subsidiefonds in aanmerking komen, op een afzonderlijken
begrootingsstaat, model D, dienst 1941, geregeld.
In totaal is het aandeel van de gemeente 1.144.16 lager
dan geraamd was. De kosten van werkloozensteun, waar
voor wel een bijdrage uit het Werkloosheidssubsidiefonds
wordt genoten zijn namelijk 1.699.21 lager dan geraamd is,
terwijl de kosten ter zake, waarvoor geen bijdrage uit genoemd
wordt toegekend, 555.05 meer bedragen dan geraamd is.
Het voordeelig verschil ad 1.144.16 kan worden over
gebracht naar den post voor „Onvoorziene Uitgaven",
op welk volgnummer, na vermindering met de boven
genoemde som van 631.50, dan weder 1.743.62 beschik
baar zal zijn.
Vervolgens behooren in verband met de afsluiting van
den dienst 1941 verschillende bedrijfsbegrootingen, in overeen
stemming met de rekeningscijfers te worden gebracht.
Ten slotte moeten de navolgende volgnummers nog aan
de ontvangsten van den kapitaaldienst worden toegevoegd:
Volgn. 746a. Terugontvangst van de hosten
van aanleg van particuliere telefoonverbindingen
ten behoeve van de Luchtbescherming 1.413.21
De bovenbedoelde kosten ad 1.413.21
zijn van het Rijk terugontvangen.
Zie de verlaging van volgn. 746 der ont
vangsten „Geldleening overgebracht van
Hoofdstuk XVI" met 1.413.21.
Volgn. 765a. Terugontvangst van het Rijlc
van 75 van de hosten van de door de ge
meente in 1941 uitgevoerde werhen ten behoeve
van den bouw van een nieuwe electrische beweeg
bare hefbrug over de in den Haagweg gelegen
spoorweghaven464.58
In de kosten van den bouw van boven
genoemde brug, welke door het Rijk wordt
uitgevoerd, draagt de gemeente 25 bij.
In verband hiermede is door het Rijk van
de ter zake door de gemeente over 1941 ge
maakte kosten ad 619.44 75 of 464.58
in de gemeentekas teruggestort.
Zie de verlaging van volgn. 762 der ont
vangsten „Geldleening overgebracht van
Hoofdstuk XVI" met 464.58.
Op grond van het bovenstaande heeft de Burgemeester
op 28 Augustus 1942 het volgende besluit genomen:
De BURGEMEESTER van LEIDEX;
Op grond van artikel 3 van de verordening van den
Rijkscommissaris voor het bezette Xederlandsche gebied
Xo. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad
en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening;
BESLUIT:
behoudens goedkeuring van den Commissaris der Provincie
vast te stellen:
a. twee staten, model D, tot wijziging van de gemeente-
begrooting, dienst 1941;
b. den staat Xo. 28 tot wijziging van de gemeentebegrooting
dienst 1942, voor overboeking van het „Fonds voor uit
voering van werken bedoeld in art. 2, 2e lid sub b van de
verordening op den aanleg van straten en wegen (Gemeente
blad Xo. 33 van 1931)" (boven normale straataanleg)
c. den staat Xo. 29 tot wijziging van de gemeente
begrooting, dienst 1942, voor overboeking nog te verhalen
kosten werkloozenzorg
d. de suppletoire begrootingen, dienst 1941, van:
1°. de Stedeüjke Fabrieken van Gas- en Electriciteit
2°. de gestichten „Endegeest" c.a.
3°. het Openbaar Slachthuis;
4°. het Grondbedrijf;
5°. den Reinigings- en Ontsmettingsdienst
6°. de Gemeentelijke Yolkscredietbank;
7°. het Gemeentelijk Waschbureau.
Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEX ZOOX.