GEMEENTE LEIDEN.
11
INGEKOMEN iTEKKEN.
N°. 23. Leiden, 5 Maart 1942.
Op 31 December j.l. eindigde de verpachting van het
complex weiland kad. bekend gemeente Leiden, sectie O,
nis 639, 640, 641 (ged.), 644 t/m. 649, 653, 654, 659,
660, 661 (ged.), 662 (ged.), 655 (ged.) en 1655 (ged.), groot
10 h.a. Voor het op de bij dit besluit behoorende situatie-
teekening met roode arceering op groene kleur aangeduide
gedeelte, groot 2.55.00 h.a., meldden zich als gegadigden
aan de Gebr. A. en N. Laman. Zij zijn van plan het land als
tuingrond te gebruiken. Met hen werd overeenstemming
bereikt over den aannemelijken pachtprijs van 120.per
h.a. en per jaar.
De pachttermijn is gesteld op een jaar, waarvoor de toe
stemming van de Grondkamer is verzocht.
De rest van het complex is bestemd voor volkstuintjes.
De Burgemeester heeft alsnu op 5 Maart 1942 het volgende
besluit genomen:
De BURGEMEESTER van LEIDEN;
Op grond van artikel 3 van de verordening van den
Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied
No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad
en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening;
BESLUIT:
behoudens goedkeuring van den Commissaris der Provincie aan
A. en N. Laman, te Leiden, te verpachten voor den tijd van
één jaar, ingaande 1 Januari 1942, ten behoeve van den
tuinbouw de op de bij dit besluit behoorende situatieteekening
met roode arceering op groene kleur aangeduide perceelen
weiland met het bijbehoorende water, groot 2.55.00 h.a.,
gelegen in den Boschhuizer- en Gasthuispolder, kadastraal
bekend gemeente Leiden, sectie O, nis 639, 640, 641 (ged.),
644 (ged.), 645 en 646 (ged.), tegen een jaarlijksche pachtsom
van 120.per h.a. en onder de voorwaarden door den
Burgemeester nader vast te stellen.
N°. 24. Leiden, 5 Maart 1942.
De Yereeniging Zwakzinnigenzorg te Leiden, heeft zich
tot de gemeente gewend om financieele medewerking aan
haar plan, tot het te werk stellen van zwakzinnige jongens
op werktuinen. Het is haar bedoeling om een stuk grond
van 1| h.a., nabij het gesticht „Rhijngeest", te betelen
met groenten ten nutte van de gestichten „Endegeest",
„Rhijngeest" en „Voorgeest", welke de gekweekte groenten
tegen den normalen prijs zullen afnemen. Het nadeelig saldo
van de exploitatie ad ƒ2.400.verzoekt de vereeniging als
subsidie van de gemeente te ontvangen.
Overwegende, dat dit plan alleszins den steun van de
gemeente verdient, doch dat het voorshands aanbevelens
waardig is, om het subsidie slechts voor een jaar te ver-
leenen, opdat aan het einde daarvan nader onder oogen
kan worden gezien of de resultaten van dezen arbeid een
verdere financieele medewerking van de gemeente wettigen,
heeft de Burgemeester op 5 Maart 1942 het volgende besluit
genomen
De BURGEMEESTER van LEIDEN;
Op grond van artikel 3 van de verordening van den
Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied
No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad
en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening;
BESLUIT:
behoudens goedkeuring van den Commissaris der Provincie
door vaststelling van den hierbij behoorenden begrootings-
staat een bedrag ad 2.400.op de begrooting voor het
dienstjaar 1942 te brengen als subsidie aan de Vereeniging
Zwakzinnigenzorg te Leiden, teneinde die vereeniging in de
gelegenheid te stellen om bij wijze van proef voor een jaar
zwakzinnige jongens te werk te stellen aan het bebouwen
van grond nabij het gesticht „Rhijngeest" en ten nutte van
de gestichten „Endegeest", „Rhijngeest" en „Voorgeest",
zulks onder leiding van het door de Directie van genoemde
gestichten aan te wijzen personeel.
