3
N°. 7. Leiden, 15 Januari 194*2.
Ingevolge het „Reglement voorloopige pensionneering
onderwijzers" (Wet van 22 Februari 1936, S. 100) moet,
behoudens in uitzonderingsgevallen, ontslag worden verleend
aan onderwijzers, die den 60-jarigen leeftijd hebben bereikt.
In verband hiermede heeft de Burgemeester op 15 Januari
1942 het volgende besluit genomen:
De BURGEMEESTER van LEIDEN
Op grond van artikel 3 van de verordening van den
Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied
No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad
en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening;
BESLUIT:
aan Mejuffrouw J. Koolhaas, met ingang van een nader
te bepalen datum, wegens het bereiken van den zestig-
jarigen leeftijd, eervol ontslag te verleenen als onderwijzeres
aan de Opleidingsschool voor u.l.o. aan de Drie Octoberstraat.
N°. 8. Leiden, 15 Januari 1942.
In verband met de hierna genoemde, bij de gemeente inge
diende begrooting, heeft de Burgemeester op 15 Januari 1942
het volgende besluit genomen:
De BURGEMEESTER van LEIDEN;
Op grond van artikel 3 van de verordening van den
Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied
No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad
en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening;
BESLUIT:
goed te keuren de begrooting voor 1942 van het Gereformeerd
Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis te Leiden.
N°. 9. Leiden, 15 Januari 1942.
Van de N.V. Snelvriesconservenfabriek „Vita", te
's Gravenhage, is het verzoek ingekomen om van de gemeente
te mogen knopen het voormalig brandspuithuis aan het
Levendaal No. 199 voor een bedrag van 3.000.
Het perceel is 73 m2 groot en dient nog slechts als berg
plaats voor eenig materiaal, zoodat de gemeente geen bij -
zonder belang bij het bezit ervan heeft. Adressant is voor
nemens het oude gebouwtje af te breken en den grond te
trekken bij den bouw van een fabriek. Door dezen nieuwbouw
zal aan het gedempte Levendaal een beter stadsbeeld worden
verkregen, hetgeen mede aanleiding is om tot den verkoop
over te gaan. Ook de geboden prijs van 3.000.is aan
nemelijk.
De Burgemeester heeft mitsdien op 15 Januari 1942 het
volgende besluit genomen:
De BURGEMEESTER van LEIDEN;
Op grond van artikel 3 van de verordening van den
Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied
No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad
en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening;
BESLUIT:
behoudens goedkeuring van den Commissaris der Provincie
aan de N.Y. Snelvriesconservenfabriek „Vita", te 's Graven
hage, te verkoopen het voormalig brandspuithuis aan het
Levendaal No. 199, kadastraal bekend gemeente Leiden,
sectie D No. 714, voor den prijs van 3.000.
N°. 10. Leiden, 15 Januari 1942.
Naar aanleiding van een verzoek van het bestuur van de
Vereeniging voor Christelijk Onderwijs, alhier, om op grond
van artikel 72 van de Lager Onderwijswet 1920, mede
werking te verleenen tot de aanschaffing van leesboekjes,
heeft de Burgemeester op 15 Januari 1942 het volgende
besluit genomen:
De BURGEMEESTER van LEIDEN;
Op grond van artikel 3 van de verordening van den
Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied
No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad
en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening;
BESLUIT:
a. medewerking te verleenen aan het bestuur van de
Vereeniging voor Christelijk Onderwijs, alhier, tot aanschaf
fing van leesboekjes ten behoeve van zijn school voor gewoon
lager onderwijs aan den Hooge Morschweg 12;
b. vast te stellen een begrootingsstaat, groot 35.
teneinde de voor de sub a bedoelde aanschaffing benoodigde
gelden te zijner tijd ter beschikking van het schoolbestuur
te stellen.
N°. 11. Leiden, 15 Januari 1942.
Sedert de inwerkingtreding van de Kinderbijslagwet is de
gemeente ten aanzien van het op arbeidsovereenkomst naar
burgerlijk recht in haren dienst zijnde personeel aangesloten
bij het Rijkskinderbijslagfonds en is zij krachtens die wet aan
den Raad van Arbeid een niet op den arbeider verhaalbare
premie verschuldigd, welke is bepaald op 1 procent van het
totale loonbedrag, dat aan dit personeel wordt uitgekeerd,
ongeacht of dat loon wordt ontvangen door een ongehuwden
dan wel door een gehuwden arbeider, hetzij met of zonder
kinderen. Op de begrooting voor 1942 van de gestichten
„Endegeest" c.a. moest dan ook aanvankelijk voor de hier-
bedoelde premie een uitgaaf van 1.600.worden geraamd.
Deze regeling is intusschen voor de hierbedoelde inrichtin
gen zeer nadeelig, omdat het daar op arbeidsovereenkomst
werkzame personeel voor verreweg het grootste gedeelte
ongehuwd is en derhalve voor kinderbijslag niet in aan
merking kan komen; het totaal bedrag aan kinderbijslag
wordt dan ook voor het geheele gestichtspersoneel op nauwe
lijks 200.'s jaars geraamd.
Mede tot gedeeltelijke dekking van het bij de begrooting
der gestichten voor 1942 geraamde exploitatie-tekort ver
dient het daarom aanbeveling, dat deze inrichtingen voortaan
ook voor haar op arbeidsovereenkomst werkzame personeel
het risico in dezen zelf dragen. Daartoe is het noodig voor dit
personeel een regeling te treffen, als bedoeld in art. 5 der
Kinderbijslagwet, welke regeling de erkenning als bijzondere
regeling van den Wnd. Secretaris-Generaal van het Departe
ment van Sociale Zaken behoeft. Aangezien deze erkenning
geschiedt, indien naar het oordeel van den Secretaris-Gene
raal door de afzonderlijke voorziening de belangen van de
daarbij betrokken personen niet worden geschaad, behoort
de regeling niet ongunstiger te zijn dan die krachtens de wet.
Hiermede is dan ook rekening gehouden; de hieronder afge
drukte regeling sluit zóó nauw bij die krachtens de wet aan,
dat het voor den arbeider practisch geen verschil maakt of
hij rechtstreeks krachtens de wet dan wel op grond van de
hierbedoelde regeling verzekerd is; het eenige verschil is,
dat hij den kinderbijslag, in plaats van door tusschenkomst
van den Raad van Arbeid, van de gestichts-administratie
ontvangt.
Op grond van een en ander heeft de Burgemeester op
15 Januari 1942 het volgende besluit genomen:
De BURGEMEESTER van LEIDEN;
Op grond van artikel 3 van de verordening van den
Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied
No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad
en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening;
BESLUIT:
vast te stellen de volgende verordening:
VER ORDENING,
houdende regeling van de kindertoelage voor personen op
arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht in dienst van
de gestichten Endegeest, Voor geest en Rhijngeest
der gemeente Leiden.
Artikel 1.
Arbeiders in den zin van artikel 1 van het Arbeids
overeenkomstenreglement (Gemeenteblad 1939 No. 2), die
in dienst zijn van de gestichten Endegeest, Voorgeest en
Rhijngeest der gemeente Leiden, hebben aanspraak op
een tijdelijke kindertoelage volgens de hierna vermelde
regeling.