— ii ii ii 1400,— 158,— 1400,— ii a a 1500,— 164,— 1500,— tot en met 4500,— 170,-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1943 | | pagina 11