N°. 25. Leiden, 6 Maart 1942.
Met het oog op de noodzakelijke kolenbesparing was het
gewenscht de Paaschvacantie van alle gemeentelijke inrich
tingen van onderwijs met een week te vervroegen.
Voorzoover de beslissing inzake bovenbedoelden maat
regel vroeger tot de taak van den Gemeenteraad zou
hebben behoord, heeft de Burgemeester op 6 Maart 1942
mitsdien het volgende besluit genomen:
De BURGEMEESTER van LEIDEN;
Op grond van artikel 3 van de verordening van den
Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied
No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad
en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening;
BESLUIT:
dat de a.s. Paaschvacantie voor het Gymnasium, de H.B.S.
met 5-jarigen cursus en de H.B.S. voor meisjes zal duren
van 21 Maart a.s. (na afloop van de lessen) tot en met
7 April d.a.v.
N°. 26. Leiden, 12 Maart 1942.
Bij besluit van 18 September 1941 (Ingek. Stukken No. 116)
werd het zuidelijk veld van de voetbalvelden in den
Stadspolder achter de Lucas van Leijdenstraat en de Bakker
Korffstraat aan de Leidsche Voetbalvereeniging „Sportman"
bij verlenging verhuurd voor den tijd van 15 Augustus 1941
tot 15 Augustus 1942 tegen een huursom van 175.per jaar.
„Sportman" is per 15 Januari j.l. opgeheven en deelde
mede, dat de voetbalvereeniging „Fides Pacta" gaarne in
haar plaats het terrein zou gebruiken. Met de voetbalver-
eenigingen werd overeenstemming bereikt over de beëindiging
van de huur met „Sportman" per 15 Januari j.l. en over
een verhuring op den bestaanden voet met ingang van dezen
datum tot 15 Augustus 1943 aan Fides Pacta".
In verband hiermede heeft de Burgemeester op 12 Maart
1942 het volgende besluit genomen:
De BURGEMEESTER van LEIDEN;
Op grond van artikel 3 van de verordening van den
Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied
No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad
en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening;
BESLUIT:
a. medewerking te verleenen aan de tusschentijdsche ont
binding per 15 Januari 1942 van de met de Leidsche Voetbal
vereeniging „Sportman" gesloten huurovereenkomst, be
treffende het zuidelijke veld van de drie voetbalvelden in
den Stadspolder achter de Lucas van Leijdenstraat en de
Bakker Korffstraat;
b. behoudens goedkeuring van den Commissaris der Provin
cie het onder a genoemde voetbalveld te verhuren aan de
voetbalvereeniging „Fides Pacta", te Leiden, welke ver
huring is ingegaan op 15 Januari 1942 en zal eindigen op
15 Augustus 1943, zulks tegen een huursom van 175.
der jaar en verder onder dezelfde voorwaarden, als waaronder
het terrein verhuurd was aan de Leidsche Voetbalvereeniging
„Sportman".
N°. 27. Leiden, 12 Maart 1942.
In verband met het voornemen om de perceelen weiland
nabij den Lage Morschweg, kadastraal bekend gemeente
Leiden, sectie P, nis 247, 248,1036 (ged.) en 275 (ged.), groot
2.26.00 h.a. te bestemmen voor volkstuintjes, werd met den
pachter, C. J. Zwetsloot, te Leiden, overleg gepleegd over het
beëindigen van de huur per 1 Januari j.l. Hij stemde hier in
toe, mits hem met ingang van genoemden datum de perceelen
weiland aan de Houtlaan, kadastraal bekend gemeente Leiden,
sectie P, no. 2115 (ged.), groot 1-59.80 h.a., werden ver
pacht. Deze perceelen zijn per 31 December j.l. vrij van
huur gekomen. Met den heer Zwetsloot werd overeenstemming
bereikt over den aannemelijken pachtprijs van ƒ100.per h.a.
en per jaar.
De pachttermijn is gesteld op een jaar, waarvoor de toe
stemming van de Grondkamer is verzocht.
In verband met een en ander heeft de Burgemeester op
12 Maart 1942 het volgende besluit genomen: