GEMEENTE LEIDEN.
61
L\(ÏEK01ËN iTFJKKEN.
N°. 117. Leiden, 1 September 1942.
Het Burchtcomplex in deze gemeente, hetwelk gerekend
kan worden tot de belangrijke monumenten van geschiedenis
en kunst hier te lande, heeft, tengevolge van de aan dat
complex in den loop der jaren gegeven bestemmingen, veel
van zijn oorspronkelijk karakter verloren. Het complex
bestaat uit het oude stadslogement, stal, wagenhuis, voor
plein, Burcht en Burchtterrein c. a.
Het complex werd in 1651 door de stad Leiden van den
Prins de Ligne aangekocht. Het logement dateert uit 1651;
de mogelijkheid bestaat, dat het uit verbouwing van een
ouder gebouw is ontstaan. De stal en het wagenhuis werden
in het jaar 1659 gebouwd, aan welke gebouwen later nog
een volière werd toegevoegd. De Burcht is een bouwwerk
waarvan de stichting vermoedelijk in het jaar 1200 ligt.
Ilij is, met het Burchtterrein, het eenige overblijfsel uit den
tijd van den Burggraaf.
De monumentale toegangspoort dagteekent van 1658/59.
Het ontwerp is van Yan der Helm en het beeldhouwwerk
van Bonibout Verhuist. Het uit denzelfden tijd dateerende
afsluithek op het Burchtterrein is zeer fraai te noemen en
voorzien van mooi smeedwerk.
Het geheel verkeert in sommige opzichten in vervallen
staat en verschillende onderdeelen zijn verminkt. Ten einde
dit monument voor de toekomst te behouden en daaraan
zijn oorspronkelijke bestemming terug te kunnen geven, zal nu
algeheele restauratie dienen te doen plaats hebben. Aan het
Departement van Opvoeding, Wetenschap en Kuituur
bescherming is subsidie in de kosten van een eventueele
restauratie gevraagd.
Met het door een deskundige doen opmaken van een
restauratieplan is een bedrag van 1.500.gemoeid.
Aangezien voor deze uitgave geen post op de begrooting
van het loopende jaar is uitgetrokken heeft de Burgemeester
op 1 September 1942 het volgende besluit genomen:
De BURGEMEESTER van LEIDEN;
Op grond--van artikel 3 van de verordening van den
Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied
No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad
en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening;
BESLUIT:
behoudens goedkeuring van den Commissaris der Provincie
door het vaststellen van dembij dit besluit behoorenden staat
No. 31 op de begrooting voor het dienstjaar 1942 een bedrag
van 1.500.beschikbaar te stellen ten behoeve van het
opmaken van een plan voor de restauratie van het Burcht-
complex.
n°. na.
Leiden, 3 September 1942.
Op 4 Juni 1942 besloot de Burgemeester om, zoo noodig,
gedurende het 3e kwartaal 1942 kasgeldleeningen aan te
gaan tot een maximaal bedrag van 2.500.000.
Het maximaal bedrag, dat de kasschuld gedurende het
4e kwartaal 1942, zal mogen beloopen dient, met het oog
op de reeds opgenomen gelden, te worden gesteld op
2.750.000.—.
Mitsdien heeft de Burgemeester op 3 September 1942 het
volgende besluit genomen:
De BURGEMEESTER van LEIDEN;
Op grond van artikel 3 van de verordening van den
Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied
No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad
en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening;
BESLUIT:
behoudens goedkeuring van den Commissaris der Provincie
gedurende het 4e kwartaal 1942, zoo noodig, kasgeldleeningen
aan te gaan tot zoodanig bedrag, dat op geen enkel tijdstip
in dat kwartaal, de kasschuld, met inbegrip van het in
rekening-courant bij de N.Y. Bank voor Nederlandsche
Gemeenten op te nemen bedrag, de som van 2.750.000.
te boven gaat en onder de voorwaarden als door hem zullen
worden gesteld.
N°. 119. Leiden, 3 September 1942.
Ingevolge de Lager Onderwijswet 1920 moeten jaarlijks
ten aanzien van het openbaar lager onderwijs voorloopig
worden vastgesteld de bedragen van de werkelijke exploitatie
kosten over het voorafgaand kalenderjaar, van de voor dat
jaar geraamde exploitatiekosten en het verschil tussclien die
bedragen.
Voorts moeten jaarlijks definitief worden vastgesteld het
bedrag van de vergoeding voor de bijzondere scholen en de
voor vergoeding in aanmerking komende uitgaven dier
scholen.
Tenslotte moet jaarlijks plaats vinden vaststelling en
definitieve verrekening van de vergoeding wegens belooning
van vakonderwijzers, alsmede vaststelling van de bijdragen
ten behoeve van het bijzonder vervolgonderwijs.
Wegens belooning van vakonderwijzers, bedoeld in arti
kel 10bis der wet werd door de gemeente over 1940 gemiddeld
per leerling van het gewoon lager- en uitgebreid lager onder
wijs uitgegeven respectievelijk 2.47 en 9.68. De kosten,
welke gemiddeld per leerling van het openbaar vervolg
onderwijs over het afgeloopen dienstjaar ten laste der ge
meente zijn gebleven, bedroegen 22.17.
In verband met het vorenstaande heeft de Burgemeester
op 3 September 1942 het volgende besluit genomen:
De BURGEMEESTER van LEIDEN;
Op grond van artikel 3 van de verordening van den
Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied
No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad
en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening;
BESLUIT:
I. voorloopig vast te stellen:
a. het bedrag dat de gemeente in 1941 wegens exploitatie
kosten heeft uitgegeven voor de openbare scholen voor gewoon
lager- en uitgebreid lager onderwijs op respectievelijk
ƒ57.024.07 en 9.704.64.
b. het bedrag der over 1941 geraamde exploitatiekosten voor
de openbare scholen voor gewoon lager- en uitgebreid lager
onderwijs op respectievelijk 340073 X 14.74 50.120.91
en 4722/3 X 20.35 9618.77.
c. het bedrag waarmede de werkelijke exploitatiekosten
de geraamde exploitatiekosten overschrijden en wel voor de
openbare scholen voor gewoon lager onderwijs op 6903.16
en voor de openbare scholen voor uitgebreid lager onderwijs
op 85.87.
II. vast te stellen het bedrag van de vergoeding waarop de
schoolbesturen over 1941 aanspraak kunnen maken, het
bedrag van de volgens artikel 101, eerste lid, der Lager
Onderwijswet 1920 voor vergoeding in aanmerking komende
uitgaven der bijzonder lagere scholen, alsmede het bedrag
van de aan de schoolbesturen toe te kennen vergoeding
wegens belooning van vakonderwijzers over dat jaar en
wel voor:
a. het bestuur van het
gesticht de Voorzienigheid
te Leiden voor de school
voor:
gewoon lager onderwijs
aan:
de Krauwelsteeg 8 3778.35 3463.46
het Levendaal 54. 3115.05 3121.92
1090.16
uitgebreid lager onder
wijs aan:
het Levendaal 56.
b. het bestuur van de In
richting van Liefdadigheid
voor R.K. te Leiden voor
de school voor:
gewoon lager onderwijs
aan:
de Haarlemmerstr. 32.
de Lusthoflaan 2
de v. d. Werfstr. 98/100
de Oude Vest 193/195.
de Os- en Paardelaan 2
het Rapenburg 48
de Haarl.str. 240/Peli-
kaanstraat 20
de Caeciliastraat 11/15
de Potgieterlaan 7
6893.40 6585.38
1994.30 2180.15 948.64
4535.01
3913.02
3586.73
3538.68
1975.16
3791.—
2117.65
3338.29
3611.30
2888.70
6097.45
12094.59
4697.15
6094.46
3601.47
3376.14
4186.16
4941.79
5764.87
34408.08 43976.67
Voor ver-
Bedrag der g°eding Vergoeding
vergoeding, aanmerking voor vak-
B komende onderwijzers,
kosten.
V
JJ
V